Science Fiction of werkelijkheid?

 

 

                               

                                  

 

 

     De opwekking van de dorre beenderen. Tekening Gustav Doré.

 

                                         

 

We leven vandaag de dag in het Science Fictiontijdperk. In boek, film, stripverhalen, computerspellen etc. komt het in grote getale op de markt. Een blik op internet en er wordt u van alles voorgeschoteld. Science Fiction in allerlei soorten en maten. We hoeven maar te denken aan de Fransman Jules Gabriel Verne. * 08 – 02 – 1828. - † 24 – 03  - 1905. En aan diens tijdgenoot de Brit Herbert George Wells * 21 -09 1866  - † 13 – 08 – 1946. Fantasie is een belangrijk gegeven. Verder avontuur, en de strijd tussen goed en kwaad komen daarin regelmatig voor. Nu kunnen we een heel boek vullen om hierover te schrijven. En ik weet ook wel dat sommige fantasieën ook wel eens uitkomen. Toch gaat het mij daar niet om. Ik neem u mee naar een verhaal wat gebeurde in de jaren tussen 593 – 571 voor de komst van Christus. Een verhaal waarin men zich in eerste instantie zou kunnen afvragen of het een Science Fiction verhaal is. Het is te lezen in Ezechiël 37. Over de vraag of het een Science Fiction verhaal is daarover straks meer. Lees eerst maar eens wat Ezechiël zag in hoofdstuk 37: 1 – 14.

 

1 Ik werd opnieuw door de hand van de Heer gegrepen. Zijn geest voerde mij mee en hij zette mij  neer in een dal vol beenderen. 2  Ik moest er aan alle kanten omheen lopen, en zo zag ik dat er verspreid over het dal heel veel beenderen lagen, die helemaal waren uitgedroogd. 3 De Heer vroeg mij: ‘Mensenkind, kunnen deze beenderen weer tot leven komen?’ Ik antwoorde: ‘Heer dat weet u alleen.’ 4 Toen zei hij: ‘Profeteer, en zeg tegen deze beenderen: “Dorre beenderen, luister naar de woorden van de Heer! 5 Dit zegt God, de HEER: Beenderen, ik ga jullie adem geven zodat jullie tot leven komen. 6 Ik zal jullie pezen geven, vlees op jullie laten groeien en jullie met huid overtrekken. Ik zal jullie adem geven zodat jullie tot leven komen, en jullie beseffen dat ik de HEER ben.” ‘                                                                          

7 Ik profeteerde zoals mij was opgedragen. Zodra ik dat deed hoorde ik een geluid, en er klonk een geruis van botten die naar elkaar toe bewogen en zich aaneen voegden. 8  Ik zag pezen zich aaneen hechten en vlees groeien, ik zag hoe er huid over de botten heen trok, maar ademen deden ze nog niet. 9 Toen zei hij tegen mij: ‘Profeteer tegen de wind, profeteer, mensenkind, en zeg tegen de wind: “Dit zegt God de HEER: Kom uit de vier windstreken, wind, en blaas in deze doden, zodat ze gaan leven.” 10  Ik profeteerde zoals hij mij gezegd had, en de lichamen werden met adem gevuld. Ze kwamen tot leven en gingen op hun voeten staan: een onafzienbare menigte.                                                                                                          

11 En hij zei tegen mij: ‘Mensenkind, deze beenderen zijn het volk van Israël. Het zegt: “Onze botten zijn verdord, onze hoop is vervlogen, onze levensdraad is afgesneden.”                                                                                                           

12  Profeteer daarom en zeg tegen hen: “Dit zegt God, de HEER: Mijn volk, ik zal jullie graven openen, ik laat jullie uit je graven komen en ik zal jullie naar het land van Israël terugbrengen. 13 Jullie zijn mijn volk, en jullie zullen beseffen dat ik de HEER ben als ik jullie graven en jullie uit je graven laat komen. 14 Ik zal jullie mijn adem geven zodat jullie weer tot leven komen, ik zal jullie terugbreng naar je land, en jullie zullen beseffen dat ik de HEER ben. Wat ik gezegd heb, zal ik doen.

 

Die Ezechiël toch. Het is toch wel heftig wat hij nu mee maakt. In het jaar 593 werd hij tot profeet geroepen. Het zal je toch maar gebeuren. Hij, de profeet van God. Hij ontmoet de Schepper van hemel en aarde. Het was een tijd van grote verwarring. Egypte en Babel bestreden elkaar te vuur en te zwaard. Het gebeurde in die tijd dat de koning van Babel, Nebukadnezar, Jeruzalem en het gehele land Juda in nam. Allen werden weggevoerd in ballingschap. Ook Ezechiel behoorde daar bij, zie: 2 koningen 16 e. v. Dat gebeurde in het jaar 597 voor Christus.                                                          

Ezechiel betekend zoiets als: God is sterk of God maakt sterk. Zijn vader was priester in de tempel van Jeruzalem. Ezechiël ‘s profetische leven vond plaats in de jaren 593 – 571 voor de geboorte van Christus.

De taak van Ezechiël is het oproepen van berouw en bekering van het volk dat in ballingschap verkeerd. Zij moeten hun oog richten op de Here hun God. Immers het volk had met hun vorsten wegen bewandeld die haaks stonden op de wil van God. In het visioen van Ezechiël over de dorre beenderen in het dal stelt eigenlijk voor het afvallige volk van Israël. Maar ook dat God het volk niet heeft verlaten. Hij geeft het weer leven. Hij zal het weer doen terug keren. De Here God zoekt zijn volk weer op. Niet op grond dat het naar Hem verlangt. Maar om de wil van Zijn heilige Naam. God werkt verder naar Kerst, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren. Het hemelse Jeruzalem. Dat komt, dat is zeker.

Ezechiël een Science Fiction verhaal? Nee dus. Dit is echt.

 

Kijk ook voor meer verhalen op: http://www.magnificatkerk.nl/thema%20preken.html