Als het water komt. Hoog water 1995.
Link: http://www.boekenleggertiel.nl/
Kijk ook op: http://www.youtube.com/user/berberandus
en op; https://www.youtube.com/watch?v=t197QkQBUro
Als het water komt.
Januari 1995. Hevige regenval in Frankrijk en de Belgische Ardennen. Enkele dagen later enorme sneeuwval, en daarna zeer veel regen in de Zwitserse en Duitse bergen. In Nederland heeft het al langdurig geregend zodat het waterpeil al behoorlijk hoog is. Ziedaar de ingrediënten van een tijd vol zorg en rampspoed. Nederland kan zich klaarmaken om deze enorme watergolf te verwerken. Zullen de dijken het houden? De aanslag op de dijken bij de hoogwaterstand in 1993 is enorm geweest.
De kwaliteit van de dijken was de laatste jaren behoorlijk verslechterd. Er was veel over de dijkverzwaring gepraat, met veel gehakketak, vertraging en inspraak. De dijken van de Maas, Rijn, Waal en IJssel zijn in wezen ernstig ziek.
Er is door deskundigen zeer langdurig, met veel meningsverschillen, gepraat hoe de patiënt moest worden genezen, terwijl de patiënt al bijna was overleden.
Na enige dagen begint de Maas behoorlijk te stijgen. Ze gaat weer ver buiten haar oevers. Het water dringt de dorpen en steden binnen. Woningen en andere gebouwen lopen onder water. Hoewel het niet direct levensbedreigend is, was het natuurlijk wel ontzettend lastig. Enkele duizenden mensen moeten worden geëvacueerd, evenals veel vee. Bedrijven lijden veel schade. Ook is er weer veel schade aan woningen en noem maar op. Voor de zoveelste keer wordt de Limburgse bevolking getroffen door een grote watersnood getroffen. Er wordt veel over geschreven in de pers.
Terwijl dit alles gebeurt, beginnen er ook overstromingen in Duitsland. De Keulse binnenstad loopt gedeeltelijk onder water. Dit heeft uiteraard gevolgen voor de Rijn, Waal en de IJssel.
Enkele dagen later zien wij het al bij Tiel. De Waal gaat stijgen. Zullen de dijken het houden? Vrees is er wel. Dagelijks gaan we kijken bij de pont in Tiel of het water weer is gestegen. Grote vraag is wanneer de coupure ( dat is een doorgang door de stadsmuur) dicht zal gaan. Vorige keer met hoog water zat hij ook al dicht. Dat was in 1993.
Op zondag 29 januari, s’ morgens om 08.00 uur gaat de coupure dicht. Dat betekent dus echt hoog water. De dubbele balken zitten er in. Deze zijn ingevet met rundervet en daarna volgestort met paardenmest. Ook is er veel kwelwater in de Nagtegaallaan, Zwaluwstraat en in de Latensteinserondweg.
Tijdens mijn werk als postbode moet ik met mijn fiets er middendoor heen.
Het is niet dieper dan een paar centimeter, en het loopt gelijk de riolering in.
Als ik onder langs de dijk van de Nagtegaallaan naar de Zwaluwstraat fiets, realiseer ik mij dat achter die metershoge dijk een muur van water is. Ik weet ook dat daar in de bocht een zwakke plek zit. Uit de lap grond, wat aan de kant van de dijk ligt in en voorbij de bocht, is heel veel kwelwater. Ik heb het idee dat in de bodem een oude rivierloop van vroeger ligt. In de Lijsterstraat en Gruttostraat zijn mensen bezig de ondergelopen kelders leeg te pompen.
Het woonwagenkamp op Latenstein was al onbewoond. De bewoners waren al vertrokken naar veiliger oorden. Een hazewindhond loopt er nog wat verlaten rond.
Was het water van de Maas niet direct levensbedreigend, met het water van de Waal is dat wel wat aanzienlijker. Wat is die rivier dan een dreigend gevaar. Het water sopt aan alle kanten door de sponsnatte dijken. Je moet er maar niet aan denken als er een dijk doorbreekt, wat er dan gebeurd. Wat een enorme lading water er dan over het land heen stroomt. Daarna zal het natuurlijk wel behoorlijk uitvloeien. Maar in eerste instantie heb je, denk ik, wel zo’ n 2 meter water.
Dinsdag’ s 31 januari is het zeer kritiek. De bewoners van de Ooypolder bij Nijmegen en van het land van Maas en Waal moeten evacueren. Dit is een gegeven dat zoiets voor ons ook wel in het verschiet zou liggen.
Tijdens het werk op het postkantoor wordt er veel over gepraat. De stemming is over het algemeen bedrukt.
s’ Middags om 14.00 uur ben ik al klaar met mijn werk. Dat is vroeger dan normaal. Ik ben direct naar huis gegaan. Samen met mijn vrouw Betsy brengen we het een en ander naar boven. Zondags had ik al waardevolle spullen naar boven gebracht, zoals fotoalbums en smalfilms. Intussen hebben we ook Dirk gewaarschuwd. Dirk woont in de Anton Coolenstraat 2 in een etagewoning op de begane grond. Met onze fietskar heeft hij zijn apparatuur en dergelijke bij ons gebracht.
Betsy had s’ morgens bij mevrouw Scholtus in de Hilversumstraat 7 ook al heel wat naar boven gebracht.
Het telefoonverkeer functioneert steeds slechter. Om 16.15 uur wordt via de media bekend gemaakt dat we de volgende dag vrijwillig moeten vertrekken. De dag daarna zou het worden verplicht.
Ik heb toen geprobeerd het postkantoor te bellen, maar dat lukte niet. Onze dochter Mirjam heeft het toen geprobeerd vanuit Zeist. Of ik direct op het kantoor wilde komen helpen de zaak te ontruimen. Mijn kantoor van de antwoordnummers heb ik helemaal klaar gemaakt. De strips van de kasten, de formulieren er uit gehaald. De weegschalen weg. Alles in plasticzakken gedaan en in ijzeren containers gezet. Klaar voor verzending richting Utrecht.
Daarna met nog een paar collega’s en enkele mensen van de gemeente folders rond gebracht op de Rauwenhof. Het is wel een rare gewaarwording. Je ziet iedereen zijn huisraad in veiligheid brengen. Sommigen hebben een grote verhuiswagen voor de deur staan. De hele huisraad gaat er in. Anderen sjouwen alles naar boven. In een bejaardenwoning zie ik een bejaarde mevrouw in een nog geheel ingericht kamer aan tafel zitten. Wel met een zorgelijk gezicht. Ze zal later wel zijn opgehaald. Toch zit het beeld nog lang op mijn netvlies van mijn ogen. Tegen tien uur s’ avonds gooi ik de laatste folder in de Bulkesteinlaan in de bus. Ik ben dan ook ontzettend moe en helemaal leeg gezweet. Met ons vieren, Peter Kauwenberg, twee ambtenaren van de gemeente en ik, hebben we dan ruim 1500 folders weg gebracht.
Betsy, mijn vrouw, is s’ middags schijnbaar toch nog niet van de ernst van de zaak doordrongen. Als ze even naar de stad gaat om een pot Bambukoffie te halen, krijgt ze de schrik van haar leven. Ze ziet dat alle winkels al bijna zijn leeg gehaald. Ze kan nog net een pot Bambukoffie bemachtigen. Ze is door het gebeuren behoorlijk van streek. Met tranen in haar ogen komt ze even later thuis.
Als ik s’ avonds van het folders lopen om tien uur thuis kom, hoor ik dat onze John ook nog was geweest. Hij had alle apparatuur afgesloten, en samen met Dirk en Matthijs naar boven gesjouwd. Verder hadden ze ook nog wat kasten en het bankstel omhoog gezet in de kamer. Want dat kon niet door het trapgat omhoog.
Ik had het plan opgevat om, met ons allen, dezelfde avond nog de stad uit te kunnen. Maar door het folders lopen en het extra werk op het postkantoor lukte dat niet. We hebben als ouders heel veel steun gehad aan John en Alie, Dirk, en Matthijs.
We moeten dus nog een nacht thuisblijven. Dit tot grote ongerustheid van onze beide dochters en schoonzoon. Immers, de weersvooruitzichten voor de komende nacht zijn bijzonder slecht.
Peilschaal aan de Ophemertsedijk in Tiel.
EEN HEEL BANGE NACHT.
Om goed 12.00 uur s’ nachts zijn we naar bed gegaan. Ik ben bekaf van een dag van 18 uur onafgebroken hard werken, sjouwen, beuren en heel veel spanning. Mijn heupen, knieën en hak doen zeer. Deels door de 200% energie die ik die dag heb verbruikt, en deels door de slijtage van mijn werk als postbode door de jaren heen.
Als ik in bed lig kan ik de slaap niet vatten. Dat komt niet vanwege de grote vermoeidheid die bij mij aanwezig is, maar ook voor de grote zorg. Steeds weer ben ik overdag geconfronteerd met de berichten via de uitstekend fungerende, voor die dag met recht rampenzender genoemde, Omroep Gelderland. En verder de journaals op de t.v.
Er gaan geruchten dat de Waaldijk aan de kant van het land van Maas en Waal zou worden doorgestoken. Dit om de druk op de dijk ten noorden van de Waal wat te verminderen. Dat betekend wel dat het land van Maas en Waal vol zal lopen als een badkuip. Gelukkig is dat niet gebeurd. Het blijken alleen maar geruchten te zijn. Maar al met al geeft dat best een behoorlijk stuk spanning gegeven.
En als je dan weet dat er in die nacht een harde Zuidwester storm is, die met alle kracht op de dijken zal beuken. En dat er met man en macht die nacht, die o zo donker is, aan de dijk bij Varik en Heesselt gewerkt wordt, ja gestreden wordt. Ja, dan kan het bang worden binnenin je. Want je weet, als de dijk daar breekt dan komt er in Gorcum een paar meter water te staan. En krijgt de omgeving van Tiel er mogelijk ook wat van mee.
Postbode Jan van de Berg in Ophemert op de dijk.
Je kunt dan maar één ding doen. In stilheid rust vinden bij God. Hem je nood voorleggen, en vragen om kracht en behoud voor de dijk en de dijkwerkers. Het zal niet alleen bij mij, maar bij velen zo zijn geweest die nacht.
Is dit nu wat in Psalm 93 staat?
‘Stromen verheffen, o Here, stromen verheffen hun stem, stromen verheffen hun bruisen.’
Zo’n angstige en kritieke situatie is het deze nacht. Maar je weet dat er meer in die psalm staat. Het gaat niet alleen om die kolkende watermassa die wel losgeslagen lijkt. Er staat ook: ‘boven de stemmen van vele wateren, van de geweldige baren der zee, is de Here geweldig in de hoge. Hij is de Koning. Hij heeft Zich bekleed met Majesteit. Met kracht heeft Hij Zich omgord. Vast staat nu de wereld zij wankelt niet. Zijn troon staat vast van oudsher:’
Dat is nu de boodschap van psalm 93. God troont boven alle natuurrampen. Hij houdt de rivieren in Zijn greep. Maar Hij laat zo ook Zijn stem horen. ‘Volk van Nederland, jullie laten Mij wel los, maar Ik laat jullie niet los.’
Het is goed om bij Hem te schuilen, ook in doodsgevaar. Wie bij Hem schuilt wordt wel bewaard. Op deze wijze komt er rust in je.
Toch ben ik nog vaak wakker die nacht. Ik hoor de zuidwesterstorm om het huis gieren. Sterke rukwinden grijpen aan alle kanten om het huis zodat het kraakt in al z’ n voegen.
Je denkt aan die mannen die in het duister van de nacht een verbeten strijd voeren om het behoud van de dijk bij Heesselt. Het is goed om hen voor Gods aangezicht te brengen.
Psalm 93.
De Here is Koning.
Met majesteit heeft Hij Zich bekleed;
de Here heeft Zich bekleed, Hij heeft Zich met kracht omgord.
Vast staat nu de wereld, zij wankelt niet.
Uw troon staat vast van oudsher,
van eeuwigheid zijt Gij.
Stromen verheffen, o Here,
stromen verheffen hun stem,
stromen verheffen hun bruisen;
boven de stemmen van vele wateren,
van de geweldige baren der zee,
is de Here geweldig in den hoge.
Uw getuigenissen zijn zeer betrouwbaar, de heiligheid is uw huis tot sieraad, o Here, tot in lengte van dagen.
DE EVACUATIE.
We zijn de volgende morgen al vroeg uit de veren. Het eerste wat ik doe is de gordijnen open schuiven, en naar buiten kijken of er geen water staat. Gelukkig is alles nog droog.
Nadat we nog wat hebben gerommeld, en Dirk inmiddels ook is gearriveerd, gaan we naar de Waal kijken. Ik film de coupure. Het water staat ontzettend hoog. De dijk is zo zacht als boter. Ik ben niet de enige die aan het filmen is. Er lopen meer mensen rond met een camera. Maar die zijn van binnenlandse en buitenlandse t.v. stations. Ze lachen wat meewarig naar mij als ik daar sta met mijn 8 mm smalfilm camera. Heel ouderwets natuurlijk.
Van daar gaan we naar het gemeentehuis om ons af te melden. Daar krijgen we te horen dat we zoiets moesten doen als we op de plaats van bestemming zijn. Wel moeten we het elektra, gas en water afsluiten. Dit als het water komt er kortsluiting kan ontstaan, met brand als gevolg in dat gedeelte van het huis wat nog droog zou blijven. En dat wordt dan niet vergoed.
We gaan vandaar nog even kijken bij John, Alie en de kleine Bart. Maar daar was alles al geregeld. Die hadden alles al naar boven gebracht. John had zelfs de vloerbedekking er uit gehaald.
De kleine Bart ligt op de bank. Hij heeft grote pret. Hij kraait het uit. Hij moest eens weten. Amper drie maanden oud, en dan al met zijn ouders op de vlucht voor het water.
Van daar gaan we weer naar huis. De vogels uit de volière worden door Dirk naar de zolder gebracht. Ook de dwerg papegaaien van Dirk, Matthijs en ons. We voorzien ze goed van water en voer. Die houden het wel een poosje uit. De fietsen hebben we naast ons bed gezet. Daarna alle voorzieningen uitgeschakeld.
We zijn door Bert Wubs, een broer van Alie, naar de trein gebracht.
Op het station is het een drukte van belang. De treinreis naar Utrecht is gratis. Dat is een mooi gebaar van de Nederlandse spoorwegen. Van Utrecht naar Driebergen – Zeist moeten we wel betalen.
Bij een afvalverwerkingsbedrijf in Geldermalsen staan een hele rij tractoren op een hoge heuvel.
We zien ontzettend lange files onderweg in de buurt van Culemborg. De Lek bij Culemborg staat ontzettend hoog. Ik ben blij dat we over de spoorbrug gaan richting Houten.
Als we in Driebergen aankomen worden we met een ander fenomeen geconfronteerd. Namelijk een busstaking. Dus gaan we maar met de taxie naar Zeist. Daar worden we met open armen ontvangen door Mirjam onze dochter en Marieke Foppen.
Als we ons hebben geïnstalleerd horen we dat John, Alie en de kleine Bart veilig in Stadskanaal zijn aangekomen. De hele familie is nu in veiligheid.
ALAMERENDE BERICHTEN UIT DE BETUWE.
Het is nu maar afwachten hoe de situatie zich in het rivierengebied zich verder zal ontwikkelen. Zal er een dijk worden doorgestoken? Zal het land van Maas en Waal worden blank gezet? Deze berichten circuleren hardnekkig.
Terwijl we met die gedachten bezig zijn, komen er onheilspellende berichten uit het Betuwse dorpje Ochten, ten oosten van Tiel. Daar staat de dijk over een lengte van 800 meter op springen. De bevolking uit Ochten, Kesteren, Lienden, Echteld, IJzendoorn, Ingen, Ommeren en Maurik moeten hals over kop evacueren. Dat betekend dat er in totaal een kwart miljoen mensen op de vlucht zijn voor het water. De schrik slaat mij om het hart bij het horen van dit bericht. O, als die dijk breekt, dan breekt er een enorme watermassa zich een baan naar de Rijn zodat die nog hoger wordt dan hij al is. De plaatsen Wageningen, Rhenen, Elst, Amerongen, Leersum, Doorn, Langbroek krijgen echt hoog water, of in ieder geval natte voeten.
Gelukkig blijkt de dijk het toch te houden, dankzij veel mankracht.
We blijven uiteraard het nieuws op de voet volgen. Betsy heeft een aantal videobanden gekocht, zodat we zoveel mogelijk kunnen opnemen. Mirjam en Marieke hebben nog nooit zoveel journaals gezien als op dit moment.
De dagen dat we in Zeist zijn vermaken we ons uitstekend. We hebben het goed en gezellig bij Mirjam en Marieke. De beide meiden doen behoorlijk hun best om het ons naar de zin te maken. Maar hoe goed we het er ook hebben, toch is er nog een behoorlijk stuk spanning bij ons aanwezig. Het is gek, maar tijdens het hele proces heb je af en toe de neiging om te gaan huilen. Een Tielenaar, van in de zestig, heeft mij later wel eens verteld: ‘Toen ik bezig was mijn boeltje naar de zolder te ruimen, zat ik soms in mijn eentje boven eventjes te grienen.’
In Zeist en omgeving zijn nogal wat Tielenaars neergestreken. Wij komen er verschillende tegen.
Dirk en Matthijs gaan naar twee dagen door naar Tolbert. Daar woont onze oudste dochter Jacquelien met haar man Sjoerd en twee kinderen Jaap en Bettie. Die kunnen dus daar hun verhaal kwijt.
Zondagsmorgens ga ik in Zeist naar de gereformeerde kerk ( vrijgemaakt). De openingspsalm is psalm 46:1,3,4. Ook in deze psalm gaat het over water. Weer komen inwendig de emoties naar boven. Hoewel deze psalm is geschreven ver voor onze jaartelling, en de berijming in de zestiende eeuw is gemaakt, lijkt het of het voor mijzelf is voor dat moment is geschreven. De geschiedenis die deze psalm weergeeft is heel anders dan psalm 93. Toch is er één ding gelijk. God is Koning.
DE TERUGKEER.
De zaterdag voor de zondag was al bekend gemaakt dat we weer naar huis konden. Deze bekendmaking was geschied door minister Dijkstal.
(Waarom dit niet is gedaan door de Commissaris van de Koningin dhr. J. Terlouw is mij nog steeds een raadsel. Dhr J. Terlouw heeft zich in deze watersnoodcrisis steeds een uitnemend leider getoond. Naar mijn gevoel was het beter geweest als hij de eer had gekregen. Partijpolitiek? Ik weet het niet.)
Wij besluiten om maandagmorgen maar naar Tiel terug te keren. Dirk en Matthijs moeten namelijk helemaal uit Groningen komen. En al zou je op zondag gaan, je had dan niets in huis. De winkels voor zover bevoorraad, waren dan toch niet open.
s’ Maandagsmorgens, nadat we door Mirjam zijn uitgezwaaid, komen we om even voor 10 uur aan op het station in Tiel.
Als we een eindje hebben gelopen komt Ronald Schoots een collega van mij met zijn auto ons achterop. Snel wordt de bagage er ingeladen. Ik er bij in. De rest moest lopen. Ronald verteld mij dat ik zo gauw mogelijk naar het postkantoor moet gaan. Mijn hulp is daar hard nodig. De post was immers een week lang niet bezorgd?
Als ik thuis ben hijs ik de Nederlandse driekleur in top. Verder sluit ik het gas, water en elektra weer aan. Inmiddels komen de anderen ook thuis. Betsy gaat direct naar de firma Edskes voor parketzeil. Dirk brengt met de fietskar zijn spulletjes weer naar zijn woninkje terug. Matthijs gaat weer naar de supermarkt in Kapel – Avezaath. En ik ga om 11.00 uur naar het postkantoor. Daar wacht mij heel veel werk. Om 19. 00 uur ben ik weer thuis. s’ Avonds de vloerbedekking uit de kamer gehaald. De volgende avond de vloer helemaal vlak gemaakt. Daarbij vond ik nog een peuk van een sigaret die er zo’ n 18 a 19 jaar geleden, tijdens het storten van de vloer er in was gekomen.
Betsy, Dirk en Matthijs hebben s’ avonds alle afval uit de diepvriezers en koelkast aan straat gezet. Alleen al uit de vriezers kwamen al 24 vuilniszakken vol.
Op woensdag 8 februari kunnen we zeggen dat we er weer netjes bij zitten. We hebben wel een bewogen week achter de rug. Het is aan de ene kant wel goed dat je het hebt mee gemaakt. Het tekent wel de broosheid en de vergankelijkheid van het leven. Maar aan de andere kant zeg je: zoiets liever niet weer.
Tiel. Februari 1995 Herschreven 05 – 06 2006. Egbert. A. van de Haar.
Ons Gelderland.
Waar de beuken brede kronen, ons heur koele schaduw biên.
Waar de groene dennebossen, paarse heidevelden zien;
Waar de blonde roggeakker, en het beekje ons bekoort.
Daar is onze Vale ouwe, kostelijk deel van Gelre ’s oord.
Daar is onze Vale ouwe, kostelijk deel van Gelre ’s oord
Waarbij zomerzon de boomgaard, kleurig ooft de wand ‘laar toont.
En de vruchtbre korenakker, stagen arbeid rijk’ lijk loont.
Waar het aorige rivierke, rustig stroomt langs groene boord.
Daar is onze rijke Betuw, kostlijk deel van Gelre ’s oord.
Daar is onze rijke Betuw, kostlijk deel van Gelre ’s oord.
Waar kastelen statig rijzen, rond door park en bos omringt.
Waar ‘t vog’lenkoor zijn lied’ ren, in het dichte lover zingt.
Waar het lieflijk schoon van ’t landschap,t’ oog des schilders steeds bekoord.
Daar is onze olde Graafschap, kostlijk deel van Gelre ’s oord.
Daar is onze olde Graafschap, kostlijk deel van Gelre ’s oord.
C.J.C. Geerlings.
Kijk en luister voor het Gelders Volkslied ook op http://www.youtube.com/watch?v=sXxM8BhFB6c