Plattegrond Achterhoek.
Zie ook: http://www.achterhoek.nl/
en http://www.plaatsengids.nl/achterhoek
Heel veel natuur van de Achterhoek op: http://www.vanderlugtstichting.nl/
Deze pagina is gestart op 19 - 11 - 2015 en is dus nog vrij nieuw.
Al geplaatst Aalten, Baak, Borculo, Bredevoort, Bronkhorst, Dinxperlo, Doesburg, Doetinchem, Drempt, Eibergen, Groenlo,Hengelo Gld. Hummelo en hoog en laag Keppel, Lichtenvoorde met Harreveld en Lievelde , Neede, Ruurlo, Steenderen, Varsseveld, Vorden, Vragender, Warnsveld, Zieuwent, Zelhem, Zutphen.
De Historische Kring Glanerbrug wil graag weten of iemand ooit wel eens heeft gehoord van de Eekmaatdwarsweg. En waar was deze? Mail mij of schrijf een berichtje op deze site.
Nu al 35 afbeeldingen.
Klik op onderstaande link om het boekje te lezen. Met de linkermuisknop kunt u rechts verder bladeren.
Een schitterend idyllisch tafereel in de Achterhoek.
Het verhaal van burgemeester Verbeek | 24 april 2017 - YouTube
Campings Dinxpelo
https://www.demebel.nl/
Aalten.
Webcam Aalten. http://webcam.prvgld.nl/n318.html
Luchtfoto Oud Aalten.
De naam Aalten komt waarschijnlijk door het watertje de Aa. Dat betekent ‘stromend water.’ Het komt oorspronkelijk van het Oer Germaanse *ahwō- ‘wat water betekend. Hier stond vroeger de Ahof. Dat was een zeer oude boerderij. Aalten is ontstaan aan de Zuid – Westflank van het Oost Nederlands Plateau. Dit Plateau is een hooggelegen gebied ligt oostelijk van de lijn Delden , Eibergen, Aalten naar Bocholt. Door dit schitterende gebied slingeren prachtige beken als de Schipbeek, de Groenlose en Boven Slinge en de Berkel.
Textiel in Aalten.
In Aalten was in 1832 al een de blekerij van de firma P. Driessen. deze werd draaiende gehouden via een stoomketel.
Stoom was in die tijd een toverwoord. In 1848 werd de eerste stoommachine in Gelderland door de firma H. Driessen op de Harberskamp in gebruik genomen.
Herman Driessen, mede firmant van de gebroeders Driessen, besloot een eigen bedrijf te beginnen aan ‘Het Blik’ aan de Hofstraat. Het was, voor die tijd, een moderne stoomweverij met ruim 30 weefgetouwen.
Maar het hield niet op. In 1870 startte de firma B. D. G. Muller een stoomblekerij. Daaraan werd enige jaren later een ververij en drukkerij aan toegevoegd.
Het dorp Aalten had in 1839 1930 inwoners. Er waren twee katoenspinnerijen, Bombazijnfabrieken, een fabriek voor gestreepte doeken, steen en pannenfabrieken, een oliemolen en pelmolen. Een aantal looierijen. Branderijen en brouwerijen. Ook was er in die tijd een bijenteelt en wat landbouw. In 1826 waren er 218 bombazijnwevers werkzaam in Aalten. In 18 34 waren er dat 630. Het spinnen is dan geconcentreerd in de fabriek van de Gebroeders Driesen. Daar werkten in 1827 meer dan 20 spinners.
In 1863 kreeg Aalten een gasfabriek.
Aalten werd een welvarend dorp genoemd.
Aalten behoorde vroeger tot het Drostambt van Bredevoort. Het lag aan een handelsweg naar Duitsland wat veel drukte gaf op deze weg van karren etc.
Tussen Aalten en Bredevoort werd in 1844 een Grindweg aangelegd. Dinxperlo telde bijna 36o0 gulden neer voor een lening voor aanleg van de weg van Aalten via Dinxperlo naar Terborg.
De Nederlandse Hervormde kerk in Aalten is geweid aan Sint Helena. Zij werd ook wel Flavia Julia of Helena van Constantinopel genoemd. Zij leefde van ca 248 tot ca 329. Zij was de moeder van Constantijn, de eerste christelijke keizer. De kerk in Aalten is gebouwd ca 1152. De kerk bevat tal van muurschilderingen uit de 15e en 16e eeuw. De kerk wordt nog elke zondag gebruikt. De diensten vangen aan om 9.30 uur. Website: http://www.kerkvenster.nl/
De kerk is te bezichtigen vanaf juni op de woensdagen om 13.30 tot 16.30 uur. En op de donderdagen van 10.30 uur tot 16.30 uur.
De Gereformeerde Oosterkerk in Aalten is gebouwd in 1913. Eerder stond op deze plaats ook al een kerk van die naam. Maar die was te klein geworden.
De naam Oosterkerk was genomen omdat er ook al een Westerkerk was in Aalten. In de Oosterkerk zit ook een gedenkraam dat geschonken is op initiatief van de Gereformeerde kerk van Kralingen - Rotterdam. Aalten heeft veel gedaan in het ondergronds verzet tegen de Duitse overheersers. Het raam is vervaardigd door H. Lamoen naar een ontwerp van Marius Richters.
De Westerkerk is van iets oudere datum. Namelijk in 1891, en is een gemeentelijk monument. Deze kerk is thans in gebruik door de Euregio Christengemeente Aalten – Bocholt.
De R. K. kerk Sint Helenakerk.
De eveneens zich noemende Sint Helenakerk staat aan de Dijkstraat no 11 in Aalten. Deze kerk is gebouwd nadat in 1945 de oorspronkelijke kerk uit 1895 zwaar was beschadigd vanwege oorlogshandelingen. De huidige kerk is gebouwd naar een ontwerp van de architect Jan van Dongen.
Chr. Gereformeerde kerk Aalten.
http://www.cgkaalten.nl/
Natuur omgeving Aalten.
Walfort.
Walfort is een schitterend middeleeuws landgoed van circa 54 hectare groot. Het is een zeer gevarieerd gebied dat bestaat uit naaldbos, loofbos grasland , lanen , graslanden, en houtwallen etc.
Veel voorkomende planten zoals gagel, ganzerik en vossenbes komen hier voor. De fauna bestaat uit tal van soorten. De Havezate het Walfort ligt tussen Bredevoort en Aalten aan de Boven – Slinge. De oorspronkelijke naam moet Waldenvoort zijn geweest. Het bezat een veemrecht, ook wel veemgericht genoemd. Dat was een soort rechtbank die ook doodvonnissen kon opleggen. Berucht in dezen was Berend de Ducker. De oudste vermelding dateert uit 1402.
Loohuis.
Loohuis is een betrekkelijk klein natuurgebied van 21 hectare groot dat ligt ten oosten van Aalten. Het is een zeer aantrekkelijk gebied met een dichtbegroeide heideplas. Hoewel het 1 kilometer ten zuid – oosten van Aalten ligt behoort sinds 2005 bij het Nationaal Landschap Winterswijk. Er komen onder andere veel vogelsoorten voor.
Landgoed Eppink.
Het kleine maar o zo fraaie landgoed Eppink is een bezoekje meer dan waard. Het is maar 8 hectare groot. Het bestaat uit bos, weiland dat grenst aan hooggelegen bouwlanden. In het aangrenzende bos staan eeuwenoude eiken en beuken.
Om een beeld te krijgen bekijkt u het bijgaande filmpje.
https://www.youtube.com/watch?v=MN2lVGYRqwU
https://www.natuurmonumenten.nl/loohuis
Musea in Aalten.
http://www.aaltensemusea.nl/onderduikmuseum
http://www.adwhistorie.nl/links.html
Buurtschap ’t Klooster.
Dit helaas verdwenen klooster Schaer behoorde tot de Moderne Devotie. De Moderne Devotie was een voorloper van de Reformatie. De buurtschap van die naam ligt nabij Aalten. In heeft hier een klooster gestaan, met mogelijk de naam Nazareth. Maar het werd ook wel klooster Schaer genoemd. Het klooster bestaat niet meer. In de omgeving ligt de Kloosterschans. Dat behoorde bij de talrijke landweren.
Er staat ook een bronzen beeld van een kanunnik van de orde van Sint – Augustinus van de Eibergse kunstenaar Jan te Kulve.
Links.
Film over Aalten 1958.
Baak.
Huize Baak.
Graafschap - bode 13 - 08 - 1892.
Baak ligt in een fraaie landelijke omgeving in de Achterhoek. Het heeft momenteel circa 600 inwoners en behoort tot de gemeente Bronckhorst. Maar inclusief het buitengebied ligt dat aantal op 1200.. In 1840 schreef Dr. A. J. van der Aa in zijn Aardrijkskundig Woordenboek dat het dorp Baak 800 inwoners had. Deze inwoners vonden toen vrijwel allemaal hun bestaan in de landbouw.
De naam Baak betekend mogelijk beek. De Germaanse naam baki betekend beek. Mogelijk dat ook de naam Bertholdus de Baco hiermee verband houd. Mogelijk dat het geslacht Baco afstamt van het Westfaalse riddergeslacht van Heyden. Zie hiervoor op: http://www.cervantes.nu/LetterstoElizabeth/199807080JHLH.html
Feit is wel dat Baak al heel oud is, gezien de urnen uit de 10de eeuw die er zijn gevonden. Dat duid erop dat er al reeds vroeg in onze vaderlandse geschiedenis bewoning was in Baak en omgeving.
Sint – Martinuskerk te Baak.
De Rooms Katholieke kerk in Baak is ontstaan doordat de adel Rooms Katholiek was gebleven. Bij meerdere plaatsen in de Achterhoek is dat het geval.
De Sint-Martinuskerk in de jaren 1890 – 1891. Ontwerper was Alfred Tepe. Dit kon door schenkingen van Ernestus Georgius van de familie Middachten.
St.-Nicolaaskapel
Dit is al reeds lang een ruïne aan de Hofstraat no 4. Het bestaat thans nog uit twee geledingen en een gedeelte van de klokkenverdieping. Deze kapel werd in 1362 gewijd. Sinds 1776 is het een ruïne.
1725 was er een windhoos te Baak.
Het Huis Baak.
Het Huis Baak is voor het eerst genoemd in circa 1294.Het is dan in het bezit van de Gelderse Graven. Momenteel is het in eigendom van een grote internationale christelijke organisatie.
Het Huis te Baak werd ook wel het Huis te Baeke genoemd. Het was een Havezate. Het had ook een leenkamer.
Het is in de jaren 1732 en volgende afgebroken door Gerard Willem Joseph van der Heyden, Heer van Meinerswijk, Meijerink en Baak afgebroken , en op de oude muren een nieuw huis gebouwd.
In 1738/39 was het gereed, en voorzien van een flink boerenhuis.
Baakse beek.
De Baakse beek heeft vroeger voor veel overlast gezorgd. Het is een beek die loopt van het Korenburgerveen bij Winterswijk via Ruurlo en Vorden naar de IJssel. In het verleden zorgde de beek vaak voor overstromingen in de Achterhoek. In 1919 werd het Waterschap Baakse Beek ingesteld. Deze had tot taak om de waterstand te reguleren. Tussen 1929 en 1940 zijn er verschillende werkzaamheden verricht waardoor de waterhuishouding beter is geregeld. Daardoor kon het overtollige water sneller worden afgevoerd. In de 21e eeuw werden er plannen ontwikkeld om de beek weer aantrekkelijker te maken voor het toerisme ,natuur en historie. De Baakse beek loopt evenwijdig met de Veengoot van Lichtenvoorde naar de IJssel nabij Zutphen.
Tram.
Er liep vroeger een tram van Deventer, Zutphen via Baak naar s ' Heerenbergh, Emmerik. De lijn werd geëxporteerd door het Staatsspoor. De lengte van deze lijn was circa 55 kilometer.
.
Graafschap - bode 07 - 12 - 1889.
Bijzondere links:
http://www.plaatsengids.nl/baak
-----------------------------------------------------------
Borculo.
Borculo, fraai dorpsgezicht.
Borculo blijkt helemaal niet zo oud te zijn. Maar ja, wat is oud? In de 12e eeuw wordt Borculo genoemd.
Toch is er al lang voor het ontstaan van Borculo bewoning geconstateerd. Op het Hesselink es bij Borculo moet een vuurstenen dolk van 13 cm lengte zijn gevonden. Op dit terrein zijn meer sporen van aanwezigheid van de mens gevonden uit de midden ijzertijd. De plattegrond van een huis dat is gevonden is niet maatgevend voor een permanente bewoning. Deze dateert uit de periode van plm. 100 tot 200 na Christus.
Ook bij het Hambroek zijn sporen van aanwezigheid van de mens gevonden.
Het Hambroek is nu een klein natuurgebied met veel ruimte voor sportief genieten voor groot en klein. http://hambroekplas.nl/
Het geslacht heren van Borculo is algemeen bekend. De oudste vermelding daarvan dateren uit de twaalfde eeuw. Hun oorspronkelijk bezit van de heerlijkheid Borculo bevatte het kasteel en de directe omgeving. In 1405 blijkt dat ze het in leen hebben van de bisschop van Munster.
Tegen het eind van het jaar 1348 kwam Johannes van Arkel, bisschop van Utrecht, met zijn leger naar Borculo. Hij kwam zich wreken op Gijsbrecht van Bronkhorst. Deze had kort daarvoor hetzelfde gedaan met Goor.
De Tielse kroniek weet op blz. 126 te melden dat op ± 3 mei, 1376 de heer van Borculo met Hendrik van Homoet en velen van de Bronkhorster partij bij Oosterbeek door de burgers van Wageningen en hun bondgenoten gevangen zijn genomen.
Bernhard von Galen.
De bisschop van Munster, Christoph Bernhard von Galen, * 12 – 10 - 1606 – † 19 – 09 - 1678, ook wel Bommen Berend genoemd had nogal wat tegen de Nederlanden. Borculo was namelijk een leen van Munster. Kerkelijke en wereldlijke belangen vielen in die tijd samen. Kerk en Staat waren toen nog één. Nu was bij het overlijden van Joost van Bronckhorst heer van Borculo de opvolging in de mannelijke lijn uitgestorven. Omdat de bisschop er van uitging dat de opvolging in de vrouwelijke lijn niet kon, zou het volgens hem moeten terug vallen aan het bisdom Munster.
Het geslacht Bronkhorst was het hiermee helemaal niet eens. Zij werden hierin gesteund door het geslacht Van Limburg – Stirum, waartoe het geslacht Bronkhorst behoorde. Het werd een hele lange rij van processen. Overal kreeg Bernhard van Galen nul op rekest. Bovendien moest hij heel veel geld betalen aan proceskosten. En dat was echt heel veel.
Bernard van Galen was terug bij af. Toch kreeg hij onverwachts hulp. Dat land beloofde Bernard dat zij alle onkosten zouden betalen voor een inval in de Republiek der verenigde Nederlanden. Met 20.000 voetvolk en 10.000 ruiters viel hij op 22 september 1665ons land binnen. Die inval verliep nogal vlot. Bernard nam niet alleen Borculo in, maar ook meerdere plaatsen in de Achterhoek en Twente. Het Nederland van toen was aan de westzijde wel goed beschermd tegen invallen, maar de oostkant van ons land liet nogal te wensen over.
Toch liep het voor de bisschop af op een nederlaag. De koning van Frankrijk besloot de Nederlanden te helpen, en stuurde troepen naar ons land.
Bernard besloot toen maar om de vrede te sluiten. Dat werd geaccepteerd. Bovendien werden hem de proceskosten van meer dan een miljoen kwijtgescholden.
Of Borculo in die tijd al aan de rivier de Berkel lag is vrijwel onzeker. De rivier liep vroeger veel noordelijker.
Het kasteel lag vroeger op een zogenaamd drielandenpunt. Namelijk kwamen hier vlakbij de kerspels Eibergen, Geesteren en Groenlo samen. Deze vielen onder het bisdom Munster.
Borculo wordt als nederzetting genoemd in 1337. In dat jaar stichten de Heer en Vrouwe van Borculo bij het kasteel een kapel.
De nederzetting bij het kasteel kreeg in 1375 stadsrechten.
Meer op: http://www.heerlijkheidborculo.nl/geschiedenis/kerkgeschiedenis/
De gemeente Borculo met het gehucht Heuven ( vermoedelijk Heure) had in circa 1850 ruim 4150 inwoners.
Kerken in Borculo.
De Nederlands Hervormde kerk Borculo.
De Nederlands Hervormde kerk is circa 1500 gebouwd. De kerk werd gewijd aan Sint Gregorius. Bij de brand van 1590 werd de toren ernstig beschadigd. In 1616 werd na de invoering van de Reformatie de naam veranderd in de Joriskerk.
De Rooms Katholieke kerk
Deze kerk telde circa 1850 ruim 170 leden. Deze hielden hun bijeenkomsten in het gehucht Rietelaar. Daar bouwden zij in 1845 een kerkje plus een pastorie.
De Cycloonramp.
Borculo is bekend door de ramp die het dorp trof.
Zie voor een film daarover op: https://www.youtube.com/watch?v=8sSbqaQ2hlE
De hulpverlening kwam al gauw op gang na de ramp van Borculo. Er werd gratis brood verstrekt.
Op 10 augustus 1925 werd Borculo getroffen door een vreselijke storm. Deze storm, ook wel de cycloon van Borculo genoemd, trok vanuit het zuid - westen naar het noord – oosten over ons land. Verschillende dorpen en buurtschappen werden min of meer ernstig beschadigd. Borculo echter het meest. Ooggetuigen maakten melding van een tornado. Men vermoedt dat het inderdaad een tornado was met een diameter van circa 2 kilometer. Circa 750 woningen liepen schade op.240 waren zo ernstig beschadigd dat moesten worden afgebroken. Gelukkig kwam er veel steun uit het gehele land.
Drie mensen overleefden helaas de ramp niet.
Kijk voor de film op: https://www.youtube.com/watch?v=8sSbqaQ2hlE
In Borculo bevindt zich thans het stormrampmuseum. http://www.brandweermuseumborculo.nl/museum.php
Uit de oude pers.
De Telegraaf van 14 – 09 – 1926 bericht dat in de Israëlische kerk te Borculo een marmeren gedenkplaat is aangebracht met een in de Hebreeuwsche taal gestelde inscriptie, welke vermeldt, dat bij den cycloon, welke nagenoeg alle gebouwen teisterde, het kerkgebouw gespaard bleef. – Zutph. Crt.
Natuur Borculo.
Beekvliet is een typisch Achterhoeks landgoed van circa 400 ha groot. Staatbosbeheer heeft daarvan het zuidelijke deel in bezit. Dit gebied van 147 ha is vrij toegankelijk. Het midden en noordelijke gedeelte zijn particulier bezit. Dit is gedeeltelijk toegankelijk voor het publiek.
Het landgoed deels uit landbouwgronden, afgewisseld met loof en naaldbossen, mooie lanen en houtwallen. Het loofbos is in 1840 aangeplant. In het naaldbos dat vooral bestaat uit Douglas hout zijn open plekken gemaakt zodat zich hier kruidenplanten, struiken kunnen ontwikkelen. Douglas is een naaldhoutsoort die voorkomt uit het Noord – Westen van Europa. Maar van oorsprong komt deze uit ten westen van Noord-Amerika.
Op het afgestorven hout, wat men laat liggen, groeien veel paddenstoelen, en bevinden zich onder de dode bast veel insecten. Dit komt dan weer ten goede aan de kleine zoogdieren en vogels.
Aan de oostzijde stroomt het riviertje ‘de Slinge.’
http://www.beekvliet.nl/index_bestanden/beekvlietinfo.htm
Het Galgenveld, circa 8 ha, is een zeer geschikt gebied voor recreatie.
In de omgeving van Borculo bevinden zich nog talrijke oude boeren hoeve’ s.
Het stormrampmuseum staat aan het begin van de Hofstraat. In dit pand bevindt zich ook nog het poortje van het kasteel uit de 12e eeuw.
De Lebbenbrugge.
Dit is een museumboerderij. Hier is te zien hoe men vroeger leefde op de boerderij. En wat men deed om in de dagelijkse behoeften te voorzien. Hoe bakte men het brood, en hoe bediende men een weefgetouw.
Nu is het dus een museum op agrarisch gebied. Maar vroeger had het ook nog een andere belangrijke taak in deze streek.
De Lebbenbrugge stamt mogelijk al uit rond eind 13e eeuw, begin 14e eeuw. De brug over de Lebbenbeek was een tolbrug. Het was een belangrijke weg van Zutphen. Lochem naar Winterswijk. Ook de postkoets kwam over de Lebbenbrugge. Hier werden dan de paarden verwisseld. Verder diende de boerderij ook als herberg. Nabij de Lebbenbrugge staat de oude onderslagmolen ‘Het Eiland.’
Lebbenbruggerkamp
http://www.vanderlugtstichting.nl/
Plaatselijke lekkernijen in Borculo zijn de Bolussen. Het is een rond gerezen gebakje met sukade en suiker. En nog wat, maar dat kan de plaatselijke bakker u misschien wel vertellen.
Links:
http://www.campingtscharvelt.nl/
https://www.plaatsengids.nl/borculo
Als u met het pontje over de Slinge wilt zult u dat zelf moeten doen.
Dat kan want het is een zelfbedieningspontje. Kijk voor het filmpje op:
https://www.youtube.com/watch?v=dOygbQaQCWE
Literatuur:
Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden: B, Volume 2
Door Abraham Jakob van der Aa.
De Tielse Kroniek, uitgeverij Verloren te Amsterdam.
Natuurwijzer, Natuurgebieden Ver. Natuurmonumenten.
Reliëf in Tijd En Ruimte: Interdisciplinair Onderzoek Naar Bewoning en landschap van Oost – Nederland tussen de vroege prehistorie en middeleeuwen. door R. Van Beek. Sidesstone Press, Leiden. IBSN 9790=8890-048-8.
Canon Hof van Twente www.canonvanoverijssel.nl
Dispereert niet. Twintig eeuwen historie van de Nederlanden door A. en H. Algra. Uitgeverij T. Wever, B. V. Franeker
Thuis in de Achterhoek, Peter van der Ros Terra , 2007 Arnhem.
Natuur en wandelgebieden in Nederland. Vereniging Natuurmonumenten.
----------------------------------------------------------
Bredevoort.
Panorama Bredevoort. Foto: Bert van de Haar Enschede.
Tussen natte, lage gronden,
Tussen ‘t ruisend korenveld,
Wordt “de heerlijkheid” gevonden,
Die d’ historie vaak vermeldt.
Zo begint Bredevoorts volkslied.
Bredevoort aan de Boven – Slinge heeft een aantal dingen met Bronkhorst gemeen. Maar dat kun je ook omdraaien. Bronkhorst heeft een aantal dingen gemeen met Bredevoort. Ze liggen allebei in de directe omgeving van het stromend water. Ze zijn allebei heel oud. En ze hadden allebei een kasteel. En ze waren allebei vaak in oorlog.
Bredevoort was vroeger was vroeger een heerlijkheid in het graafschap Zutphen. Tot deze heerlijkheid behoorden Aalten Dinxperlo en Winterswijk. Daarvoor behoorde het aan de bisschoppen te Utrecht.
Het slot te Bredevoort.
Het slot Bredevoort of slot te Bredevoort is in de twaalfde eeuw door Godefridus van Rhenen bisschop van Utrecht gebouwd.
In 1245 schonk Herman van Loon het ter leen aan Otto II Graaf van Gelder en Zutphen.
Maarten van Rossum, die leefde van ca. 1478 – 7 juni 1555, bouwde in Bredevoort een vesting met zes bolwerken. Deze waren met grachten omgeven. De ligging was zo uitgekiend doordat deze bolwerken gelegen waren op een zandrug te midden van een zeer moerassig gebied. De vesting was alleen te bereiken via een smal voetpad.
In 1597 stond Prins Maurits met zijn leger voor de stad Bredevoort. Dat was in die tijd geen eenvoudige klus. Het slot was gebouwd op een rivier rug en was omringt door een groot moerasgebied. Om deze moerassen te overbruggen had de Prins takken van de bomen gekapt, en die met rijsbossen gebruikt om zodoende het geschut naar de stad te kunnen vervoeren. Bij de gracht aangekomen zag hij vanwege de vele regens niet de kans om deze droog te maken. Maar de Prins was wel een echte veldheer. Hij liet een kurkbrug¹) in de gracht leggen. Via deze kurkbrug beklommen de soldaten van de Prins de muren. De verdedigers staken hun hoeden omhoog om te kennen te geven dat zij zich over gaven. Daarvoor was het te laat. Bij de eerste aanval werden er circa 70 personen gedood. De rest werd naar het kasteel gedreven. Daar werd toen een verdrag van overgave getekend.
Bij deze overgave deed ook de Reformatie zijn intrede.
¹) Een kurkbrug bestaat uit losse onderdelen die aan de onder en bovenkant verstevigd zijn met planken. Een dergelijke brug kon tussen de honderd en tweehonderd man dragen inclusief met bij behorend geschut. Maurits was er altijd op uit om zijn leger met steeds de nieuwste technieken te voorzien. Ook tijdens het beleg en verovering van Bredevoort.
Deze vrijheid duurde echter niet lang want in 1606 maakten de Spanjaarden zich door een list weer meester van de stad.
Op 11 juli 1646 werd de kruittoren van het slot door de bliksem getroffen. Vanwege het aanwezige kruit vloog het gehele slot de lucht in. De toenmalige aanwezige bewoner de Drost Jonkheer Willem van Haersolte en zijn gezin, waaronder acht kinderen, overleefden het niet. Ook de schildwacht en acht andere bewoners van het kasteel lieten het leven. In het geheel waren er 40 levens te betreuren. In de toren waren 320 tonnen met kruit aanwezig.
In 1672 viel Christoffel Bernard van Galen onverwachts ons land binnen. Met een leger van circa 2000 krijgsvolk bezette hij op 12 juni Bredevoort. Nu was Bredevoort sterk genoeg om zich te kunnen verdedigen. Alleen was er niet genoeg aangevuld in het magazijn om de stad te verdedigen, hoewel Adriaan van Keppel de commandant, er gedurig op aangedrongen had aan de gedeputeerden van het graafschap Zutphen om daarin tijdig te voorzien.
Er ontstond een gemor onder de burgers vanwege dat hun huizen ernstig werden beschadigd door het geschut en de bombardementen. Ook al omdat men had gehoord de vijand het koren van de velden had gemaaid om daarmee de gracht te kunnen dempen om zodoende tot de aanval te kunnen overgaan. Daarbij kwam het bericht dat de Fransen het Tolhuis hadden bereikt, en het leger van de Prins verslagen was. Dit deed Kapitein La Faguerie en zijn volk besluiten om de wapens neer te leggen. Hij moet in tegenwoordigheid van de Commandant hebben gezegd niet te willen vechten vanwege dat men geen betaling kreeg. En omdat er geen ontzet ( bevrijding) op handen was. De stad Brederode werd op 16 juni opgeëist. Op 18 juni ging deze aan de vijand over. Een jaar later verliet deze bezetting weer de stad Bredevoort.
Christoffel Bernard van Galen, ook wel Bommen Berend genoemd, behoorde tot de contrareformatie.
Molen te Bredevoort. Foto Bert van de Haar Enschede
In 1840 telde de Rooms Katholieke kerk bijna 300 leden. De Nederlandse Hervormden circa 570 leden. De Evangelisch Lutherse inwoners van Bredevoort kerkten in Doesburg. Ook een 40 tal joden hielden in Doesburg hun diensten.
In die tijd telde Bredevoort een kleine duizend inwoners. Momenteel 1400.
Velen van hen verdienden hun brood in de landbouw. Ook was er in die tijd een looierij en een fabriek welke katoenen stoffen leverde.
Boven-Slinge en de Schaarsbeek.
De Schaarbeek heeft haar naam te danken aan het klooster Schaer.
Dat klooster werd in 1429 gesticht. Het behoorde tot de Moderne Devotie. De moderne Devotie was een voorloper van de Reformatie. Het klooster was gevestigd in de buurtschap het Klooster.
Hendrickje Stoffels.
Hendrickje Stoffels is in 1626 geboren in Bredevoort. Woonde vlak bij de kerk in Bredevoort in de Muizenstraat Zij werd begraven op 24-7-1663 te Amsterdam. Hendrickje woonde samen met Rembrandt van Rijn.
Rembrandt was eerder getrouwd met Saskia van Uylenburgh. Saskia overleed op 14 juni 1642 te Amsterdam. Zij had Rembrandt laten beloven om nooit weer te trouwen. Na enige tijd een dienstbode in huis zijn huishouding bij hield kwam Hendrickje Stoffels bij hem wonen. Hoewel zij niet trouwden kregen ze wel een dochter Cornelia.
Veemgericht Walfort.
Bredevoort had vroeger een veemgericht. Dit was gevestigd in de Havezate Walfort. Een vrijgraaf was een ambtelijke titel. Geen adel dus. Wel had hij de rechtsmacht.
Het bezat een hoge jurisdictie. Het ontleende deze macht aan het keizerlijk gezag. Dat hield in dat het ook doodstraffen kon opleggen. De zittingen waren soms in besloten kring. Hier komt het gezegde heimelijk gerecht vandaan.
De Sint Joriskerk. P. K. N.
De huidige kerk is op de oude fundamenten uit 1316 gebouwd. Tijdens het beleg in 1597 is de kerk volledig verwoest. Men denkt dat in de vroegste periode de kerk een kasteelkapel was.Hij is vernoemd naar Sint Joris die de draak overwon.Op de kerk staat geen weerhaan, maar Sint Joris in gevecht met de draak.
In de kerk is veel fraais te zien. U kunt de kerk gratis bekijken. Zie daarover op:
Uit de oude bladen.
Gisteravond acht ure ontstond er in het armenhuis te Bredevoort, een vrij groot gebouw uit acht woningen bestaande, brand, die zoo spoedig in hevigheid toenam, dat het geheele gebouw in ruim twee uren tijds in den asch werd gelegd. Gelukkig breidde de brand zich door windstilte niet uit.
Grondwet 16 – 08 – 1879.
20 febr. In het naburige Bredevoort had jongstleden zaterdag, een bejaarde landbouwer, in ’t klooster’ woonachtig, door het schrikken van zijn paard, dat daardoor op hol sloeg, het ongeluk onder de kar te geraken, waardoor hij een arm brak en inwendige kneuzingen bekwam. Ten huize van den heer Voltman gebracht, werd hem spoedig hulp verstrekt, waarna hij per rijtuig naar zijn woning kon worden vervoerd.
Graafschapbode 22 – 02 – 1890.
De Rattenvanger van Bredevoort.
Bredevoort 17 mei – In Bredevoort, dat door veel ratten geplaagd wordt, heeft de hond van den heer A. Kuippers binnen enkele dagen 111 ratten gevangen.
De Telegraaf. 18 – 05 – 1934.
Graafschap bode 05 12 - 1938.
Gooi en Eemlander 27 - 06 - 1949. Opgraving Bredevoort.
Bijzondere links:
https://www.plaatsengids.nl/bredevoort
http://www.bredevoort.nu/DagjeUit/
http://www.bredevoort.nu/Boekenstad/
Mooie film van Bredevoort en omgeving. https://www.youtube.com/watch?v=Cre9iDz8JBE
http://www.bredevoort.nu/Boekenstad/
Literatuur:
Thuis in de Achterhoek, Peter van der Ros Terra , 2007 Arnhem.
Natuur en wandelgebieden in Nederland. Vereniging Natuurmonumenten.
Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, Deel 2
Door A. J. van der Aa.
--------------------------------------------------------------------
Bronkhorst.
Kasteel Bronckhorst.
De naam Bronckhorst moet afkomstig zijn van het oude woordje Bruncharus. Althans dat vermoedde Tadama een geleerde uit Zutphen. Bruncharus stamde uit een gravenfamilie. Hij moet de eerste graaf zijn geweest uit het Hamaland.
In ons land had men in vroeger eeuwen verschillende groepen die elkaar, soms, te vuur en te zwaard bestreden. Er waren de Hoekse en Kabeljauwse twisten in de Hollanden. In Friesland de Schieringers en Vetkopers. In Utrecht de Lichtenbergers en de Lokhorsten.
Nu in Bronkhorst zetelden de Bronckhorsten. Deze voerden een heftige strijd met de van Heeckerens.
Bronkhorst dankt dus haar naam en ontstaan aan de Heren van Bronckhorst. Het waren in die tijd belangrijke edelen. Daardoor heeft het ook een rijke geschiedenis. In 1422 kreeg het stadsrechten. De eerste edelman van die naam was, voor zover bekend, Heer Jan van Bronckhorst. Deze leefde circa 1033.
Het had een eigen munt. Een eigen dynastie die eigenmachtig tol hief.
Bekend zijn de bloedige twisten die zijn uitgevochten de Bronckhorsten en de Heeckerens. Ook in de tachtigjarige oorlog heeft het stadje veel te lijden gehad.
Eénmaal is het helemaal verwoest geweest. In 1582 wist Willem van Oranje het na een beleg van negen maanden op de Spanjaarden ter veroveren. Het kasteel was toen al in een slechte staat maar moet nog wel bewoond zijn geweest. In 1828 moet het zijn afgebroken. De stenen moeten zijn verkocht. In de kasteelheuvel moet nog wel een steen zijn gevonden die afkomstig moet zijn geweest van een Romeins gebouw. Ook in 1633 zijn er verschillende huizen door brand verwoest. En in 1666 gebeurde dat met 21 woningen aan de oostkant van de Steenpoort. Ook vielen daarbij twee schuren, een hooiberg af, en kwam er 13 stuks vee om door het verzengende vuur.
Bronkhorst heeft al lang geen kasteel meer. Waar het kasteel heeft gestaan rest nog alleen een kasteelheuvel.
Een aantal oude wegen zijn nog te vinden in het stadje. Dat zijn de Kasteelweg de Onderstraat, de Bovenstraat en de Molenstraat.
Het Hoge Huys Ophemert.
Dit fraaie pand is gebouwd in 1633. Eigenaar was toen Bernhardus Buck. Deze was richter te Bronkhorst. Hier werden vroeger de belastingen geïnd. Ook werden hier de gasten ontvangen van de Heren van het kasteel. Het pand heeft een zadeldak. De muren bevatten speklagen. Vermoed wordt dat het pand ooit ook dienst heeft gedaan als boerderij.
De Israëlische begraafplaats is van begin 19e eeuw. Ook het Baarhuisje is 19e eeuws.
Kerken in Bronkhorst.
De Nederlands Hervormde kerk in Bronkhorst is als kapel het eerst genoemd in 1344. Hij is dan opgedragen aan Martinus van Tours. In 1633 raakte de kerk zwaar beschadigd door een brand. De kerk is dan al in handen van de Reformatie. Na de restauratie van dat jaar krijgt het gebouw een dakruiter met daarin een klok uit 1648. In 1842 wordt de kerk omgebouwd en geschikt gemaakt tot school. In de jaren 1960 – 1961 wordt het gebouw weer grondig gerestaureerd en geschikt gemaakt voor het houden van kerkdiensten.
Natuur in en nabij Bronkhorst.
De natuur in en nabij Bronkhorst beslaat een gebied van 88 ha. Bronkhorst is omgeven door vochtige graspercelen en diverse groepjes bomen en struiken.
Deze zijn te vinden in de uiterwaarden en ook daarbuiten. Op de kasteelheuvel groeit een oud eikenbos. Een gedeelte van dit terrein is open voor publiek.
Interessante links:
De Gouden Leeuw.
Dit is een pand uit begin van de 17e eeuw.
Het Wapen van Bronkhorst
https://www.plaatsengids.nl/bronkhorst
Dickensmuseum.
De Bronkhorstermolen
De voorganger van deze molen was een standerdmolen. Deze brandde in de nacht van 17 op 18 mei 1844 af. De huidige molen die daarna is gebouwd is een korenmolen, ook wel standerdmolen genoemd.
Uit de oude dagbladen.
Op 12 april 1975 werd er in Bronkhorst de landelijke kampioenschappen hoornblazers gehouden. Ruim 120 muzikale jagers, drijvers, en anderen traden op op het plein nabij het eeuwenoude kerkje aan het kerkplein.
Bron: Het Limburgs Dagblad van 02 – 04 – 1975.
Alhier is een biljartclub opgericht die den naam zal dragen: ‘Krijt op Tijd’. Zaterdagavond zal zij een wedstrijd spelen tegen ‘Jammer van de Klos ‘ uit Steenderen, in ‘’Wapen van Bronkhorst’.
Graafschap – Bode. 02 – 03 – 1934.
Bronkhorst, den 1e Mey. Dat zelden een Ongeluk alleen, zonder met een tweede zyn of opgevolgd te worden , iemand overkomt, ondervinden tot uiterste droefheid de arme Ingezetene van dit Steedje, die niet alleen alle hun Vee door de Sterfte verlooren hebben, alsmede door de geduurige overstrooming alle hun te Veld staande Koren, leggende de Weilanden meest alle nog onder Water, maar bovendien in den nacht tusschen den 29. En 30. April een nieuwen ramp getroffen heeft, waar door de meeste in een deerniswaardigen staat geraakt zyn: want op eerstgemelden dag, ’s avonds ten half 11 uuren, ontstond alhier een vreeslyke Brand, by een Smit zyn begin neemende, die zoo sterk om zig heen greep met een zoo felle woede, dat, binnen den tyd van 2 uuren, 21 Huizen, 3. Schuuren en 1 Korenberg in den Assche gelegd waren; waar by 13 Beesten, meest alle gebeterd Vee, verbrand zyn.
Middelburgse Courant 08 – 05 – 1770.
Wandelen in de omgeving van Bronkhorst.
Ook één van de vele Trekvogelpaden en het Graafschapspad SP 8 doen Bronkhorst aan.
Kijk voor mooie beelden op:
https://www.youtube.com/watch?v=4DdBOmGlf-g
Paardentoerisme.Kijk op:
https://www.youtube.com/watch?v=z3G6hb3Naag
Literatuur:
A.N.W.B. reisgids.
Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden: Door Abraham Jakob van der Aa Uitgeverij J. Noorduyn en zoon te Gorinchem 1854.
Thuis in de Achterhoek. Peter van der Ros. Uitgeverij Terra te Arnhem.
Nieuw Dinxperlo. Nieuw.
http://www.topotijdreis.nl/
Men vermoedt dat de eerste nederzetting is ontstaan in de 8e eeuw.
Dinxperlo behoorde lang gelden tot de Heerlijkheid Bredevoort.
Het woord Ding komt waarschijnlijk van het Germaanse woord ding. Dat betekent dingsdag.
De dingplaats was een volksvergadering waar strafzaken werden uitgesproken.
De tweede lettergreep lo betekend bos. Dus een openplek in het bos waar een ding werd gehouden.
Circa 1840 had Dinxperlo met de buurtschappen Beggelder en Heurne ongeveer 2500 inwoners. In de toen 325 woningen woonden circa gezinnen.
Van die 25000 inwoners waren er ongeveer 1600 lid Nederlands Hervormde kerk.
De Rooms Katholieken 350 in getal kerkten net over de grens in het Duitse Suderwick.
Dinxperlo kende circa twee jaarmarkten, en twee kermissen.
Op 15 augustus 1837 was er een hevig onweer los boven Dinxperlo. De bliksem sloeg in de torenspits zodat deze afbrak tot aan het muurwerk. Daarbij slingerden veel leien in het rond.
Kerken.
De Sint Liboriuskerk, is van oorsprong een Rooms Katholieke kerk. Tijdens de Reformatie ging de kerk over in Protestantse handen.
Van deze kerk stamt de toren uit circa 1400.
Anno 1509 is de pseudobasiliek gebouwd. Mogelijk dat toen ook de toren is verhoogd. De kerk bevat een aantal muurschilderingen.
De kerk is genoemd naar Liborius van Le Mans.
Liborius overleed in 397, mogelijk 390.
In het jaar 348 werd hij Bisschop van Le Mans.
Synagoge.
In de 18e eeuw had Dinxperlo vermoedelijk al enkele Joodse inwoners binnen haar grenzen.
Na de Kristalnacht in Duitsland in 1938 kwamen veel Joden de grens over om zich in het Nederlandse Dinxperlo te vestigen. Burgemeester H. J. Verbeek (( * Dinxperlo 17 – 10 – 1875. 22 – 01 – 1946) gaf hiervoor toestemming. Later is Verbeek hierom veroordeeld. Hij werd er van beschuldigd dat hij zich had laten omkopen in verband met het toekennen van legimitatiebewijzen. In 1939 is hij hiervan vrijgesproken. Verbeek heeft zich enorm ingespannen voor de Joden.
Rond 1875 startte dhr. heer M. Prins haar activiteiten. Dhr Prins was van Joodse afkomst.
Dit gegeven heeft veel betekend voor de Joodse gemeenschap in Dinxperlo.
Zie voor meer: Joden in Dinxperlo - Erfgoed Aalten .
De synagoge, die in de Tweede Wereldoorlog zwaar werd beschadigd, in na de oorlog afgebroken. De Joden die de oorlog hadden overleefd sloten zich aan bij die van Aalten. De Thora rollen die naar Amsterdam waren gebracht zijn daarna zoek geraakt.
Zie voor meer op: https://jck.nl/nl/page/dinxperlo
St. Michaëlskerk Suderwick.
We gaan even de grens over naar Suderwick. Daar liet Bischop Bernard van Galen een Kapelletje bouwen. Dat deed hij ook in Zwillbrock, Oeding, Barlo en Hemden. Nederlandse Rooms Katholieken uit de grensdorpen werden hier in staat gesteld om toch hun eigen diensten te bezoeken.
De kapel in Suderwick werd in het jaar 1765 vervangen door een groter gebouw. Maar al snel bleek ook dit gebouw te klein. Een groter gebouw werd een realiteit door een schenking. Het tegenwoordige gebouw werd in gerestaureerd.
Het Rietstapkerkje.
Op een korte afstand van de Duitse grens staat het op één na kleinst kerkje van ons land. Er at vroeger zelfs een torenklok in. Het vreemde is dat dit kerkje nooit als kerk heeft dienst gedaan. Het is niet groter dan een stenen schuurtje. Toch ziet het eruit als een kerkgebouw.
Er doen vreemde verhalen de ronde. Er zou een testament zijn waarin stond dat er op deze plaats een kerk moest worden gebouwd.
Tapijtfabriek.
Zo rond 1840 telde Dinxperlo circa 25000 inwoners. Onder Dinxperlo vielen de buurtschappen Beggelder en Heurne. Er stonden 325 woningen die herbergden 420 gezinnen. De bevolking was voor een groot deel werkzaam in de landbouw. Verder waren er enkele klompenmakerijen, linnenwevers ( meest als huisvlijt), Een leerlooierij, enkele drukkerijen en een calicotfabriek, twee blauwververijen,
Dinxperlo is bekend door de tapijtfabriek van P. en Bh Prins. Deze fabriek startte haar productie rond 1875. In 1941 werkten hier ruim 60 mannen en nog een kleine handvol vrouwen, ruim tien jongens en vier meisjes. Het was een dochteronderneming van de tapijtfabriek van Maurits Prins in Deventer.
Uit de kranten.
Dat Dinxperlo een plaats was waar vroeger veel gesmokkeld werd lag wel voor de hand. En dorp dat zo pal tegen het Duitse Suderwick aan licht maakt het voor een smokkelaar wel erg aantrekkelijk.
In de Telegraaf van 30 – 07 – 1932 staat:
Dinxperlo 30 juli – De smokkelaars zijn de laatste dagen weer overmoedig geworden. De kommiezen hadden in het grensgebied echter een bijzonder succes te boeken, want niet minder dan 48 personen werd bij het smokkelen gearresteerd. Velen konden nog ontvluchten. Een partij van 1100 pond tabak, 17000 sigaretten, een grote partij koffie en sigarettenpapier werden in beslag genomen.
Dat het met smokkelen niet altijd goed afloopt blijkt uit het onderstaande.
In het Bataafsch nieuwsblad 20 – 07 – 1920.
Bij Dinxperlo ontstond een schietpartij tusschen de Duitsche rijksweer en de drie gebroeders Geurink, die bij het smokkelen werden betrapt. Een der smokkelaars werd gedood, de twee anderen werden gewond.
Doordat de dorpen Dinxperlo en Suderwick zo tegen elkaar waren aangeplakt speelde de grens nauwelijks een rol. Deze grens was er al in de vroege middeleeuwen. Halverwege 1700 kwamen er grensstenen. Toen in de 19e eeuw veel mensen vanuit Duitsland naar Nederland kwamen werd in 1848 de vreemdelingenwet tot stand. Daardoor ontstond er de smokkelhandel.
Veel meer kunt u vinden op: Het is gevestigd op. Grenslandmuseum
Markt 1b
7091 CJ Dinxperlo
https://www.grenslandmuseum.nl/
Andere berichten uit de pers.
Staking schoolkinderen.
Het Vrije volk 15 – 04 – 1953.
In Dinxperlo staken de kinderen van de R. K. lagere school, omdat een geliefde onderwijzeres van het schoolbestuur maar geen vaste aanstelling krijgt. Men verwacht dat als de staking lang zal duren, de ouders hun kinderen naar de openbare school zullen zenden.
In de Tweede Wereldoorlog heeft Dinxperlo veel te lijden gehad. Een groot aantal panden is vernield of ernstig beschadigd. Ook een groot gedeelte van de industrie werd verwoest. Ook een groot gedeelte van de agrarische bevolking was werkeloos doordat de agrarische industriële bedrijven waren vernietigd. Groot was de vreugde toen bekend werd dat de fa Meijerink en Co uit Winterwijk in Dinxperlo een katoenweverij werd geopend.
Gegevens Twentsch dagblad Tubantia. 31 - 12 - 1948.
Een fraaie foto van de Kartzmann - Harders kleuterschool van directrice mej. Guttelink ( rechts) en ( links) de helpster Jo Brouwer.
Het bijzondere van deze foto is dat in deze klas niet minder dan vier tweelingen zitten.
Wie kent wie?
De Graafschap-bode : 11-05-1938.
De Bataven race.
Dit is de grootste studenten hardloopestafette van ons land. Jaarlijks starten vele studenten in Nijmegen. Enschede is de finish Deze route loopt via Dinxperlo.
De Grensmarkt.
Deze markt werd voor het eerst gehouden in 1981 in verband met het 700-jarig bestaan van Dinxperlo. De markt wordt altijd gehouden op een locatie langs de Heelweg – Hogestraat.
Vanwege de ligging van Dinxperlo pal op de grens zijn er niet alleen Nederlandse kooplieden die hun waar aanbieden aan het publiek, maar zijn ook de Duitse kooplieden goed vertegenwoordigt.
Dinxperlo heeft 5 Rijksmonumenten en 19 gemeentelijke monumenten.
Bijzondere links:
https://www.plaatsengids.nl/dinxperlo
Campings Dinxpelo
https://www.demebel.nl/
Beggelder.
De naam Beggelder komt waarschijnlijk van Baggelaar. Dat heeft iets met het veengebied waarin het vroeger lag.
In 1878 had Beggelder 408 inwoners. Tezamen goed voor 81 gezinnen. Die woonden in 90 woningen. Nu is het grootste gedeelte opgeslokt door het industriegedeelte van Dinxperlo.
Heurne.
Het dorp De Heurne, niet te verwarren met de Aaltense buurtschap Heurne, behoorde tot 2005 tot de gemeente Dinxperlo. Daarna tot de gemeente Aalten.
De Heurnse kerk behoort tot de P.K.N kerk. Begin,19e eeuw,
De Teunismolen.
Deze molen is gebouwd in. Het is een beltmolen die graan maalde. Dat houdt in dat hij op een verhoging is gebouwd. De molen is te bezoeken op elke tweede zaterdag van de maand. Wilt u de molen bezoeken dan moet u wel even een afspraak maken bij de molenaar Johan Assink 0543 – 474314.
Bijzondere links:
https://www.plaatsengids.nl/de-heurne
Vakantie: http://www.deblokke.nl/
Bed en Breakfast. http://fredenmarijke.nl/
Literatuur:
De oude dorpskerken boven de grote rivieren. Gé Verheul. Uitgave: De Haan Haarlem.
Thuis in de Achterhoek. Peter van der Ros. Uitgave Terra.
Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, Deel 2
Door A. J. van der Aa.
Dbnl.
Statistiek van de huisgezinnen, huizen en inwoners van de gemeenten van het Rijk en de voornaamste onderdelen.
Gebroeders van Cleef s’ Gravenhage .
Doesburg.
Plattegrond Doesburg. Foto De Maasbode 04 - 08 - 1937.
Doesburg.
Doesburg een prachtig stadje aan de se IJssel. Het heeft wel even de op drie na de hoogste Martintoren (94 meter) van Nederland. Maar Doesburg heeft natuurlijk veel meer.
Hoe oud Doesburg is? Heel oud, dat wel. Bekend is wel dat het stadje aan de IJssel in 1237 stadsrechten kreeg. Maar er zijn wel sporen gevonden dat er in de Romeinse tijd al een nederzetting moet hebben gestaan.
Verder is er over het ontstaan van het stadje aan de IJssel weinig bekend. Sommigen gingen er vroeger van uit dat het te maken heeft gehad met de Romeinse veldheer Drusus. Maar daar is verder niets over te zeggen.
Het Dagblad ‘De Tijd’ van 27 – 06 – 1937 vermeld dat in het jaar 884 de Noormannen onder leiding van Godefridus bij een strooptocht in deze streek Dinsburch als eindpunt kozen.
Jaartallen.
In het jaar 1230 zijn er al bepalingen voor de jaar en weekmarkten voor de stad Doesburg.
Op 22 februari 1237 krijgt het zijn stadsrechten.
Op 6 januari 1340 belooft hertog Reinald 2 dat hij de stad Doesburg schadeloos zal stellen in verband met borgstelling bij de Lombardiërs.
En op 23 juni in het jaar 1343 vermeerdert dezelfde hertog van Gelre de rechten en vrijheden van de inwoners van Doesburg. Dat betreft een uitbreiding aan het rechtsgebied van de schepenen, en bepalingen over de uitlegging van de stad.
Omstreeks kerst 1422 brak er in Doesburg een grote brand uit. Hierdoor branden er meer dan vijftig woningen af.
Doesburg was lid van het Hanzeverbond. In 1554 is er een Hanzevergadering te Lubeck
gehouden. Het betreft Statuten die op die vergadering zijn opgesteld.
Doesburg is zelfs nog enige tijd de hoofdstad van het kwartier van Zutphen geweest. Dat was in 1583. De stad Zutphen was toen in de handen van de vijanden gevallen.
In 1607 gaf Prins Maurits de opdracht om de stadsmuren en de torens een stuk lager te maken. Wel werd toen een omwalling met 4 ravelijnen en negen bastions gebouwd.
Het is een spannende tijd, want op 13 april 1628 schrijft Prins Frederik Hendrik, die in Grollo verblijft, aan de stad Doesburg dat alle ponten en schepen op de IJssel verwijdert moesten worden. Dit om de vijand de overtocht naar de Veluwe te beletten.
Maar in 1701 werd er aan de oostzijde, volgens advies van Menno van Coehoorn retranchement ( een verschansing) gebouwd.
In de tweede wereldoorlog is ook de stad Doesburg ernstig beschadigd.
Kerken Doesburg.
Grote of Martinikerk Doesburg.
De kerk die er nu in Doesburg staat in niet de eerste.
Zijn voorganger ging in 1340 bij een overstroming verloren.
De huidige vorm kwam in de 15e eeuw tot stand.
De St. Maartenskerk in Doesburg werd in het verleden verschillende malen door de bliksem getroffen. In de jaren 1737, 1743, 1747, 1754 twee keer, in 1757, 1763, 1774. Toen stelde J. H. van Leenhof de Lespierre voor om de kerktoren met een bliksemafleider te beschermen.
Ene heer Krayenhoff kreeg de opdracht dit te realiseren. Terwijl men hiermee bezig was kwam er op 26 juli 1782 een hevig onweer opzetten. Weer sloeg de bliksem in de toren. Men kon dus opnieuw beginnen. Op 24 december 1782 was het werk klaar. Met grote angst zag men het onweer op 28 mei 1783 aankomen. S’ Avonds om zeven uur ontlaadde het onweer zich boven de stad. Gelukkig, de kerktoren bleef gespaard.
In 1672 schoten de Fransen de toren in brand. En op 16 april werd de toren opgeblazen door de Duitsers.
Doesburg ging in 1586 over tot de Reformatie. Om de kerk in bezit te krijgen was nog niet zo eenvoudig omdat het stadsbestuur nog uit Rooms Katholieken bestond. Eerst werd hun de Gasthuiskerk aangeboden. Maar de Hervormingsgezinden of Gereformeerden wilden per se de grote kerk. Met behulp van het garnizoen wat in de stad lag konden zij de kerk in 1579 in bezit nemen.
Lutherse gemeente Doesburg.
Het Gasthuiscomplex dateert vermoedelijk al van medio 1340. De kerk is eind 14e eeuw gebouwd op een verhoging.
Vanaf 1735 maakten de lutheranen al gebruik van de Gasthuiskerk om er het Heilig Avondmaal te houden.
In 1794 werd deze gemeente geheel zelfstandig. Belangrijke persoon in deze gemeente was dhr. Weessing. Hij opperde het plan om niet een paar keer per jaar het Avondmaal te houden. Hij wilde dat de gemeente wekelijks kon samenkomen. Hij had daarvoor de ruimte in een groot pand dat hij aan het bouwen was. Daarin was een ruimte die uitermate geschikt was om als kerkzaal te gebruiken. Of dat gerealiseerd is is niet bekend.
Op 18 mei 1794 werd de eerste predikant Johan Otto Meijer bevestigd als predikant.
G K V Doesburg.
http://www.ooipoortkerk.nl/index.php/10-basis/20-geschiedenis-gkv
Deze kerkgemeenschap gebruikt in samenwerking met de Christelijk gereformeerde kerk de Ooipoortkerk. Over de Ooipoort zelf is weinig bekend. Wel dat de deze poort al in 1609 bestond.
Fraterhuis Doesburg waar ook de leden van de Gereformeerde kerk vrijgemaakt enige heeft gekerkt.
Poorten in Doesburg.
Doesburg had vier poorten waardoor men de stad in kwam. Dat waren de Koepoort, de Ooipoort, de Hameipoort, ook wel de Meipoort genoemd, en de Veerpoort of Saltpoort.
De stad had negen bolwerken, twee Hoornwerken en vier Ravelynen. Gewild of ongewild kwam men de stad niet zomaar in.
Fraterhuis.
Geert Grote is de stichter van de Moderne Devotie in ons land. In 1426 kwamen de Broeders Fraters uit Zwolle naar Doesburg. Egbert van Tricht schreef een kroniek over het Fraterhuis van Doesburg. Als stichter wordt genoemd Diederik van Herren, die ook zeer vermogend was. Deze had ook o. a. het Fraterhuis te Harderwijk gesticht. De broeders des gemenen levens bewoonden het pand van 1448 tot 1571. In deze periode herinnerden de resten van de muurschilderingen. Het Fraterhuis had een rijke bibliotheek. Deze zijn door de mannen van Leicester in het jaar 1586 op de markt verbrand. Nadat het daarna verschillende eigenaren verwisselde werd het later het eigendom van de Remonstrants Gereformeerde Gemeente. Deze liet het in 1970 grondig restaureren.
In juni 1986 kerkt er de Gereformeerde kerk Vrijgemaakt in het Fraterhuis.
Foto Nederlands Dagblad juni 1986.
De Waag of het Hoge Huis Gelria.
De Waag of het Hoge Huis Gelria wordt al in 1478 genoemd.
Hier werden vroeger de belastingen geïnd voor de inkomende goederen.
Boven de weegruimte waren enkele zalen voor vergaderingen. Hier vergaderden de bestuursleden van de Waag.
In 1707 is de voorgevel afgebroken en werd er een tuitgevel aangebracht.
In 1947 kocht de Stichting tot instandhouding van goederen en rechten te s’ Heerenbergh het pand. Verder werd het in de oorspronkelijke Nederrijnse gotiek en werd de eerder aangebrachte pleisterlaag werd verwijderd. Het is nu een Rijksmonument.
Het Raadhuis.
Her Raadhuis dateert voor een deel uit eind 14e eeuw. Het bestaat eigenlijk uit drie gedeelten. Schepenhuis, Raadhuis en Wijnhuis. In het begin van de 17 e eeuw moet het schepenhuis met een pand dat er naast stond. Later kwam daar het Wijnhuis bij.
Het is in de 19e eeuw is het pand, dat het pand door een verbouwing, ernstig wordt verminkt
Maar onder leiding van de Doesburgse architect N. de Wolf kreeg het weer de gestalte van de oude glorie.
Gasthuishofje.
Dit hofje is gebouwd omstreeks 1800 en daarna. Het behoorde bij de er naast gelegen Gasthuiskerk. Het fraaie hofje wordt omzoomd door provenierswoningen. Dagelijkse voedselverstrekkingen waren een vast onderdeel. Het is er heerlijk wonen. Het was vroeger een onderdeel van het Gasthuis. Het geheel bevindt zich op kleine afstand van de gezellige binnenstad van Doesburg.
Belangrijke personen.
J.H. van Kinsbergen.
Een beknopt overzicht.
J.H. van Kinsbergen werd op 1 mei 735 te Doesburg geboren. Hij werd gedoopt in de Nederlands Hervormde kerk. Jan Hendrik was een zoon van Jan Henrich Kinsbergen en Petronella Ten Nuyl. Op negenjarige leeftijd werd hij ingeschreven als kwekeling inschrijven in de bende van voetvolk. Al gauw bleek dat het een dappere knaap was die geen gevaar uit de weg ging. Van tot nam hij al deel aan de strijd tegen de Fransen. Na de vrede van Aken in kon hij op kosten van zijn vader op dertienjarige leeftijd naar het toen lager onderwijs. Hij genoot van de verhalen van Michiel de Ruiter. Inmiddels was het gezin verhuisd naar Elburg. Later kon hij op kosten van zijn ouders naar Groningen waar hij les kreeg in verschillende talen, zeevaart etc.
Op vijftienjarige leeftijd werd hij op een schip voor oorlog adelborst geplaatst. Na een aantal jaren van vaak niets doen koos hij er voor om in dienst te treden van het Russische rijk. Op 29 september 1771 werd hij benoemd tot luitenant ter zee. Grote roem verwierf hij toen hij de Turken versloeg. Door deze en andere wapenfeiten kreeg hij de erenaam van Held van de Zwarte Zee. Hij ontving jaren later onderscheidingen te St Petersburg Catharina de Tweede, grootvorst Paul en in Berlijn van koning Frederik overladen met onderscheidingen.
Voor ons land kreeg hij de opdracht mede door de Marokkaanse keizer om te trachten vrede te sluiten met de Marokkaanse zeerovers. De door de getekende vrede door de Staten Generaal mocht van Kinsbergen zelf overhandigen aan de Marokkaanse vorst.
Van Kinsbergen volbracht nadien nog tal van acties die zijn ster deed rijzen. Maar zijn grootste succes was wel de slag om de Doggersbank op 5 augustus 1781.
Van Kinsbergen overleed in 24 mei 1819 te Apeldoorn.
Hij is begraven op 27 mei van dat jaar in een eenvoudig graf begraven in de Hervormde kerk in zijn woonplaats. Een eenvoudig borstbeeld, gemaakt door de kunstenaar Gabriels, geeft de plaats aan.
In de Nieuwe kerk in Amsterdam staat een gedenkteken
Aanschouw een ziel vol kracht, een' heldengeest,
Een arends -oog, dat in de toekomst leest!
Aanschouw den man, als Ruyter wijs en groot,
Kinsbergen, vaak Gods arm in Neêrlands nood,
Mijn vaderland! - uw' zoon, uw' roem weleer!...
Aanschouw en bloos!... Gij zijt geen Neêrland meer!
Gedicht van Mr. J. van Hinlopen.
Veel meer kunt u vinden op het Biografisch portaal van Nederland.
Jan Hendrik van Kinsbergen - Biografisch Portaal
Robert Jacob Gordon.
Een beknopt overzicht.
Robert Jacob Gordon werd op 29 september 1743 te Doesburg geboren. Hij was een zoon van Jacob Gordon en Johanna Maria Heijdenrijck. De Gordon’ s waren van Schotse afkomst. Robert was trouw aan het Nederlandse leger. Hij had een brede belangstelling. Hij studeerde geesteswetenschappen aan de universiteit te Harderwijk. Hoewel hij daarna enige tijd diende in het Nederlandse leger, melde hij zich daarna bij de V.O.C. Daar bereikte hij de rang van kolonel. Hij maakte verschillende reizen. Daardoor sprak hij verschillende talen. Naast de gangbare talen sprak hij ook Hottentot en Xhosa.
Hij verkende per voet naar de bergen tussen Kaapstad en Valsbaai. Verder verkende hij de gebieden van Plattekloof, Beerviel en sneeuwberg. Op een van zijn reizen was de bedoeling om de stamhoofden van Xhosa te ontmoeten. Een trouwe metgezel van Gordon was Johannes Schoenmaker. Deze was botanicus, maar maakte ook nauwkeurige verslagen van hun reizen. In 1778 maakte Gordon nog een reis naar de noordelijke grenzen van de Kaapkolonie. Op deze reis werd hij vergezeld door Van Plettenberg. Deze was gouverneur van de Kaapkolonie.
Gordon was de eerste die de kaart van Zuid – Afrika compleet maakte.
Zijn beschrijvingen van onder andere de neushoorn en de giraffe brachten grote bewondering en sensatie bij de Europese vakgenoten. Cordon had een grote voorliefde voor de inheemse bevolking.
Rijksmuseum lanceert website Gordon - Persberichten - Pers ..
.
Natuur om Doesburg.
Doesburg is omringd door prachtige natuur. Neem bijvoorbeeld Hekenbroek. Hier kun je zomaar verschillende soorten vlinders tegenkomen. Dat komt omdat het bos vrij vochtig is. Uiteraard ook salamanders. Het gebied is eigendom van Natuurmonumenten.
Doesburg Binnenste Buiten.
Film: https://www.youtube.com/watch?v=PxyFl-J3D3c
Monumenten Doesburg.
Doesburg heeft 5 oorlogsmonumenten.
158 Rijksmonumenten en 69 gemeentemonumenten.
Doesburg had circa 1960 bijna 8000 inwoners. Bijna de helft was R.K. 34 procent Nederlands Hervormd. En 5 procent Gereformeerd.
Mosterd en Azijnfabriek.
Sinds eeuwen wordt er in Doesburg al mosterd gemaakt. Het precieze jaar is 1457. Gele en bruine mosterdzaadjes worden met wat azijn vermengd. Hoe de verhoudingen precies zijn is een geheim. Jacobus Engelburtus Jacobs begon in 1806 zijn mosterdfabriekje. Dit werd in 1900 overgenomen door Jan Burgers. Het bedrijf werd in die tijd gemoderniseerd doordat hij aan de achterkant van het bedrijf aan de Kerkstraat een ruimte een ruimte bouwen. Op deze wijze kon hij op een gasmotor worden aangesloten. In 1932 nam zijn zoon J. A. Burgers het bedrijf over. Het kreeg toen de naam Fa. J. Burgers en Zoon.
Tramlijn Doesburg.
De tramlijn tussen Doetinchem en Doesburg werd op 25 juni 1881 in gebruik genomen. De eerste tramrit werd feestelijk geopend. Een groep genodigden maakte de rit naar Doesburg. Bij de Schipbrug aangekomen moest het gezelschap per voet over de brug, vanwege dat de brug de locomotief niet kon dragen. Deze tramlijn won aan populariteit zodat in 1882 de lijn kon worden uitgebreid naar Terborg, Silvolde, Gendringen en het Duitse Isselborg.
Link: De schipbrug bij Doesburg dl1 - De Geldersche Tramwegen
Stoomtram 1940-1957 Deventer - Zutphen - Doetinchem - Doesburg
Mooie links:
https://www.plaatsengids.nl/doesburg
BuitenGewoon uitzending 8 november
http://www.dewrange.nl/home
Mooie link Doesburg.
https://www.youtube.com/watch?v=4NP1CZcwKvw
Uit de oude bladen.
Met de opbouw van ,, Oud - Doesburg" op het Marktplein is thans een begin gemaakt. De drie poorten: Koepoort, Meipoort en de Ooipoort zijn thans gereed en geven een beeld, hoe 't er 0000 jaar geleden heeft uitgezien.
Naar we vernemen, zullen de hellebaardiers eerstdaags geoefend worden in het bezetten van deze verdedigingswerken.
Graafschapbode 21 - 07 - 1937.
Grafschapbode 2 - 11 - 1940.
Jaloers?
Het gebeurde in Drempt. Maar het gaat om een zekere B uit Doesburg. De Graafschapbode meldt op
08-12-1900 dat op zondagavond jl. alhier ( Drempt)) in de buurt van ,, de Kniep” een vechtpartij heeft plaatsgevonden. Terwijl de gebroeders R. uit Doesburg hunne meisjes huiswaarts brachten, was dit niet naar de zin van zekere B., ook uit Doesburg. Woedend liep hij het veld door, zoodat hij het eerst op de plaats was, waar afscheid genomen werd. Hij wachtte daar en hield zich dronken., doch eensklaps rees hij op, en met een knuppel gewapend, vloog hij op R. los en sloeg hem zoodanig, dat R. nog zijn werkzaamheden niet kan hervatten. Tegen B. is proces – verbaal opgemaakt.
Krotten storten in.
De Tribune 04 – 06 – 1917.
Zaterdagmorgen is te Doesburg een huis in de Veerpoortstraat ingestort. De stadsarbeider Kaanappel, die door slooping verdere ongelukken wilde voorkomen, is daarbij met een schoorsteen naar beneden gevallen en kreeg een dubbele beenbreuk. De zoon die zijn vader te hulp kwam, werd door een nieuwe instorting getroffen en brak eveneens een been.
Literatuur:
Inventaris van het archief van Doesburg. Door P. Nijhoff. Uitgegeven te Doesburg door W. Becking in 1865.
Thuis in de Achterhoek. Peter van der Ros. Uitgave Terra.
Verhandeling over de broederschap van G. Groote en de Fraterhuizen
Door Guillaume Henri Marie Delprat,. Uitgegeven door het Utrechtche genootschap van kunsten en wetenschappen te Utrecht, Joh. Altheer 1830.
Geschiedenis van het gevestigde Christendom en van de christelijke kerk in Nederland, gedurende de middeleeuwen. Door Herm. Joh Royaards, Te Utrecht bij C. van den Post jr. 1853.
Oosthoek encyclopedie Deel 4. N.V. A. Oosthoek’ s uitgeversmaatschappij Utrecht.
Verboden en getolereerd. Een onderzoek naar Lutheranen , Lutheranisme en lutherse gemeenten in Gelderland ten tijde van de Republiek. Door K. G. van Manen. Uitgave Verloren, Hilversum 2001.
De Tielse kroniek. Het Chronicon Tielense. Uitgeverij Verloren 1983 te Amsterdam.
Doetinchem.
De Wrange Graafschap bode 03 - 07 - 1933.
Doetinchem is een heel oud stadje. Het wordt al in 838 genoemd. Het heet dan villa Duetinghem. Het bestaat dan als nederzetting met daarbij een kerkje.
Maar opgravingen geven aan dat hier al veel eerder mensen hebben gewoond.
In 1142 Noemt Arnoldus, aartsbisschop van Keulen Doetinchem Duthenkheim. Doetinchem was toen al een versterkte stad. Het was toen een handelsstad die belangrijk was voor de boeren. Op de markt, die gehouden werd op het Simonsplein, verkochten zij hun koopwaar.
Andere oude benamingen zijn. Doetechom, Doetecom, Doetichem, Doethem.
De betekenis van de naam. Het schijnt dat Duttinghem de meest oudere naam is. Dr. A. J. van der Aa schrijft dat de naam mogelijk is samengesteld uit Dutting en Hem. Het zal dus betekenen huis van Dutting. Het zou dus kunnen dat ene Dutting hier een huis had waar hij woonde. Anderen, vermeld van der Aa, denken dat het een verbastering is van Teutony – hem. De Teutonen waren een Germaanse volksgroep die in de tweede eeuw, voor Christus komst, vanuit Jutland en het Deense waddengebied en het Noord Westen van Duitsland tot aan de rivier de Elbe. Door de vele stormen gevolgd door overstromingen waren zij genoodzaakt om te vertrekken. Daardoor ontstond er een soort volksverhuizing. De Teutonen vestigden zich ook in ons land. Voornamelijk ten noorden van de Rijn. Zie hiervoor: http://www.kranenburgia.nl/oal2.asp
Hoe dan ook, Doetinchem is waarschijnlijk gesticht eind 700.
Maar daarvoor onder het Frankische bewind was er ook al een nederzetting op deze plaats.
Rond 1100 was Doetinchem al een plaats van enige betekenis. Dat kwam ook wel door de gunstige ligging aan de Oude IJssel. De stad was toen al omringd door een stadsmuur. Daarna kwam er ook een gracht.
Vanwege het feit dat de stad welvarend was, zag men zich genoodzaakt om de stad te beveiligen tegen overvallen. Buiten de stad lag nog weer een aarden wal. De stad had vier stadspoorten. Dat waren de Hamburgerpoort en de Grutpoort Waterpoort en de Heezenpoort. Aan de Hamburgerpoort hebben de monniken van het klooster Bethlehem meegebouwd. Deze poort stond aan de Hamburgerstraat, en dateert uit 1302.
De Grutpoort stond aan de Grutstraat.
Klooster Bethlehem, ook wel Bielheim genoemd.
In de directe omgeving van Doetinchem, namelijk in de buurtschap Gaanderen, lag vroeger een van de oudste kloosters van ons land. Het werd bewoond door reguliere kanunniken. Zij leefden naar de orde van de H. Augustinus. De naam was Bethlehem. Maar werd in de omgangstaal gewoon Bielheim genoemd.
De stichting van het klooster is rond het jaar 1200. Maar ook al daarvoor moet er een houten kerk hebben gestaan. Rond 1200 had het klooster al aanzienlijke bezittingen. Dat waren goederen uit verschillende dorpen in de Achterhoek. Deze goederen bestonden landerijen, geldrenten, het weiden van vee, hout halen in de markten en bossen. Ook bezat het klooster boerenhoeves.
Veel heeft het klooster te lijden gehad door de rondtrekkende krijgsbenden van o. a. de van Hekerens. Vooral in de jaren 1375 en 1376 werd er veel van het klooster geroofd. Ook in 1396 en 1427 was dat het geval. Het klooster werd beroofd van het vee, en de oogst van de velden. De huizen en schuren verbrand. En de bossen vernielt.
We maken een sprong in de geschiedenis. Het klooster verloor steeds meer aan geestelijk aanzien bij de bevolking. De stem van Luther uit de Wittenberg werd steeds duidelijker. Het boek van Thomas á Kempis, over de Navolging van Christus, kreeg steeds meer bekendheid.
In 1572 werd het geplunderd, en in 1579 vanwege oorlogshandelingen verwoest.
In 1499 vond de belegering plaats door Jan 2 hertog van Kleef. Maar dat duurde niet zo lang omdat de Geldersen een inval deze in het land van Jan 2 van Kleef.
De stad is verschillende malen bezet. Dan weer door de Prins van Oranje, dan weer door de Spanjaarden. In 1794 trokken de keizerlijke troepen Doetinchem binnen .In 1813 trokken de geallieerden Doetinchem binnen.
Verdere rampen in Doetinchem waren: in de 16e eeuw heerste er een vreselijke pest. Deze was zo hevig dat men van elders mensen moest laten komen om de doden te begraven. In 1754 en 1764, 1784, 1809, en 1814 was er een grote watersnood. In 1774 een hevige veepest. En in 1783 een ernstige rode loop. Rode loop is een ernstige vorm van dysenterie. Een ernstige vorm van diarree gepaard gaande met bloed.
Terug circa 1800.
Velen vonden hun werk in de agrarische sector. Maar ook was er al veel werk te vinden in de toen al aanwezige bedrijven.
Doetinchem had circa 1840 drie jeneverstokerijen, 5 brouwerijen, een textielfabriek, een ververij, een zeepfabriek, een azijnfabriek, een looierij, een hoedenfabriek, een touwslagerij. De handel werd ondersteund door vier jaarmarkten. Daar waren vaste data voor. Op 4 mei en zaterdags voor Pinksteren, 4 november en 24 november. De markt op vier november werd de Sint Hubertusmarkt genoemd. En die van 24 november droeg de naam Sint Catharienenmarkt. Indien een datum op een zaterdag of zondag viel werd de markt verschoven naar de maandag. Op deze markten werden vooral linnengoed, kousen en andere artikelen die in deze regio werden gefabriceerd verhandeld. Verder waren er ook weekmarkten in Doetinchem.
In de jaren daarna is Doetinchem uitgegroeid tot een belangrijk centrum van industrie, en economische en sociale diensten van Oost Gelderland.
Kerken.
De Evangelisch Lutherse kerk, ook wel Gasthuiskapel genoemd, is van circa 1500. Deze is heel mooi gerestaureerd.
De Nederlands Hervormde Catharinakerk dateert uit de 12e eeuw. Van oorsprong is de kerk genoemd naar Catharina van Alexandrië. Deze leefde in het jaar 300. Zij overleed op 25 november 307.
In 1527 werd de kerk ernstig beschadigd door een brand. In 1945 werd de kerk wederom ernstig beschadigd door een bombardement op Doetinchem. Door deze herstelwerkzaamheden kwam de toren los te staan van de kerk. Meer weten over deze kerk? Kijk op: http://www.pgdoetinchem.nl/
Meerdere kerken in Doetinchem.
Nederlands Gereformeerde kerk: https://ngkdoetinchem.nl/
Christelijk Gereformeerde kerk: http://goedeherderkerkdoetinchem.nl/
Gereformeerde kerk vrijgemaakt: Lichtenvoorde - GKV Apeldoorn-Zuid
Kasteel Slangenburg.
Het oudst bekende jaartal waarin Slangenburg wordt genoemd is 1354. Het kasteel was van oorsprong een waterburcht. De laatste particuliere bewoners waren de Duitse familie Passmann. Zij liggen ook op het landgoed begraven. Na de oorlog is het verbeurd verklaard, en werd het dus eigendom van de Nederlandse Staat. Het is toen ondergebracht bij de Rijksgebouwendienst. Thans is het ondergebracht bij de Nationale Monumentenorganisatie. Het kasteel heeft momenteel geen functie. Wel is het in gebruik als gastenverblijf van de abdij.
Het totale landgoed beslaat circa 600 ha. Ook het Pieterpad loopt langs de Slangenburg.
Het behoort tot een van de mooiste monumenten van ons land. Wilt u er graag meer over weten, of er een paar daagjes logeren kijk dan even op:
en Geschiedenis | Kasteel Slangenburg
http://www.kasteelslangenburg.nl/ en
Het ook op het landgoed gelegen koetshuis is de moeite waard. Het is een prachtige rustplaats voor vermoeide wandelaars en fietsers in deze fraaie bosrijke omgeving. Kijk voor meer op: http://www.koetshuisslangenburg.nl/
Carel Hendrik Ver Huell.
Carel Hendrik Ver Huell * te Doetinchem februari 1764 – † Parijs, 25 oktober 1845.
Hij was een zoon van de burgemeester van Doetinchem Q.M. Ver Huell, Christiaan.
Hij was onder koning Lodewijk ambassadeur in Spanje.
Carel Hendrik Ver Huell diende als adelborst bij de Nederlandse marine. Hij was van huis uit orangist maar raakte later steeds meer onder de invloed van Napoleon. Hij was een Nederlands / Franse vlootvoogd, admiraal. Daardoor raakte hij betrokken bij lag bij de Doggersbank in 1781. In 1805 kreeg hij het bevel over het Nederlandse vlootdeel bij Texel. In 1806 werd hij hoofd van een delegatie die er bij Napoleon Bonaparte, in naam van de Bataafse republiek, er op moest aandringen om de instandhouding van de republiek. Napoleon Bonaparte voelde hier weinig voor. Hij ontving de delegatie dus niet. Nee, de delegatie moest maar eens gaan praten om zijn broerLodewijk Napoleon Bonaparte om het te bewegen om koning over Holland te worden. Zowel de delegatie als Lodewijk voelden hier niets voor. Door de bemiddelende rol van Carel Hendrik Ver Huell aanvaarde Lodewijk het koningschap over Holland op 23 mei 1806.
Onder diens bewind werd Ver Huell minister van de Koninklijke – Hollandsche marine.
Ten tijde van de Honderd dagen van Napoleon. Dat is de periode dat Napoleon ontsnapte uit zijn verbanningsoord Elba en de slag bij Waterloo, weigerde Carel Hendrik Ver Huell de zijde van Napoleon te kiezen.
Ver Huell werd door koning Willem 2 benoemd tot ridder 3e klas. Dat is tot officier in de Militaire Willems – Orde.
Klosster Sion.
Dit nonnenklooster is gesticht op 10 november 1431. Het stond nabij de boerderij van de familie Dimmendaal aan de Kruisbergscheweg. Bij de opgravingen zijn er belangrijke vondsten gedaan. Twee orgelpijpen, verder wat porseleinscherven, en een muntstukje met een afbeelding van de Paus erop.
Mogelijk is het uit de 15e of de 16e eeuw.
Het klooster stond eerst in de binnenstad van Doesburg, mogelijk aan de zuidzijde aan de Walstraat. In 1470 verkochten de zuster het. Zij vestigden zich daarna, met toestemming van Hertog Adolf buiten de stad. Het klooster huisveste aan circa 60 a 70 nonnen onderdak. Op 17 maart 1580 is het klooster verwoest. Mogelijk tijdens de boerenopstand van Hengelose, Lochemse en Wissche boeren. Deze zijn nabij het klooster verslagen door Graaf Hohenlo.
Bron: De Graafschapbode 02 – 09 – 1938.
Achter het pand bij de Hamburgerpoort, voorheen bewoond door den heer A. J. ten Hopen, bevindt zich nog een oude stadsmuur, daterend uit de 16e eeuw, welke muur thans na verbouwing van bovengenoemd pand gedeeltelijk wordt weggebroken. Bij deze afbraak kwam een ijzeren kanonskogel voor de dag, die in de 70 cm. dikke muur was gedrongen en daar ca. eeuwen is bewaard gebleven. Het zoontje van den aanwonenden heer C. J. Janssen zien wij hier met den zwaren knikker in de hand even poseren voor onzen fotograaf. De kogel is later door den heer Janssen afgestaan aan het Streekmuseum ,, De Kelder"" in de Kruisberg.
Foto en tekst Graafschapbode 19 - 04 - 1939.
De Graafschapbode van 02 - 12 - 1936. meldde dat omstreeks half drie in de middag een auto beladen met stro en bestuurd door de heer Walraven uit Duiven bij het afrijden van de IJsselbrug te Doetinchem, door een hevige windstoot gekapspseisd.Doordat het stro van de wagen schoof, kwam deze zelf weer op de wielen terecht.Het verkeer werd daardoor 20 minuten gestrempt De politie trad regelend op.
'
In mei 1931 was er een feestweek in Doetinchem. Het was een winkelweek. Daarvoor waren de straten mooi versierd. ookn was er een kermis aan verbonden. Foto De Maasbode 08 - 05 - 1931.
Fraaie verfraaing van het kruispunt Grutstraat - Hofstraat - Keppelseweg.
Graafschap bode 29 - 06 - 1931.
Bijzondere links:
http//www.plaatsengids.nl/doetinchem
Literatuur:
Inventaris van het oud archief der gemeente Doetinchem. Door P. Nijhoff. Uitgeverij IS. AN. Nijhof en zoon 1867 te Arnhem.
Thuis in de Achterhoek. Peter van der Ros. Uitgave Terra.
Geographisch - historisch woordenboek Servaas de Bruin.
Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, Deel 3
Door A. J. van der Aa.
Klooster:
https://books.google.nl/books?id=UB0sAAAAYAAJ&printsec=frontcover&dq=doetinchem&hl=nl&sa=X&redir_esc=y#v=onepage&q=doetinchem&f=false vanaf pagina 40 reformatie.
Wikipedia en andere internetsite' s.
http://www.delpher.nl/nl/kranten
Voor Drempt en Achter Drempt.
Cafe Restaurant Besselink te Drempt.
.
Het dorp Drempt is in 731 gesticht door Karel de Grote. Maar lang daarvoor was er al bewoning in deze streek.
Bij de opgravingen zijn sporen gevonden van een leefgroep uit de 9e eeuw die bijeen woonden.
Nabij de boerderij ‘Wijdorp’ zijn bij het verleggen van de Rijksweg op 23 – 04 – 1927 enige urnen gevonden.
Heel bijzonder is dat er ook een bij Drempt grondsporen zijn gevonden van hutkommen uit de 9e eeuw. Hutkommen, eigenlijk zou het komhutten moeten zijn, was wel een teken van armoede. De afmetingen waren ongeveer 2 a 3 meter. De onderste dakrand lag meestal gelijk met het maaiveld.
De naam Thremete is mogelijk de oudste naam voor Drempt. De betekenis daarvan is waarschijnlijk ‘einde van de route.’ De route was een handelsweg die via Drempt naar Duitsland liep.
De Sint-Joriskerk.
De Sint-Joriskerk is al heel oud. Op de huidige plaats moet er al in het jaar 731 dat Drempt werd gesticht een kerk zijn gebouwd. Dat moet een houten gebouw zijn geweest.
In 1067 staat er een stenen kerk. Deze ouderdom bepaling kon men vaststellen omdat men bij de restauratie in 1939 achter de gepleisterde buitenmuren tufstenen gemetselde muren in Romaanse stijl opgetrokken ontdekte. Voor het jaar 1100 werd er voornamelijk tufsteen gebruikt. De huidige toren stamt nog uit die tijd. Rond de 14e eeuw is het schip van de kerk gebouwd. Waarmee het een pseudobasiliek is. Aan de zuidelijke muur zitten twee beeldjes die Karel de Grote en zijn echtgenote moeten voorstellen. Maar er wordt ook beweerd dat het Ludger, die hier zendingswerk verrichte. Ook wordt in dit verband St. Catharina genoemd. De kerk is prachtig gerestaureerd in de oude stijl. Prachtig zijn de wandtapijten. De kerk heeft een nagalm van 3 tot 8 seconden.
Bij de restauratie van de kerk ontdekte men dat onder de gepleisterde buitenmuren tufstenen muren zaten in Romaanse stijl opgetrokken. Dat betekende de kerk een hoge ouderdom moet hebben.
Op 20 – 05 – 1956 stond er een leuk krantenbericht in de Telegraaf.
Kippen steunen kerkbouw van Drempts kerkje.
DOESBURG Woensdag. Van een onzer verslaggevers.
De kippen in het dorp Drempt in de Gelderse Achterhoek zijn de meest liefdadige kippen ter wereld. In Drempt staat een kerkje, waarvan de stichtingsdatum naar alle waarschijnlijkheid teruggaat tot de tijd van Karel de Grote.
Het kerkje, sedert eeuwenlang in dienst van de Nederlands Hervormde Gemeente, heeft dringend behoefte aan restauratie, maar de gelden ontbreken voor een zeer belangrijk deel. Nu hebben de boeren van Drempt besloten, dat één kip van hun kleinveestapel uitsluitend voor de kerk zal leggen.
De opbrengst van de eieren zal geheel aan de restauratie ten goede komen.
Plaag Drempt.
In het jaar 1779 heerste er in een aantal dorpen van de Graafschap een ernstige persloop. Thans is dat dysenterie. Dat is een ontsteking van de dikke darm. Het gevolg is diarree met
bloed. Het werd ook wel de rode loop genoemd. In de maand september begon de ziekte en duurde tot in oktober. Hoewel de ziekte ook in de andere plaatsen de kop op stak was het in Drempt zeer ernstig. Van de 235 gevallen van deze ziekte in Drempt overleden er 76. Men wist niets af van deze ziekte. De oorzaak van deze besmetting is niet bekend, maar men vermoede dat de woningen in dit dorp nogal dicht bij elkaar stonden. En dat er in Drempt een zogenaamde noaberplicht gewoon was. Men bezocht de zieke vaak. Kortom, de hygiëne ontbrak.
De Uilenpas.
Bij Drempt maar behorend onder Keppel, staat het prachtige kasteel de Uilenpas.
Dit kasteelmoet ergens in de 13e eeuw zijn gebouwd. Rond de 14e eeuw duikt de naam Diederik van Baak op. Hij verkoopt het kasteel aan Herman Rouwenoort. Deze familie blijft tot 1849 in het bezit van het kasteel.
In 1818 wordt eigendom van de bekende Nederlandse aderlijke familie Schuylenburch
In 1965 wordt het fraaie kasteel getroffen door een grote brand. Ondanks herbouw krijgt het niet die uitstraling die het ooit bezat.
Van de straat af heeft men er echter wel een fraai gezicht op.
Het echtpaar G. J. Besselink en G. Besselink - Leusink te Drempt waren in augustus 1937 55 jaar getrouwd.
Bron de Graafschap bode. 06-08-1937.
Achter Drempt.
Achter Drempt is nog niet zo heel erg oud.
Het kleine lintbouwachtige dorp is voornamelijk gesitueerd langs de Zomerweg. Het is voornamelijk een agrarische omgeving. Het dorp heeft circa 350 inwoners.
De Sint Willibrordkerk is gebouwd in 1935 – 1936.
De hier verspreid wonende Rooms Katholieken kerkten in het verleden in de De Sint-Joriskerk in Voor Drempt. Maar na de reformatie kerkten zij in een schuurkerk in Achter Drempt. In de jaren 1859 – 1861 werd er een nieuwe kerk gebouwd. Dit gebouw heeft gestaan tot 1930. Het was toen zo vervallen dat men besloot een nieuwe kerk te bouwen. Vanwege de leegloop is de kerk in 2012 verkocht. Het fraaie gebouw staat wel op de gemeentelijk monumentenlijst. Jaarlijks wordt er in Drempt de tweedaagse Dremptse kermis gehouden.
Natuur Drempt.
Het Heekenbroek ligt richting Hummelo. Het is een rivierkleibosgebied, waarin zich een aantal oude rivierlopen bevinden. Het gebied is circa 65 ha groot. Hoewel het voornamelijk een bosgebied is bevinden er zich in het noordelijke deel ook enkele landbouwgebied.
Landgoed Enghuizen.
Een groot landgoed van 830 ha. Het bestaat voornamelijk uit bos en akkerland. Het Landgoed is open voor wandelaars etc. Behalve in de directe omgeving van het tuinhuis. Jaarlijks worden er kunstwandeltochten georganiseerd.
Interessante link:
https://www.drempt.info/tag/zomerweg/
https://www.plaatsengids.nl/drempt
De Witte Hemel | Varkens in Nood
Literatuur:
Verhandelingen van de natuur en geneeskundige correspondentie societeit in de verenigde Nederlanden opgericht in ‘Hage. Behelzende geneeskundige waarnemingen van het jaar 1779.
Natuur en wandelgebieden in Nederland. [Vereniging Natuurmonumenten].
De oude dorpskerken boven de grote rivieren. Gé Verheul. Uitgave: De Haan Haarlem.
Wikiwand.
Wikipedia.
Eibergen.
Zeer oude afbeelding van de omgeving van Eibergen.
Weer zo’ n heerlijk oud plaatsje in de Achterhoek. Eibergen, het werd voor het eerst genoemd in 1188. Het is dan parochia Ecberghe. In de 15e eeuw moet het plaatsje enige stedelijke rechten hebben gekregen.
Het behoorde tot de Heerlijkheid Borculo.
In 1843 behoorden tot het dorp ook nog de buurtschappen Rekken, Holterhoek, Hupsel, Mallem, Zwolle, Lindvelde, Olden – Eibergen en Avest.
Het dorp had in die tijd 2 bierbrouwerijen, 2 callicotsbedrijven,3 leerlooierijen, 2 textielbedrijven. Aan het riviertje de Berkel lag een pellen – linnen – en damastblekerij.
Blekerij Eibergen. Mogelijk de Stoombleekerij Eybergen van de firma ten Cate.
Zie voor meer.
Sinds 1819 behoorden ook de buurtschappen, Avest, Beltrum, Lintvelde en Zwolle bij Eibergen.
Momenteel behoort Eibergen bij de gemeente Berkelland.
Op 1 juni 1927 trok er een tornado of cycloon van zuid west naar noord oost over dit deel van de Achterhoek. Daardoor vielen er verschillende slachtoffers in de gemeente Eibergen. Dit wordt wel eens de vergeten tornado genoemd.
Het wapen van Eibergen bevat een afbeelding van drie eieren. Waar de eieren vandaan komen is nog steeds niet helemaal duidelijk. Het wapen van Otto van Bronckhorst die ook eigenaar van de heerlijkheid Borculo was, waar Eibergen vroeger onder viel had drie koeken. Of daar de eieren van zijn afgeleid is niet helemaal zeker.
Groenlosestraat Eibergen.
De Nederlands Hervormde kerk te Eibergen.
Deze kerk heeft bijzonder gaaf de tijd doorstaan. Het is een gotisch gebouw, waarvan het tufstenen gedeelte mogelijk uit circa 1400 stamt. Het koor van de kerk is van omstreeks halverwege de 15e eeuw.
De R. K. H. Mattheuslerk te Eibergen. Deze kerk staat aan de Grotestraat 88.
Circa 1840 telde deze gemeente circa 1200 leden. Deze kerk die aan de H. Mattheus is gewijd is in het jaar 1828 geheel vernieuwd. Dat gebeurde met steun van het Rijk.
Gereformeerde kerk vrijgemaakt. Leden van deze kerkgemeenschap die in Eibergen en omgeving wonen kerken in de kerk van Neede. Info op: http://www.gkvneede.nl/
Kort overzicht Kerkgeschiedenis Geref Kerk Eibergen - Rekken.
Willem Sluyter.
t Gesproken woort
Vliegt haast weêr voort;
Maar wat men schrijft
Beklijft en blijft.
Een bekende Eibergenaar is de bekende predikant Willem Sluyter.
Willem Sluyter werd in 1627 te Neede geboren. Hij overleed te Zwolle in 1673. Sluyter was niet alleen predikant van de Nederlands Hervormde kerk te Eibergen, maar hij schreef ook fraaie gedichten. Willem studeerde bij de bekende Theoloog Gijsbertus Voetius te Utrecht theologie.
Vanaf 1652 was hij herder en leraar te Eibergen. In datzelfde jaar trad hij ook in het huwelijk met Margareta Sibylla Hoornaert. Dit huwelijk vond plaats in het naburige Borculo. Na twintig jaar moest hij noodgedwongen Eibergen ontvluchten vanwege ernstige oorlogsdreiging toen bisschop Bernard van Galen in 1672 oostelijk Nederland bezette.
Sluyter schreef fraaie religieuze poëzie. Ook lofzangen op het dagelijkse leven.
Ook Psalmen, Lofsangen en geestelijke liedekens is van zijn hand. Deze bundel verscheen in 1659. En verder talk van andere bundels.
Het ontstaan van de naam Achterhoek hebben we mogelijk aan hem te danken.
Waer iemand duisent vreugden soek / Mijn vreugt is in dees’ achter-hoek.
W: Sluiters Lyk-reden, aen de gemeinte J.C. t'Eibergen: Door hem selve, voor sijn dood, aldus in't verborgen vaerdig gemaekt; en in't licht gegeven, als hy is overleden 1707. Kijk daarvoor op:
https://books.google.nl/books?id=yqlaAAAAcAAJ&pg=PA16&dq=eibergen&hl=nl&sa=X&redir_esc=y#v=onepage&q=eibergen&f=false
Willem Sluyter werd ook wel de vader Cats van de Achterhoek genoemd.
Menno ter Braak.
Menno ter Braak *Eibergen, 26 -01 - 1902. † Den Haag 15 – 05 – 1940. Menno was de oudste van vijf de kinderen van de Eibergse huisarts ter Braak. Na de lagere school in Eibergen ( die hij niet heeft afgemaakt) bezocht Menno de ULO school te Winterswijk. Zijn moeder vond echter dat hij naar Tiel zou gaan om daar de Latijnse school te bezoeken. Hij kon bij zijn oom Jan Gerrit ter Braak en tante Anna Elisabeth ter Braak-Viëtor komen wonen. Deze zouden later zijn pleegouders worden. Oom Jan was huisarts die ook kleine chirurgische ingrepen deed. Hier heeft Menno het goed naar de zin gehad. Hier heeft hij zich ook goed kunnen ontwikkelen. Dat kon ook niet anders, want in Tiel had hij meer mogelijkheden. Mede daardoor werd hij een van de invloedrijkste Nederlandse schrijvers.
Zie voor meer over Menno ter Braak op: http://www.mennoterbraak.nl/
Molens in Eibergen.
Olden Eibergen.
Dit is een zeer oude buurtschap dat vroeger bij de gemeente Eibergen hoorde. Olden Eibergen werd al genoemd in 1331. Deze buurtschap bezit verschillende oude boerderijen. Dat zijn o. a. Olminkhof, Leugemors en Vaarwerk. Het voert te ver om er hier dieper op in te gaan. Wilt u meer weten kijk dan op: http://www.heerlijkheidborculo.nl/blog/category/boerderijen-goederen-en-personen/
Natuur rondom Eibergen.
Het Vinkennest is een natuurgebiedje van 8 ha. Het is een vrij jong bos met een waterplas. Deze plas is ontstaan door zandwinning. Het ligt enkele honderden meters ten Zuid – Westen van Eibergen.
Het Kerkloo Is 40 ha groot. Het is een fraai loof en naaldbos. In dit bos, is wat gedeeltelijk in 1880 is ontstaan, lopen schitterende eikenlanen. Zwarte specht en havik komen hier voor.
Het Zwilbroek heeft een oppervlakte van circa 40 ha. In dit gebied is de natuur heel gevarieerd. Er bevinden zich graslanden, houtwallen, hoogveen en heide. Het Zwilbroek sluit aan bij het Duitse Zwillbrockerven.
De Rekkense heide is 2 ha groot. Het bestaat uit bos en heide. Dit gebiedje is nog een restant van de vroegere enorme heidevelden die de fraaie Achterhoek op tal van plaatsen bedekten bedekten.
Uit in Eibergen.
Museum De Scheper is gehuisvest in een statig Herenhuis, dat gebouwd is in de 19e eeuw. In dit museum wordt een beeld gegeven van de ontwikkeling van deze streek van de Achterhoek in de loop der eeuwen. In de boerderij De Vuurrever wordt een beeld gegeven van het leven op het platteland van 1900.
Adres: de Hagen 24.
http://www.museumdescheper.nl/
Eibergen bezit nog een museum. Dat is het privémuseum “De sfeer van Weleer.” Het is gehuisvest in een boerenschuur aan de Holterweg 19 in Rekken. Hier kunt u de sfeer proeven uit grootmoeders tijd. http://www.sfeervanweleer.nl/
En als u toch in Rekken bent ga dan ook even kijken bij het modelvliegtuigenveld voor modelbouw.
Film over oud Eibergen.https://www.youtube.com/watch?v=JRxlWXmBBoI
Rekken. Het bloemencorso in Rekken is een echte publiekstrekker. Kijk voor meer op: http://bloemencorsorekken.nl/
Aanbevolen links.
https://www.plaatsengids.nl/eibergen
http://www.historischekringeibergen.nl/
Adellijk huis Mallem zie op: https://nl.wikipedia.org/wiki/Hof_te_Mallem
Literatuur:
Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden. Dr. A. J. van der Aa. Uitgeverij J. Noorduyn en Zoon te Gorinchem. 1843.
Bijvoegsels op het Vaderlandsch woordenboek,
Door Jacobus Kok, Jan Fokke. Uitgegeven te Amsterdam door Johannes Allaert 1775.
Achterhoek en Montferland. Uitgeverij van Heemst uitgeverij Houten.
De Provincie Gelderland. Lekturama b v.
Natuur en wandelgebieden in Nederland. Vereniging Natuurmonumenten.
De kadans van de getouwen. Heren en knechten in de Nederlandse textiel. Adriaan Buter. Uitgave Elsevier Amsterdam - Brussel.
Groenlo
Mijnengebied Groenlo.
Het stadje Groenlo aan de Slinge. Het stadje is van oudsher een Hanzestad. Men dreef handel met de landen in het Noord – en Oostzeegebied.
Groenlo kreeg in 1277 stadsrechten.
Tot het kerspel Groenlo behoorde een groot deel van de Heerlijkheid Borculo, Lichtenvoorde de buurtschap Dijcke en het dorpje Beltrum.
Ik lees in de Geschiedenis en Aardrijkskundige Beschrijving van het Koningrijk der Nederlanden in 1841, door A. van der Aa, dat het kanton Groenlo 13.914 inwoners had. Het stadje zelf had 2310 inwoners. Circa 1830 waren er dat nog circa 1900. De meesten van hen vonden hen broodwinning in het turfsteken. Ook was er toen een belangrijke eierhandel met het westen van ons land. In 1835 was er een katoenfabriek.
Circa 1960 had het stadje 6338 inwoners, en in 1980 waren dat ruim 8703. Momenteel is dat aantal gestegen, inclusief het dorpje Zwolle, tot ruim 10.000. Een gestage groei dus.
Vestingwerken en de slag om Grol.
Een kleine 10 steenovens waren er nodig om de Groenlose vestingwerken te bouwen.
De kleine, maar o zo belangrijke stad Grol, was een zeer sterke vesting in het oostelijke gedeelte van ons land. De stad was versterkt met bolwerken, gracht en kanonnen.
In 1580 had de op de Spaanse handen zijnde Graaf van Rennenberg Grol ingenomen voor de Spanjaarden. Evenwel stierf van Rennenberg in 1581. Zijn opvolger was Francisco Verdugo. Deze nam het bewind over Grol over. Hij was Spaanse stadhouder in verschillende gewesten van ons land . Ook Overijssel viel daar onder. Prins Maurits was echter een offensief begonnen om de in Spaanse handen zijnde steden terug te veroveren.
Op 14 juli 1595 verscheen hij voor Grol. Een week van voorbereidingen gingen vooraf. Maurits lag met zijn leger ten westen van Grol, terwijl zijn broer Willem Lodewijk met zijn leger oostelijk van de stad lag.
De oude Spaanse veldheer Cristóbal de Mondragón hoorde van de plannen van Maurits. Hij spoedde zich met een leger van vanuit België richting Grol. Maurits hoorde dat. En wilde de stad snel innemen doorbeschietingen. Hij eiste overgave. Maar dat werd geweigerd. Maurits zag af van verdere actie. Een stad innemen en een leger bevechten was teveel voor zijn leger. Wel maakte Maurits in de omgeving vrij van rondtrekkende roverbendes.
Op 26 augustus1597 lag Maurits met zijn leger dat bestond uit meer dan 8000 man weer voor Grol. Voor deze datum had Maurits loopgraven laten aanleggen. Hierbij werden zij heftig vanuit de stad beschoten. Maurits vuurde met kanonnen terug.
Jan van Stirum was gouverneur van Grol. Toen hij de sterkte zag van de legers die Grol hadden omsingeld, koos hij eieren voor zijn geld. Hij gaf de stad over aan prins Maurits.
De stad Grol kwam ernstig beschadigd uit de strijd. Er waren circa 80 woningen vernield.. De stad zag er haveloos uit.
In 1608 heroverden de Spanjaarden onder leiding van Spinola de stad Grol weer voor de Spanjaarden. Circa 20 jaar bleef de stad onder Spaans beheer.
Prins Frederik-Hendrik.
Prins Frederik-Hendrik was een jongere broer van Prins Maurits. Frederik Hendrik kreeg de naam van de Stedendwinger. Deze bijnaam kreeg hij na de verovering van de stad Grollo. Bij het beleg in 1597 was hij als jongere broer getuige geweest bij deze belegering van Grol. Op die manier kon hij vast wennen aan het oorlogsgeweld.
Een enorm leger van Frederik Hendrik werd verscheept via de Lek en Rijn naar het oosten van ons land. Het grote Spaanse leger in Kaizerswerth dacht dat de Hollanders een aanval wilden uitvoeren op de stad Wezel. Daardoor werd een schijnaanval gemaakt richting het Duitse stad Goch.
Het overgrote deel van het Staatse leger vertrok vanaf het Duitse Emmerich over het land richting Grol.
Op de avond van 20 juli kwam de enorme legermacht bij Grol aan. Van alle kanten voltrokken zich de voorbereidingen. Al tijdens het Spaanse bewind van Spinola hadden spionnen van het Staatse leger van de Prins de omgeving van Grol zeer gedetailleerd in kaart gebracht. De insluitingslinie, ook wel de Circumvallatielinie genoemd, werd in een cirkel op een afstand van 2 kilometer in de omtrek om de vesting van Grol aangelegd. Geen mens kon de stad meer in of uit. De 2 kilometer afstand vanaf de vesting was voldoende om buiten het schootsveld van de kanonnen van de vesting te blijven. De loopgraven werden zo gegraven dat men vanuit de stad niet in de lengterichting in de loopgraven kon schieten. In een zigzagvorm dus. De loopgraven hadden een breedte van 2.5 tot 4 meter. Er konden dus hele kanonnen etc. door vervoerd worden. Op deze wijze konden de kanonnen dichtbij de stad komen.
Hendrik van den Bergh, een neef van Prins Frederik Hendrik, was in Spaanse dienst. Hij begaf zich met een groot Spaans leger op weg om Grol te ontzetten. Frederik Hendrik was hiervan op de hoogte en zond zijn bevelhebbers met versterking naar de verschillende stadjes. O. a. Emmerich, Lichtenvoorde en Lochem.
Na enige dagen van felle oorlogshandelingen werd op 19 augustus 1627 een verdrag gesloten wat het einde van het beleg betekende. Prins Frederik Hendrik kwam als glorieuze overwinnaar uit de strijd.
"Op de doot van jonckheer Willem van Nassau."
O Vaderlant, mijn doot wilt langer niet beclagen,
Nadien ick heb erlangt mijn alderhoochsten wins:
De siele was voor God, het lichaam voor den Prins,
Dees beyde heb ick beyds oock willich opgedragen
Bovenstaand een gedicht van Jacobus Revius naar aanleiding van de tragische dood van Prins Willen, een buitenechtelijk kind van Prins Maurits.
hier meer over archeologie van de vestingwerken:
http://www.circumvallatielinie.nl/nieuws.html
Bruggetje te Groenlo.
Het beruchte bruggetje te Groenlo stond er bij deze foto in de Graafschapbode van 23 - 01 - 1938. Het was het bruggetje in de Eibergseweg te Groenlo. Het steeds maar drukker wordende verkeer van en naar Twente had hier behoorlijk last van. Het bruggetje was dan ook maar 3.75 meter breed. Twee voertuigen konden dus elkaar niet passeren op de brug. Het heeft lang geduurd voordat er in de gemeenteraad van Groenlo overeenstemming kwam.
In de Graafschapbode van 29 - 10 - 1937. Het verkeer aan de Eibergseweg te Groenlo was dringend aan verbetering toe.Twee voertuigen konden elkaar niet passeren. Het steeds maar drukker wordende verkeer van en naar Twente ondervond daar steeds meer hinder van. Maar er was hoop. De te nieuw te bouwen brug was al aanbesteed. Helaas moesten er tal van de mooie bomen worden geveld.
Openbaar Vervoer Groenlo.
In de Graafschapbode van 20 - 11 - 1880 dat het verwachte rapport der commissie het licht heeft gezien. De Geldersche Stoom - tramweg _ maatschappij is op 9 november jl. een besliste zaak geworden. De tramlijn Groenlo - Lichtenvoorde zal worden aangelegd.
Tramweg van Lichtenvoorde – Groenlo.
(Staatsblad no. 83) WET van den 11den Julij 1882, verklarende het algemeen nut der onteigening van eigendommen ten behoeve van den aanleg van een’ spoorweg (tramweg) van Lichtenvoorde naar Groenlo.
Wij WILLEM 111, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje – Nassau, Groot_ Hertog van Luxemburg, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, salut! doen te weten:
Alzoo WIJ in overweging genomen hebben, dat de aanleg van een spoorweg (tramweg), bedoeld bij art 2 der wet van 9 Augustus 1878 ( Staatblad no 124 ) , van Lichtenvoorde naar Groenlo in het algemeen belang nodig is;
Gelet op de wet van 28 Augustus 1851 ( Staatsblad no 125);
Zoo is het, dat WIJ, den Raad van State gehoord en met gemeen overleg der Staten – Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk WIJ goedvinden en verstaan bij deze
Enig artikel.
Wij verklaren, dat het algemeen belang met de onteigening vordert, ten name van Mr. HERMAN FRANCOIS HESSELINK VAN SUCHTELEN, burgemeester van Groenlo, JOHANNES BERNARDUS WERNINK< wethouder, en BERNARDUS ANTONIUS WIEGERINK, aannemer van publieke werken, allen wonende te Groenlo, van eigendommen, noodig voor den aanleg van een ‘spoorweg ( tramweg ) van Lichtenvoorde naar Groenlo, in de gemeenten Lichtenvoorde en Groenlo aanvangende op het station Lichtenvoorde - Groenlo van den Nederlandsch – Westfaalschen spoorweg en eindigende aan den grooten weg van Groenlo naar Ruurlo.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Collegien en Ambtenaren, van wien zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te Frankfort, den 11den Julij 1882.
WILLEM.
De Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid. J. G. de Klerck.
Uitgegeven den vijftienden Julij 1882.
De Minister van Justitie,
A.E. J. Modderman.
Stadsbrand Groenlo.
Bij een grote brand in Groenlo in april 1623 brandden er 75 woningen af.
Synagoge.
Rond 1650 en daarna kwamen er enkele joden in Groenlo wonen. De kleine gemeenschap die zich vormde hield haar diensten eerst in een gehuurde woning. De eerste koning van ons land was Lodewijk Napoleon Bonaparte, een broer van Keizer Napoleon. Deze koning was heel goed voor ons volk. Voor religieuze minderheden had hij een zwak. Hij benoemde o. a. joden in zijn ambtenarengroep. Mede daardoor kregen de joden in Groenlo een ruime gift van hem om een Synagoge te bouwen.
Veel meer kunt u vinden op: http://jck.nl/nl/page/groenlo
Oude Calixtuskerk, Groenlo
https://www.heerlijkheidborculo.nl/geschiedenis/kerkgeschiedenis/
Nederlands Hervormde kerk.
De Nederlands Hervormde kerk is de oude Calixtuskerk. Deze is vernoemd naar Paus Calixtus. De kerk is een pseudobasiliek die is gebouwd in 1234. De toren in 1370. In 1520 kreeg hij zijn huidige vorm.
Meer over deze kerk kunt u vinden op; http://www.oudecalixtus.nl/historie/
Kerktoren is in 1836 door de bliksem getroffen en afgebrand, maar daarna weer opgebouwd.
De R. K. Calixtuskerk is in 1907 gebouwd door de architecten J. Th. J. Cuypers, geboren te Roermond op 10 – 06 – 1861. Overleden 20 – 01 – 1949 en Johannes Stuyt, geboren te Purmerend 21 – 08 – 1868. Overleden op 11 – 06 – 1934.
In 2014 werd de kerk door Paus Franciscus verheven tot basiliek.
Archeologie Groenlo.
Op de Woerd zijn bijzonder waardevolle sporen gevonden van een zeer oude bewoning van een nederzetting uit zeker 2000 jaar voor Christus.
De opgravingen zijn gedaan op het voormalig terrein van de Grolschfabriek aan de Woerdseweg. De vondsten zijn een boerderij, waterput, een hamerbijl en een grafveld.
Begin van het jaar 2017 hebben archeologen de loopgraven uit de 80 jarige oorlog opgegraven.
Een van de mooiste vondsten nabij de rijksweg N 18 is wel de fraaie gele glazen armband.
Kijk voor meer op: http://www.oudheidkundelichtenvoorde.nl/node/109
Watermolen
De Oude Grolsche watermolen is al lang niet meer. Toch is er nog wel een oude foto van. Eind 19e eeuw was hij nog in werking. Hij stond aan de Slinge tegenover het Hotel De Watermolen. Er moet een proces zijn geweest waardoor de molen is verlaten. Later is hij door bouwvalligheid ingestort en zijn er verschillende delen door het water van de Slinge weggespoeld. Deze foto is van ongeveer 1890. Het was een Koren en Pelmolen. De molen stond een paar minuten van het tramstation.
Bron: Delpher.nl Graafschapbode 14 – 01 – 1938.
Natuur bij Groenlo:
https://www.vvvoostgelre.nl/nl/natuur
http://groenlo.nl/vvv-oost-gelre
De Slinge. https://www.youtube.com/watch?v=ldC04t3nj1A
Interessante links:
http://www.stadsmuseumgroenlo.nl/
https://www.plaatsengids.nl/groenlo
https://www.youtube.com/watch?v=XsGFmTHuVGQ
http://www.museumervekots.nl/http://www.museumervekots.nl/
Hier had Prins Frederik Hendrik zijn hoofdkwartier.
Literatuur:
Het Koningrijk der Nederlanden: Door Johannes Leonardus Terwen.
Grote Gezinsencyclopedie Deel 2.
Oosthoeks encyclopedie Deel 6. Uitgeverij te Utrecht.
Opgegraven verleden van Gelderland. Uitgeverij Stichting Matrijs Utrecht.
Thuis in de Achterhoek. Peter van der Ros. Uitgave in samenwerking met Achterhoeks bureau voor toerisme. Druk Terra.
Dispereert niet. Twintig eeuwen historie van de Nederlanden. H en A. Algra. Uitgeverij T. Wever Franeker. Deel 2.
.......................................................
Hengelo Gld.
Omgeving Hengelo Gld. in 1822. Bron: http://www.topotijdreis.nl/
Hengelo Gld. Een dorpje waar niets over te zeggen valt? Nou, vergeet dat maar. Dit dorpje met zijn ruim 8000 inwoners spant mogelijk wel de kroon in de Achterhoek. Menige plaats in ons land mocht het willen om zoveel activiteiten binnen haar grenzen te hebben als Hengelo Gld. Maar daarover verderop meer.
Hengelo Gld ligt te midden van het fraaie coulisselandschap dat een groot gedeelte van de Achterhoek zo kenmerkt. Uniek in de directe nabijheid van Hengelo Gld is de omgeving van Huis ’t Zelle en het Zand. Het is de hoofdplaats van de gemeente Bronckhorst.
De bewoning van Hengelo Gld is al heel oud. Vermoedelijk dat er circa 2000 jaar voor onze jaartelling al mensen in die gebied woonden dit kan men afleiden aan de archeologische vondsten die zijn gedaan aan de Elderinksweg nabij het Gelderse dorp. Daar zijn stenen werktuigen gevonden tijdens de opgravingen van 25 september t/m 2 november 2007. Mogelijk dat het hier ging om werktuigen uit de klokbekercultuur. Wie er meer over wil weten schaffe het boek Van Graven in De Prehistorie En Dingen Die Voorbijgaan: Onder redactie van H. M. van der Velde, N. L. Jaspers, E. Drenth & H. B. G. Scholte Lubberdink. Een uitgave van Sidestone Press, Leiden.
De Nederlands Hervormde kerk (Remigiuskerk genoemd naar Remigius van Reims) is een zogenaamde pseudo – basiliek. Het koor is het oudste en ook het interessantste deel van de kerk. In de kerk bevinden zich prachtige muurschilderingen van de twaalf Apostelen. Deze staan in een kring rond het altaar en de crucifix in de triomfboog. Elke Apostel heeft een spreukband bij zich waarop een artikel staat van de geloofsbelijdenis. De Drie koningen staan in de noordzijbeuk in aanbidding afgebeeld. De toren van de kerk stamt uit de 10e eeuw. Mogelijk uit het jaar 963.
Sint Willibrorduskerk.
Deze kerk is in 1842 – 1843 gebouwd. Het is een waterstaatskerk. Het is een pseudo – basiliek. De kerk is gewijd aan Willibrordus.
In 1883 kwam er een hevige storm waardoor de toren van de kerk in elkaar zakte. In 1924 is de kerk gerestaureerd. Het is een rijksmonument.
Het 12 en half jarig bestaan van de Imkers - vereniging Hengelo Gld.
Zittend v. l. n. r. B. A. Eugelink? Hesselink. H. A. Hoetink G. Klein. Hesselink ? en G. J. Hissink.
http://hengelo-gld.bijenhouders.nl/
De Dorpsbleek.
Op de dorpsbleek staat nog altijd het bleekhuisje uit ca 1700. Op deze bleek konden de huisvrouwen vroeger de was te drogen leggen. Het bleekhuisje werd bemand door de Bleekwachter. In het gebouwtje zaten gleuven waardoor de wachter een oogje in het zeil kon houden.
Tradities.
De bevolking van Hengelo Gld hecht sterk aan tradities. Sinds jaar en dag deden de boeren mee aan het roggebroden leveren aan de armen onder de bevolking. Inlevering geschiede bij de boerderij Muldersfluite. Dit gebruik stamt nog uit de 16e eeuw. In ruil daarvoor kregen de boeren dan bepaalde rechten. Deze broden werden dan per opbod verkocht. Deze roggebroden moesten 22 pond wegen.
Paardenmarkt en nog wat.
In Hengelo vindt in juli de paardenmarkt plaats. De paardenmarkt is op zich niet zo groot als weleer, maar dat wordt aangevuld met paardenwedstrijden, springconcoursen en men – wedstrijden. Ook vinden er dan toertochten met koetsen plaats. Dit alles tijdens de jaarlijkse kermis.
Quick sportschoenen en sportkleding.
Ooit stond er in Hengelo Gld een schoenfabriek van naam. Het was het welbekende merk Quick. Veel bekende topsporters uit het verleden oefenden hun favoriete sport uit op Quick sportschoenen. In 1905 begon Herman Jansen met de productie. Het meest bekend werd de Quick voetbalschoenen. Voetballers van grote naam, zoals Lenstra, Wilkes, Piet Keizer etc. in de tachtiger jaren krijgt het bedrijf ernstige concurrentie uit het buitenland. Quick blijf de nadruk leggen op hoge kwaliteit op de sportschoenen en sportkleding. Maar in 1986 moet het bedrijf haar deuren sluiten. Er vindt daarna nog een doorstart plaats. Maar in 1992 sluit men definitief.
Meer over het legendarische bedrijf op: http://www.q1905.com/nl/pages/q-history/
Huis ’t Zelle.
Het Huis ’t Zelle is een landgoed van 355 ha groot. Het bestaat uit bos, en landbouwgrond, oude bomen, lanen en oude waterpartijen. Met Huize Zelle en de directe omgeving van 94 ha is als rijksmonument aangemerkt.
Het Zand.
Het landgoed t’ Zand dateert uit de middeleeuwen. Het is circa 78 ha groot. Het bestaat voornamelijk uit bos, akkers omzoomt met heggen.
Het ligt tussen Hengelo Gld en Zelhem in. Zie voor meer o. a. kamperen op: http://www.landgoedhetzand.nl/
Interessante links.
Archeologie Hengelo Gld.
Kijk voor wat er allemaal te doen is in Hengelo Gld.
https://www.youtube.com/watch?v=0fyfi_h_59k
https://www.plaatsengids.nl/hengelo-gelderland
Tussen Hengelo Gld en Zelhem liggen de dorpjes Keijenborg en Velswijk.
Keijenborg ligt in de landstreek ’t Gooi in de Achterhoek. Het is een redelijk dorp met circa 1200 inwoners.
In Velswijk staat de Wittebrinkse Molen. Deze molen uit 1889 is een korenmolen die staat in de buurtschap Wittebrink. In 1970 is de molen volledig gerestaureerd. De molen is een particulier bezit maar is na afspraak wel te bezichtigen. Link: http://www.oudzelhem.nl/molens/wittebrinksmolen/omschrijving.htm
In 1937 werd hier het kamp Wittebrink gebouwd voor mannen die werkzaam waren in kader van de werkverschaffing in de jaren ’30 van de vorige eeuw. In 1942 moesten deze vertrekken om plaats te maken voor Joden. Hun verblijf was hier maar tijdelijk, Zij werden doorgestuurd naar kamp Westerbork. Van daar werden ze op transport gesteld naar de vernietigingskampen.
Literatuur:
De oude dorpskerken boven de grote rivieren. Door Gé Verheul. Uitgave De Haan Unieboek bv Bussum. 1982.
Reizen door de Benelux. Provincie Gelderland.
Kijk op Gelderland. Onder redactie van Tom Bouws. Elsevier Amsterdam – Brussel.
Thuis in de Achterhoek. Peter van der Ros Terra , 2007 Arnhem.
Natuur en wandelgebieden in Nederland. Vereniging Natuurmonumenten.
Wikipedia en andere internetsite’ s.
Hummelo - Hoog en Laag Keppel.
Hummelo met Hoog en Laag Keppel vormden tot 2005 de gemeente Hummelo – Keppel.
Thans behoort het tot de gemeente Bronckhorst.
Er was al vroeg bewoning in deze landstreek waar Hummelo hoog en laag Keppel ligt. Op het landgoed Enghuizen zijn een grafheuvel en scherven gevonden.
Aan de hand van sleuvenonderzoek kon men vaststellen dat er al bewoning was in de vroege Middeleeuwen. Men kon dit vaststellen uit potscherven, waterputten etc.
In 1940 – 1941 is er in Hummelo een menselijk schedeldak gevonden tijdens de kanalisatie van de Oude IJssel. Het is niet met zekerheid te zeggen of deze uit de vroege of midden ijzertijd dateert. Het geeft aan dat er in die streek ook al vroege bewoning moet zijn geweest.
De Hessenweg.
De Hessenweg was er al in de tijd van de Romeinen. Hessenweg betekent zoiets als paardenweg. Hessen komt mogelijk af van hers (horse) dat paard betekend.
Deze weg loopt van ten zuiden van Hoog Keppel door een prachtige bosrijke omgeving naar het Wapen van Heeckeren aan de Zelhemseweg.
Aan deze fraaie weg ligt het schitterende tuinbedrijf de Warande. Kijk daarvoor op: http://www.dewarande.nl .
Via Google maps kun je de hele weg volgen. Het is een verharde zandweg met daarnaast een fietspad.
In Zuid – Afrika is door Gelderse kolonisten een koffieplantage New Hummelo gesticht.
In 1860 zijn er richting de Overijsselse grens grindwegen. Deze lopen vanaf Haaksbergen over de grens naar Neede, Borculo, Hengelo naar Hummelo, met zijwegen naar Vorden en Zelhem. Aan deze wegen zijn vier tolhuizen aangebracht.
In 1959 telde de gemeente Hummelo – Keppel 367 inwoners. Hierbij was ook het dorp Drempt. Van het aantal inwoners was 72 % Nederlands Hervormd en 21% Rooms Katholiek.
Circa 65% van de 3700 ha cultuurgrond was grasland.
Kerk in Hummelo.
De oudste vermelding van een kerkgebouw is in 1328. Maar dat neemt niet weg dat er al eerder een kerkgebouw heeft gestaan. In ieder geval waren er wel gelovigen in Hummelo. Het huidige kerkgebouw is gebouwd ter vervanging van de kerk uit 1328. Het is een zaalkerk. Hendrik Jacob Carel Johan van Heeckeren van Enghuizen gaf een grote financiéle bijdrage.
Bij de kerk staat een mooi gietijzeren pomp. In de Dorpstraat, nabij de kerk, zijn bij werkzaamheden skeletten gevonden.
Het aantal Rijksmonumenten is Hummelo bedraagt 37.De gemeentelijke lijst van monumenten is 56.
Kerk in Hoog Keppel.
De Nederlandse Hervormde kerk was voor de Reformatie gewijd aan de Apostelen Paulus en Petrus. De kerk dateert uit de 15e eeuw. In 1392 stond er al een kapel. De huidige kerk zou vroeger hebben behoord tot het Monnikenklooster. Bij de kerk behoorden een aantal vicarissen. De kerk staat op de hoogste plek in het dorp. Men denkt dat op deze plek de nederzetting is ontstaan. Circa 1740 zijn de zijbeuken van de kerk gesloopt.
De familie’ s van Pallandts en van Schuylenburchs, die in deze zijbeuken lagen begraven zijn daardoor buiten het gebedshuis komen te liggen.
Molens in Laag Keppel.
De Heerlijkheid Keppel bezat in de 14e eeuw al twee watermolens. Ze behoorden tot het goed van de Heerlijkheid Keppel. Eigenaar is thans de Stichting Keppels Molens.
Zie voor meer op: (watermolen), Laag-Keppel | Een molen uit de Nederlandse
Kamp De Wittebrink.
Begin augustus in het jaar 1942 bevonden zich in het kamp De Wittebrink Joodse dwangarbeiders. Zij kwamen uit het kamp Westerbork Zij werden hier te werk gesteld. Hoewel ze het daar ogenschijnlijk goed hadden werden ze later zijn ze later alsnog op transport gesteld naar Westerbork, om van daar afgevoerd te worden naar de vernietigingskampen.
Velen van hen zijn daar op vreselijke omstandigheden vermoord.
Tyfus in Hummelo.
In 1848 vond er een tyfusepidemie plaats in Gelderland. Ook in Hummelo en Keppel waren er verschillende zieken. In de Arnhemsche courant van 23 – 12 – 1873 staat dat er in Hummelo – Keppel 34 personen aan dysenterie leden. Daarvan overleden er 7 personen. Circa 1882 was er 1 geval van Tyfus en febris typhoideate Hummelo ( Keppel) Agina diphterina.
Ook veeziekten deden zich voor. Op 22 en 24 december waren er in Hummelo en Keppel 31 gevallen van mond en klauwzeer.
Tramlijn Zutphen – Emmerik.
Deze lijn is aangelegd in 1900. In 1899 gaf het Rijk hiervoor toestemming. Sinds 1891 waren er al plannen ontwikkeld door de betrokken gemeenten. Zowel het Rijk als de Staten van Gelderland besloten een renteloos voorschot te verlenen. De trambaan krijgt een lengte van 43 kilometer.
De tramlijn zal de volgende plaatsen aandoen. Van Zutphen vertrekt de tram vanaf het Staatsspoorstation. Buiten Zutphen gaat de tram over de Grintweg via Bronbergen, Groene Jager, Boterboer, Baakse brug, Baak, Toldijk, Hummelo. Vanaf Hummelo volgt de tram via de zandweg naar Doetinchem, Zeddam, buurtschap Lengel naar s’ Heerenberg vanwaar hij de weg vervolgt naar Emmerik. Het totale bedrag wat deze tramlijn kostte was fl. 650.000.
De Graafschap – bode van 22 – 04 – 1899 waaruit deze gegevens zijn opgetekend vermeld verder nog dat de lijn vele bezoekers zal trekken vanwege de schone omstreken van Hummelo en s’ Heerenberg ( Montferland)).
De Hummelose beek.
De Hummelose beek begint onderaan de Kruisbergse bossen. Deze beek voert het water af van de Kruisbergse bossen. Deze bossen zijn circa 10.000 jaar geleden ontstaan door rivierzand. In de bossen is er veel hoogteverschil. De Romeinen moeten al in de bossen hebben overnacht.
Capriolen.
Een Doetinchemse jongeling Michael Blom haalde een gevaarlijke stunt uit door op de kerktoren van Hummelo te klimmen. Op de omgang van de toren was een paal gevestigd. De hoogte was 20 voet. Mogelijk circa 7 meter. Het ligt er aan welke voet bedoeld wordt. Maar goed genoemde jongeling beklom de toren, en ging staan op de paal. Vanwege dat de paal begon te wiebelen verloor Michael zijn evenwicht. Hij probeerde van de paal af te komen, maar dat lukte hem niet. Hij sprong achteruit, greep in het vallen de paal vast met zijn armen. Hij redde zich op deze manier onbeschadigd.
http://www.dorpskerkhoogkeppel.nl/het%20verhaal.html
Piet Oudolf tuinarchitect.
Tot een bekende inwoner van Hummelo mag worden genoemd Piet Oudolf, tuinarchitect.
En niet zomaar een tuinarchitect. Maar een met een grote bekendheid in binnen en buitenland Veel bekendheid geniet hij in Groot – Brittannië, Zweden en de Verenigde Staten.
In 2013 kreeg hij de oeuvreprijs van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Oudolf wordt wel eens de Rembrand van het ontwikkelen van tuinen genoemd. Hij wordt ook wel de Rembrand van de tuinarchitectuur genoemd.
Zie voor meer op:
Film Tuinarchitect Piet Oudolf - YouTube
https://www.youtube.com/watch?v=Mtgmx7yae7U
Brand in de Oranjerie van het Kasteel Keppel.
In de nacht van 23 op 24 december, mogelijk in 1875, brandde de fraaie oranjerie bijbehorend bij het Kasteel laag Keppel af. Dit gebouw had een lengte van circa 15 meter. En had een breedte van 6 meter. Vier oranjebomen met een hoogte van circa vier meter, gemeten van boven de kuip. En een doorsnede hadden van 3 ½ meter moesten dus wel van hoge ouderdom zijn geweest. Oudere mensen vermelden dat deze bomen er 50 jaar geleden al een behoorlijke omtrek hadden. Ze moesten dus wel van een hoge ouderdom zijn geweest. Verder ging er een prachtige siercollectie sierbomen en planten zoals Camelia’ s , Oleanders , Laurieren, Laurus, Tinus, Clethra’ s, Granaten, Yucca’ s . En verder nog tal van kleinere planten.
http://www.dewarande.nl/publicaties/1988%20BuitenplaatsKeppel-W.Overmars.pdf
Mottekasteel Barlham Laag Keppel.
Onder een begroeide heuvel in het landgoed Keppel liggen de resten van het oude mottekasteel Barlham. Het was een houten burcht. Circa 13e eeuw werd de houten burcht vervangen door een stenen burcht. De Gelderlander van 23 – 11 – 2016 vermeld dat de Pallandt van Keppel Stichting van de familie Van Lynden het weer zichtbaar wil maken. De motte zal niet toegankelijk zijn voor het publiek, maar excursies zullen worden overwogen. Meer info bij de genoemde stichting.
http://www.mulra.nl/landgoed.html
Uit de oude bladen.
Allerlei.
Vreemd. – Terwijl het mond en klauwzeer zich in de omtrek van Doesburg overal uitbreidt, o. a. te Dieren, Steenderen, Doetinchem, Hummelo – Keppel, heeft de minister van Binnenlandsche Zaken termen kunnen vinden, om voor laatstgenoemde gemeente zijn beschikkingen van 23 Maart en van 4 Mei in te trekken, zoodat het weer geoorloofd is, herkauwende dieren en varkens uit de gemeente te vervoeren. Ra, ra, wat is dat?
De Tijd, godsdienstig - staatkundig dagblad 20 - 05 - 1899.
Bijzondere links:
https://www.plaatsengids.nl/hummelo-en-keppel
Wat te doen in Keppel. http://www.inkeppel.nl/
http://www.hummelo-en-oranje.nl/
Laag-Keppel en Hoog-Keppel gepresenteerd door VVV Bronckhorst
Laag-Keppel en Hoog-Keppel gepresenteerd door VVV Bronckhorst
Literatuur:
Namen op de kaart: oorsprong van geografische namen in Nederland en Vlaanderen
Door Riemer Reinsma Uitgeverij Atlas Antwerpen – Amsterdam.
Geschiedenis en Beschrijving van Doetinchem
Door K. H. Greeven
Palaeohistoria 47/48: Acta Et Communicationes Instituti Bio .geredigeerd door Paj Attema,Jn Lanting,Ma Los-Weijns,A. J. Nijboer Uitgave Barkhuis Publishin Groningen 6.
Oosthoek encyclopedie deel 7. N. V. A. Oosthoek’ s uitgeversmaatschappij Utrecht.
G. Brugsma ’s Atlas van het Koningrijk der Nederlanden. Uitgegeven door Dr. L. Ali Cohen.B. Wolters Groningen. Mei 18864.
Sempervirens: Weekblad voor den tuinbouw in Nederland. Amsterdam – D. H. Centen 1875.
Romeinche, Germaansche of Gallische oudheden in Nederland, België en een gedeelte der aangrenzende landen. Dr. C. J. C. Reuvens, voortgezet en uitgegeven door Dr. C. Leemans en Dr. L. J. F. Janssen. Uitgegeven door H. W. Hazenberg en Comp. Te Leiden 1845.
Lichtenvoorde.
Een nijvere boerin in Harreveld nabij Lichtenvoorde spint vlasgaren met een zogenaamde dubbele vlocht. Ze spint dus twee draden tot één op een spinnewiel.
Lichtenvoorde is al heel oud. Wanner het stadsrechten kreeg is niet bekend.
Maar nog ver daarvoor was de streek al bewoond. Dat was al ver voor onze jaartelling het geval. Dat blijkt uit de voorhistorische voorwerpen die in de omgeving zijn opgegraven.
Mogelijk betekent de naam een doorgang door het veen of bosgebied. Een voorde kan ook een recht van doorgang betekenen.
Lichtenvoorde werd door Slichtenhorst als een stedeke met ene slot en eene poort genoemd.
Het dorp had circa 1855 ongeveer 3250 Rooms Katholieken 361 Nederlands Hervormden, 16 Afgescheidenen en 5 joden binnen haar grenzen.
In 1854 had Lichtenvoorde 3640 inwoners. Deze woonden in 536 woningen. Deze woningen gaven aan 627 gezinnen onderdak. Van de bevolking behoorden er 3290 inwoners tot de Rooms Katholieke kerk. 330 gingen naar de Nederlands Hervormde kerk. Circa 14 mensen waren Christelijk Afgescheiden.
Huis te Lichtenvoorde ook wel het kasteel Lichtenvoorde genoemd was een waterburcht. Dat betekend dat het omgeven was door water. Het kasteel is gebouwd door Gijsbert IV van Bronckhorst aan het begin van de 14e eeuw. Frederik van Bronchorst bouwde er in een kapel nabij het kasteel. Bij het kasteel ontstond later het dorp Lichtenvoorde. In 1616 werd Lichtenvoorde een zelfstandige heerlijkheid. Bij deze heerlijkheid behoorden ook de havezaten Harreveld en Tongerlo. In 1776 kocht Willen V, Stadhouder, het kasteel Lichtenvoorde. Circa 1790 is het kasteel afgebroken. Aan het kasteel was de titel ‘Heer van Lichtenvoorde ‘verbonden. Koning Willem Alexander is daardoor nog ‘Heer van Lichtenvoorde.’
Het enige wat er nog aan herinnerd is het Richtershuis. Dat is het voormalig koetshuis van het kasteel.
Openbaar vervoer Lichtenvoorde.
In 1880 werden er plannen gemaakt voor het uitbreiden van de tramlijn van de stoomtramlijn Groenlo – Lichtenvoorde door te trekken naar Aalten, Varsseveld en Terborg. Initiatiefnemer was de G.S.M. Dit plan sneuvelde echter. In 1893 probeerde men opnieuw het openbaar tramlijn vervoer in de omgeving van Lichtenvoorde te realiseren. Ook dat plan haalde het niet. In 1908 vond de opening plaats van de lijn Lichtenvoorde – Groenlo – Harreveld plaats. Deze werd al snel opgevolgd door de opening van de lijn Lichtenvoorde – Groenlo – Zeddam. Eind april 1910 werd de lijn Lichtenvoorde – Bocholt in gebruik genomen. De lijn – Bredevoort – Aalten – Bocholt was van groot belang voor de arbeidskrachten uit Aalten en omgeving die in Bocholt hun brood verdienden. Dit zijn maar enkele grepen uit het openbaar vervoer van Lichtenvoorde en wijde omgeving.
Deze gegevens heb ik ontleend uit: Op smalspoor door Oost-Gelderland
Door H. Nieweg Uitgegeven door E. J. Brill te Leiden in 1976. Mogelijk nog verkrijgbaar bij Boekwinkeltjes.
Openbaar vervoer.
De Graafschapbode van 25 – 08 – 1888 berichtte dat met den eersten september aanstaande onze Omnibus- Maatschappij geregeld éénmaal per dag van Zieuwent naar Lichtenvoorde en terug een omnibus zal laten lopen.
In Lichtenvoorde werd, zo bericht de Graafschapbode op 18 – 02 - 1893, een commissie benoemd ten einde te onderzoeken, in hoeverre het plan tot het aanleggen van een tramlijn Station – Lichtenvoorde, levensvatbaarheid mocht hebben.
Kerken in Lichtenvoorde.
De R. K. kerk in Lichtenvoorde draagt de naam van zendeling Bonifatius. Deze is door de architect Wolter te Riele in 1912 – 1913 gebouwd. Deze architect is op 08 – 08 – 1867 te Deventer geboren. Hij overleed te Utrecht op 13 – 02 – 1937.
Hij bouwde de meeste kerkgebouwen in de neogotische stijl.
De kerk in Lichtenvoorde had een eerder kerkgebouw dat was een waterstaatskerk.
Het nieuws van den dag: kleine courant van 07-07-1884 melde dat te
Lichtenvoorde de R. C. kerk werd geraakt door de bliksem, maar geraakte niet in brand.
De Nederlands Hervormde Johanneskerk.
Een voorganger van deze kerk is een kapel die is gebouwd in 1496. Deze wordt gebouwd bij zijn kasteel door Frederik van Bronckhorst – Borculo.
In 1616 gaat het dan bouwvallige gebouwtje over in Protestantse handen. De huidige kerk is in 1648 gebouwd. De toren staat enigszins scheef.
De Gereformeerde kerk Lichtenvoorde.
http://www.oudheidkundelichtenvoorde.nl/node/40
De dorpen in de directe omgeving liggen in een fraai coulisselandschap er omheen. Dat zijn Zieuwent, Harreveld en Lievelde.
Onder de rook van Lichtenvoorde ligt het dorpje Harreveld. De oudste vermelding van Harreveld dateert uit circa 1200. Het is dan een Huis te Harreveld. Ook wel Herveld, Hervelde, Herfelde enz. genoemd. Het werd als leen ook wel het Hoff toe Dieterding genoemd. Het is dan een leen van het Huis te Bergh. Het Huis te Harreveld is vooral bekend geworden door haar bewoonster de Freule van Dorth. Meer over deze strijdbare vrouw op: http://www.isgeschiedenis.nl/sterke-vrouwen/de-freule-van-dorth-strijdbare-orangiste
Harreveld heeft ruim 1400 inwoners.
In het centrum domineert de statige Sint Agathakerk.
Lievelde ligt ten Noord – Oosten van Lichtenvoorde aan de Europaweg 38 A. Het heeft ruim 1500 inwoners. Het heeft een station aan de lijn Groenlo – Lichtenvoorde – Winterswijk.
In Lievelde bevindt zich ook een oorlogsmuseum dat gaat over de luchtoorlog 1940 – 1945. In deze oorlog storten er circa 6500 vliegtuigen neer. Waarvan er ongeveer 400 in de Achterhoek. Het museum is gevestigd aan de Europaweg 34.
7137 HN LIEVELDE Kijk voor meer op: http://www.crashmuseum.nl/
Momenteel hoort Lichtenvoorde bij de gemeente Oost – Gelre.
Ziekten in Lichtenvoorde.
Tyfus.
In Lichtenvoorde kwamen in 1869 vijf gevallen voor van tyfus. Eén daarvan overleed. De gezondheidstoestand van de bevolking was goed te noemen. Er was geen acute exanthemata geconstateerd. Ook waren er in de winter weinig sterfgevallen ten gevolge van chronische zieken waargenomen. In november en december van het hierboven genoemde jaar heerste er wel bij kinderen kinkhoest. Zeer groot was wel het aantal vroeggeboorten en doodgeborenen.
Braakloop heerste in 1839 behoorlijk in Lichtenvoorde. Deze ziekte, ook wel Cholera genoemd heerste in ons land vanaf 1832. Er vielen in ons land duizenden slachtoffers.
In Lichtenvoorde moet de gevreesde ziekte zijn overgebracht door iemand die in Utrecht in het choleraziekenhuis was geweest. Bij zijn terugkomst in Lichtenvoorde heeft de ziekte zich bij hem geopenbaard, doch is hij er wel van genezen. Dit meldde de Arnhemsche Courant op 13 – 09 – 1832.
Door gemeentebestuur van Lichtenvoorde waren verschillende maatregelen genomen. Zo zijn er voor onvermogenden gratis desinfectiemiddelen verstrekt.
Natuurgebieden.
Het Schaarsheide, die ten Z – O van Lichtenvoorde ligt is circa 3 ha groot. ’t Clooster dat iets verder naar het oosten ligt is 50 ha groot. Dit is een zeer fraai gebied.
Het Lievelderbroek is circa 4 ha groot. Dat ligt in het dal van de Baaksebeek. Het is een overblijfsel van een oorspronkelijk moerasgebied. Het bevat een aantal kleine, maar fraaie bosjes.
Het Lievelderveld is circa 18 ha groot. In dit enigszins golvend gebied staan grove dennen en jeneverbesstruiken. Uiteraard groeit er ook hier en daar wat heide. De levendbarende hagedis heeft ook hier zijn leefgebied.
Lichtenvoorde 1000 jaar.
De Graafschap -bode : 14-08-1946.
Interessante links:
https://www.plaatsengids.nl/lichtenvoorde
http://www.oudheidkundelichtenvoorde.nl/
Het erve Kots.
http://www.ervekots.nl/over-erve-kots
Literatuur:
Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden: Door Abraham Jakob van der Aa Uitgeverij J. Noorduyn en zoon te Gorinchem 1854.
Schetsen en taferelen uit de Achterhoek. J. A. Klokman. Druk: F. A. de Jong te Arnhem.
Natuur en Wandelgebieden in Nederland Vereniging van Natuurmonumenten.
Verslag van der Toestand der Provincie Gelderland, gedaan aan de provinciale staten. G. W. van der Wiel & Co 1870.
Statistisch jaarboek voor het koninkrijk der Nederlanden. Uitgave van Weelden en Mingelen 1839.
---------------------------------------------------
Neede.
Het dorp Neede is ook al heel oud, In 1188 wordt het al genoemd. Het behoort dan tot de heerlijkheid Borculo. Het is een fraai dorp dat is ontstaan aan de zuidkant van een stuwwal. Het lag aan de Hessenweg van Deventer naar het Duitse Vreden. De naam Hessenweg kent twee uitleggingen. De één zegt dat het gaat om koopmanswegen die leiden naar het graafschap Hessen – Kassel. Maar anderen zeggen dat het gaat om paardenwegen. Hers is de oude benaming van paard. Hoe dan ook, Neede lag vroeger aan zo’ n oude Hessenweg.
Dat kon uiteraard voordelen bieden voor de handel.
De naam Neede komt vermoedelijk van de hier gevonden kleilaag in de directe nabijheid Needese berg die men Needien noemde.
Plattegrond omgeving Neede. Bron: http://www.topotijdreis.nl/
Circa 1850 bevatte het dorp Neede ook nog de buurtschappen Achterveld, Broeke met de buurtschap Rietmolen, Hoonte, Loghuizen, Noordijk, en Ruwenhof. Men heeft er een weefschool gehad in het leren vervaardigen van calicots. Wel waren er in die tijd 6 textielbedrijven waar calicots werden gemaakt.
Deftige huizen had men in Neede niet. Doch in het begin 1800 zijn er wel een paar deftige huizen gebouwd in het dorp. Daardoor, schrijft A van der Aa, is het dorp zeer in aanzien toegenomen.
Kerken in Neede.
De Nederlands Hervormde kerk was voor de reformatie gewijd aan de Heilige Cecilia. Na de reformatie is de kerk in het verval geraakt. Op 17 augustus is het gebouw gesloten. Nadat de kerk, op de toren na, was gesloopt, is er op dezelfde plaats een nieuwe vergaderruimte gebouwd. De eerste steen werd gelegd op 7 juli 1846. Op 9 januari 1848 werd de kerk ingewijd. Bij de laatste zijn er enkele fraaie beelden opgegraven.
Bijzonder fraai is het laat gotisch portaal uit de 15e eeuw.
De Rooms Katholieke kerk Sint Ceaciliakerk staat aan de Borculoseweg. Het is een driebeukige kerk. De kerk is in 1949 op dezelfde plaats van zijn voorganger gebouwd door Joh. H. Sluijmer. De oude kerk die in de oorlogsjaren zwaar was beschadigd, was van 1898.
De Gereformeerde kerk Vrijgemaakt.
Deze kerk werd geïnstitueerd op 12 juni 1890. De Vrijmakingsdatum is 15 juni 1945. Website; http://www.gkvneede.nl/
Adellijke huizen Neede.
De meeste adellijke huizen stonden ten zuid – westen van Neede. Richting Gelselaar.
Kasteel Bevervoorde.
Dit kasteel is vermoedelijk gebouwd in de 15e eeuw. Het had een afmeting van 30 bij 50 meter. Qua gebouw is er nog weinig bekend. Wel is er in 2005 enige archeologisch onderzoek gedaan.
De Hoeve.
Dit was een kasteel, of een kasteelachtige boerenhoeve.
In 1650 wordt het een adellijke havezate genoemd. Zie voor meer op: http://www.oudnoordijk.nl/ Kijk daar bij: Verdwenen boerderijen en huizen in Noordijk.
Huize De Kamp.
De vroegste vermelding is 1469. Het was toen een havezate in de heerlijkheid Borculo.
Zie voor een mooi filmpje op: https://www.youtube.com/watch?v=0h1YYWvI6uw
Ook de Historische Kring van Neede spant zich in dat Huize De Kamp behouden blijft voor alle inwoners van Neede. http://www.historischekringneede.nl/
De cycloon van 1926.
De cycloon van Borculo treft ook Neede. De fabriek van de gebroeders Ter Weeme ging geheel in puin. Spoorwagons op het stationsemplacement waaiden als lucifersdoosjes om.
De gebouwen van de fabriek van Gebr. Ter Weeme, zoals de sterkerij, blekerij en weverij moesten het ontgelden. De grote fabrieksschoorsteen waaide om en viel door het dak en kwam op de stoomleiding terecht. Dit had tot gevolg dat de hete stoom alle kanten uitblies.
De circa 300 arbeiders in de fabriek hadden de storm zien aankomen. Zij hadden bijtijds hun toevlucht genomen in de kelders van het bedrijf.
De kom van Neede bleef gelukkig enigszins gespaard van de verwoesting.
In de gehele Achterhoek vielen zeven mensenlevens te betreuren.
De ramp van Borculo trof niet alleen Borculo. maar ook tal van andere plaatsen, zoals Neede.
Deze gewonde vrouw laat zich fotograferen door de Graafschapbode in 1927.
Natuurgebieden rondom Neede.
Het Teeselinkven is met 18 ha niet groot. Maar oh, wat is het een belangrijk gebied. In 1188 is het aangelegd. Het heet dan het Hof van Thescelinc. Het moet een vrij groot hof zijn geweest. In 1716 wordt het eigendom van de provincie Overijssel. In 1832 Waander Teeselink de eigenaar. Oorspronkelijk was het een bos en heidegebied. Het ven ontstond doordat men de humusrijke grond gebruikte om baggerturf of blokjes van te maken.
In 2000 is het inmiddels verlandde gedeelte uitgegraven. Dat resulteerde in een enorme diversiteit aan flora en fauna.
Sinds 1967 is het in eigendom van Geldersch landschap en Geldersche kasteelen.
Het Needse Achterveld.
Het Needse Achterveld heeft een oppervlakte van 143 ha. In dit gebied komen nog uitgestrekte heidevelden voor. Hier vindt je nog dopheide en veenmossen. Het is vooral van belang dat dit gebied behouden blijft voor tal van diersoorten. Ook de vlindersoort het Gentiaanblauwtje heeft hier zijn leefgebied. Het gebied wordt begraasd door runderen.
Zie voor meer: http://www.hetachterveld.nl/
De Needse berg.
De Needse berg heeft een hoogte van bijna 35 meter. Hij ligt in de buurtschap Lochuizen. Door het dal ten noorden van de heuvel stroomt de Buurserbeek. In het dal ten zuiden van deze heuvel stroomt de Bolksbeek. De Needse berg is ontstaan in de voorlaatste ijstijd. De diepe kuilen zijn ontstaan door klei en zandwinning. Belangrijke vondst is wel de kies van een bosolifant, de Elephas Antiquus in 1953. Die was in die tijd groter dan de Mammoet. De bosolifant had gemiddeld een schouderhoogte van 3.70 meter. Een geweldig dier dus, dat zich voedde met blaadjes en twijgjes.
Elephas Antiquus. De Mens van circa 180 cm.
Het Olthaar.
Het Olthaar is een landgoed nabij de Buurserbeek. Het ligt nog net in de provincie Gelderland. Het is 36 ha groot, dat bestaat uit bos. Het is een recreatieterrein. In de poel leven een aantal groene kikkers.
Dorp van vleermuizen en jam.
http://www.vleermuizendorp.nl/wp/
Maasbode 11 - 09 - 1913.
Uit de oude dagbladen.
Tot gemeente – vroedvrouw alhier is benoemd Mej. Roelfsema te Diepenheim.
De Graafschap – bode 30 – 01 – 1892.
Drie gevallen van dysenterie, waarvan twee met doodelijken afloop, zijn te Noordijk, onder deze gemeente, voorgekomen.
De Graafschap – bode 27 – 02 – 1892.
Door tusschenkomst van den agent Boterenbrood alhier, zullen binnenkort weder 10 personen uit deze omgeving naar Amerika vertrekken.
De Graafschap – Bode 24 – 02 – 1894.
Poging tot moord.
Te Zutphen zijn door de rijksveldwacht gevankelijk binnen gebracht de gebroeders W., uit Neede, verdacht van poging tot moord op den fabrieksarbeider B.
De Amsterdammer Dagblad voor Nederland 08 – 12 – 1896.
Neede.
De dolerenden in deze gemeente hebben hun lidmaatschap van de Ned. Herv. Gemeente opgezegd en zijn overgegaan tot de Chr. Ger. Gemeente te Geesteren.
De Graafschap – Bode 09 – 02 – 1889.
De jamfabriek.
Een advertentie uit de Maasbode 11- 09 – 1913.
Aanbevolen links;
https://www.plaatsengids.nl/neede
Voor oude veldnamen kunt u veel vinden op: http://www.oudnoordijk.nl/Noariker%20Joargang_bestanden/VELDNAAM.pdf
Literatuur:
Wikipedia.
Geldersch landschap en Geldersche kastelen.
Thuis in de Achterhoek, Peter van der Ros Terra , 2007 Arnhem.
Reizen door de Benelux. Provincie Gelderland.
Kijk op Gelderland. Onder redactie van Tom Bouws. Elsevier Amsterdam – Brussel.
Reliëf in Tijd En Ruimte: Interdisciplinair Onderzoek Naar Bewoning en landschap van Oost – Nederland tussen de vroege prehistorie en middeleeuwen. door R. Van Beek. Sidesstone Press, Leiden. IBSN 9790=8890-048-8.
Natuur en wandelgebieden in Nederland. Vereniging Natuurmonumenten.
Mooi Gelderland. Handboek Geldersch Landschap Geldersche Kasteelen.
Ruurlo.
Kasteel Ruurlo | Museum MORE
Militaire parade Ruurlo 1939 ter gelegenheid van de 28e verjaardag van Prins Bernard. Om half twaalf s ochtens werd in de Dorpstraat een défilé gehouden voor de autoriteiten. Hierbij waren aanwezig burgemeester A. E. van Arkel en zijn echtgenote, wethouder mr. W. baron Van Heeckeren van - Kell en echtgenote, kapitein Hubregtse en de gemeentesecretaris. s'Middags vonden er op het terrein allelei volksspelen plaats. Vlak bij de Binnemansdijk vonden ook spelen plaats waaronder Ringsteken, Op de weide er naast werd er mastgeklommen, paalslaan, tonnetjesteken, zaklopen, hardlopen, estafetteloop en touwtrekken. Tot slot was er nog een gecostumeerde voetbalwedstrijd. De dag werd besloten met een dansje.
Graafschapbode.30 - 06 - 1939.
Ruurlo, wie heeft er nooit van gehoord. Begin jaren tachtig van de 20e eeuw was het kasteel van Ruurlo de locatie van een televisieserie, ‘De zevensprong’.
Ruurlo werd lang geleden Roderlo genoemd Ook wel Roerlo. Mogelijk moeten we hier denken aan gerooid bos.
Huize Ruurlo.
Huize Ruurlo werd al in 1326 genoemd. Vanaf 1420 is het vijf eeuwenlang in het bezit geweest van rijke familie van Heeckeren van Kell. Het is een voormalige havezate. De ten zuiden liggende losstaande toren dateert uit de 17e eeuw. Bij het Huis behoort een watermolen aan de Ruurlose beek. Het fraaie park is aangelegd door in landschapsstijl. In 1880 is het door de bekende tuinarchitecten Zocher. Het is een echte bezienswaardigheid.
In de lommerrijke omgeving van Ruurlo liggen een aantal prachtige hallenhuisboerderijen.
In het kasteel is de Carel Willinkcollecte ondergebracht.
Een zeer fraaie eikenlaan van ruim 700 meter is van ouds een zichtlaan van het kasteel.
Berend van Galen.
Berend van Galen was eind 17e eeuw aardig actief in dit deel van ons land. Om zijn leger van voedsel te voorzien werd er door hen, nadat hij in 1672 Grol had ingenomen, een strooptocht ondernomen in de omgeving van Ruurlo. Al gauw hadden ze een aantal koeien van de beste soort bij elkaar geroofd. Nu hadden ze met één ding geen rekening gehouden. De moerassen stonden blank. Ze moesten dus een omweg maken, en over de Lembrug richting Borculo. Maar dat werd hen noodlottig. Daar lag een onderdeel van het Staatse leger zich verscholen. Er kwam geen enkele koe door. Een klein aantal van de troep van Berend van Galen kwam te Grol aan om de nederlaag mede te delen. Of de Ruurlose boeren hun vee hebben terug gekregen vermeld de geschiedenis niet.
De Nederlands Hervormde kerk.
Deze kerk was oorspronkelijk gewijd aan Sint Willibrord.
Het schip van de kerk dateert uit 14e eeuw. De toren dateert uit eind 15e eeuw.
De vroegste vermelding van de kerk is uit 1326.
Zie voor een uitgebreid overzicht op: http://www.oldreurle.nl/historie-n.-h.-kerk.html
R.K. St.-Willibrorduskerk.
Deze Rooms – Katholieke kerk, die gewijd is aan Sint Willibrord is gebouwd door de beroemde Nederlandse architect P. J. H. Cuypers. Deze ontwierp de eenbeukige kerk. De huidige kerk is driebeukig. Deze zijbeuken zijn in 1937 – 1938 gebouwd naar een idee van J. H. Sluijmer.
Zie voor een uitgebreid overzicht op: http://www.oldreurle.nl/historie-r.-k.-kerk.html
Overige kerken.
Leden van de Gereformeerde kerken vrijgemaakt kunnen zich voor info wenden tot de Lichtenvoorde - GKV Apeldoorn-Zuid
De Boskapel.
De schoolmeester Bernhard Barendsen deed in de eerste helft van de 19e eeuw een verzoek aan de gemeente Ruurlo om een school te beginnen. Het rijk, de gemeente Ruurlo en de provincie betaalden elk een deel van de kosten. De gemeente Ruurlo moest echter zorg dragen voor een geschikt stuk grond. Baron van Heeckeren van Kell stelde een stuk grond beschikbaar aan de Boskapelweg. In 1845 telde de school meer dan 100 leerlingen. De school werd Veldhoekschool genoemd.
In 1882 moest de school haar duren sluiten omdat de gemeenten Ruurlo en Hengelo ( Gld) besloten een nieuwe school te bouwen in de omliggende buurtschappen Varssel en Bruil. Het sluiten van het gebouwtje betekende niet het einde. Baron Alexander ontfermde zich over het pand. Hij laat het opknappen en voorziet het van een torentje.
Kort en goed, het wordt een kerkje. Na jarenlang als zodanig te zijn gebruikt is het wegens terugloop van bezoekers en financiéle problemen in 2004 gesloten.
Maar Baron van Heeckeren had waarschijnlijk een groot hart voor het christelijk onderwijs. Om de kinderen toch christelijk onderwijs te laten volgen zorgde hij weer voor een stuk grond waarop een christelijke school werd gebouwd. Laat de kinderen tot Mij komen (Marc. 10:13-16), staat op het gebouw aan de Kapersweg. Zie voor deze tekst ook: https://www.holyhome.nl/bps-19.html
Te Ruurlo steeg onder grote belangstelling op het tentoonstellingsterrein Luitenant Focquin de Grave met zijn medepassagier Opperwachtmeester D. Dijkstra van de Luchtvaartdienst te Soesterberg op. Op de foto wordt de mand aan de ballon vastgemaakt. Graafschapbode 29 - 08 - 1938.
De schietvereniging Ruurlo 1 te Ruurlo.
Toen in 1936 de competie van de schietbond Oost Gelderland was beïndigd kon de schietvereniging Ruurlo 1 zeggen dat ze kampioen zeggen dat kampioen in de derde klasse met 1825 punten. Na deze zal men de strijd moeten aanbinden tege de schietvereniging Lintelo 1 en Lintelo 2. Daarna zal men naar een hogere afdeling kunnen promoveren.
Graafschapbode 31 - 08 - 1936.
Ruurlo ligt aan de spoorlijn van Zutphen naar Winterswijk. Deze is in 1878 aangelegd. De Graafschapbode van 03 – 03 – 1888 vermeld het station Ruurlo H. IJ. Spoorwegmaatschappij wordt opgenomen in het binnenlands rechtstreeks veevervoer.
Klik hier voor een mooi filmpje; http://www.gelderlander.nl/achterhoek/oud-treinlijntje-weer-even-in-de-spotlights~a11f2b1a/http://www.gelderlander.nl/achterhoek/oud-treinlijntje-weer-even-in-de-spotlights~a11f2b1a/
Doolhof Ruurlo
In 1856 had de gemeente Ruurlo, wat ook wel Roderlo werd genoemd, 1940 Nederlands Hervormden, 660 Rooms katholieken en 5 Israëlische bewoners.
In het Algemeen politieblad van het Koningrijk der Nederlanden van 1855 in de vierde jaargang, wat is uitgegeven op last van de minister van justitie staat dat opsporing wordt verzocht van Wentink, Johanna, oud 16 jaren, dienstmeid, laatst woonachtig te Ruurlo, maar vroeger in Steenderen, waar zij geboren is. Zij heeft op 15 julij jl. de woning van haren meester Geert Jan Tankink te Ruurlo heimelijk verlaten, medenemende een gebloemde tulle muts, een halfsleet zwart bont katoenen jak, en een paar vrouwenschoenen. De officier van justitie te Zutphen verzoekt opsporing aanhouding en berigt.
Berent Wildrik een vurig patriot te Ruurlo begraven.
Berent leefde van *1754 (Zutphen) tot †1831 ( Ruurlo).
Berent Wildrik werd ook wel vadertje Wildrik genoemd. Het was in die tijd geen rozengeur en maneschijn in de Nederlandse politiek. De regenten hadden de macht. De gewone man had niet veel te zeggen. Ook in Ruurlo was dat het geval. Daar waren ook Oranjegezinden en de patriotten. Berend had veel sympathie voor het democratisch gedachtengoed. Of hij ook wordt verdacht dat hij betrokken is geweest bij het manuscript ‘Aan het volk van Nederland,’ Maar dat was, blijkt later, geschreven door de van geboorte Tielse baron Joan Derk van der Capellen tot den Pol. Dit wordt ook wel genoemd ‘het geheim van Appeltern. ‘ Wel behoort Berent Wildrik tot de ondertekenaars van een rekest tegen het stadsbestuur. Daarin wordt opgeroepen tot meer democratie. Veel meer over Berent Wildrik is te lezen op:
De hoofdonderwijzer Zwart.
De hoofdonderwijzer Kerst Zwart werd op 1 april 1859 geboren in het Friese Nijehaske Gemeente Haskerland bij Heerenveen. Hij overleed op 2 december 1935 te Bloemendaal. Hij werd in Ruurlo begraven. Zoon van Sander Kerstes Zwart en Annigje Hendriks Bloemsma.
Hij was in het Groningse Beerta onderwijzer geweest.
In 1885 kwam hij naar Lochem waar hij les gaf aan de Muloschool.
Inmiddels was hij al weer vertrokken naar Ruurlo. In 1885 behaalde hij te Arnhem de akte van bekwaamheid hoofdonderwijzer. Op 1 mei 1889 benoemde de gemeenteraad hem tot hoofd van de openbare school.
- Zwart is voornamelijk bekend geworden door zijn boeken over de natuur in de Graafschap. De naam Achterhoek beviel hem eigenlijk niet zo.
Zwart was ook geïnteresseerd in de geschiedenis van de streek.
Hij schreef ook in de regionale kranten Lochemse, en Zutphense courant. Hij beschikte over een levendige manier van vertellen.
Wetenswaardigheden over de naam van het dorp Ruurlo.
De naam Ruurlo komt soms op onverwachte plaatsen voor. Zo ontdekte ik dat er een schip is genoemd naar het dorp Ruurlo. Het is de s. s. Ruurlo die in 1917 is gebouwd. Het mat bruto 3156 en netto 1932 ton. Het was in eigendom van de stoomvaart Mij. Te Rotterdam. Het is verkocht naar het toenmalige Yoego - Slavië.
Grappig.
In de Graafschapbode van 15 – 06 – 1934.
A s. Zondag moet Ruurlo 1 tegen Ruurlo 2 alhier een match spelen. Voor Ruurlo 1 is het een degradatie – en voor Ruurlo 2 een promotiewedstrijd.
Agneta.
Aan de Borculoseweg in Ruurlo staat een pel – olie – en korenmolen Agneta. Deze molen is in 1851 gebouwd. In 1914 is de molen omgebouwd tot houtzaagmolen. Kijk voor meer op: http://www.vaags.nl/houtzagerij_houtzagerij.asp
Buurtschappen Ruurlo.
De Bruil is de grootste buurtschap onder Ruurlo. Meer over deze actieve buurtschap op: http://www.debruil.nl/
Brinkmanshoek is een buurtschap welke ligt ten noord – oosten van Ruurlo.
Natuur om en nabij Ruurlo. Brinkmanshoek is een buurtschap die ligt ten noordoosten van Ruurlo. In deze buurtschap ligt een prachtige Boter, kaas en kampeerboerderij. Kijk voor meer op: https://www.nibink.nl/
De Haar.
Hier stond vroeger een boerderij met die naam.
Mooie links:
https://www.plaatsengids.nl/ruurlo
YOU TUBE. / De Zevensprong serie.
Vakantie in Ruurlo.
Literatuur:
Schetsen en tafereelen uit den Achterhoek: Door J.A. Klokman Uitgeverij W. J. Raadgeep te Doetinchem 1856.
Biografisch Woordenboek Gelderland deel 1 Onder rectie van drs. P.W. van Wissing, drs. R. M. Kempenbrink, dr. J. A. E. Kuys. En E. Pelzer.
Thuis in de Achterhoek. Peter van der Paard. Uitgave Terra.
De Oude Tijd. Door J. ter Couw. Uitgeverij A. C. Kruseman Haarlem, 1872.
Algemeen politieblad van het Koningrijk der Nederlanden van 1855.
Kijk op Gelderland. Elsevier – Amsterdam.
Wikipedia.
Lichtenvoorde - GKV Apeldoorn-Zuid Kasteel Ruurlo: 'Dat heerlijke leventje is nu wel voorbij.' - Stichting ... Berent Wildrik - Cultuurtijdschriften
Steenderen.
Plattegrond Steenderen.
Steenderen werd omstreeks het jaar duizend al genoemd. In de oudheid werd het ook wel Stiense en Steenre genoemd. Het dorp is ontstaan op een oeverwal van de rivier de IJssel. Van Steenbergen is al sprake in 1046. Dan wordt het Steenre genoemd.
In 1846 was Steenderen nog een zelfstandige gemeente. Onder de gemeente Steenderen vielen toen Baak, Bakerweerd, Bronkhorst, Covik, Emmer, Lampstraat, Luur, Olburgen, Raa of Rah, en Toldijk. Het was dus best een grote gemeente van circa 3100 inwoners. Er stonden in die tijd 448 woningen die werden bewoond door 560 gezinnen.
De meeste inwoners verdienden hun inkomen in de landbouw. Ook werd er gedaan aan de veefokkerij. Deze veehandel floreerde vooral in de grazige weilanden aan de oevers langs de IJssel. In die tijd waren er drie steenovens, een linnenblekerij. Ook waren er vier lagere scholen. Eén in Steenderen zelf één in Toldijk, één te Baak en één in Bronkhorst.
De rampen in Steenderen van 1762, 1774, 1782 en 1784.
Op 27 april 1762 ontstond er in Steenderen een verschrikkelijke brand. In nog geen anderhalf uur waren er 28 gezinnen dakloos. Een man en vrouw kwamen bij deze verschrikkelijke ramp om het leven doordat het dak instortte. Twintig huizen werden een prooi van de verschrikkelijke vuurzee. Twaalf jaar later, in 1774 brak er een verschrikkelijke veepest uit onder de runderen. Van de circa 2000 runderen stierven er ongeveer 1700.
Op 12 maart 1782 sloeg om vier uur in de middag de bliksem in de toren van de kerk. Er ontstond heel veel schade aan de kerk. Het schoolhuis, drie andere woningen en het armenhuis werden volkomen in de as gelegd.
In maart van het jaar 1784 werd de gemeente Steenderen verrast door een overstroming. De Rijndijk boven Bislich bij Wezel was doorgebroken. De hele toenmalige gemeente van Steenderen stroomde onder. Er bleven maar circa 5 woningen gespaard voor het water. De kerk stond vol met rundvee Enkele dieren zijn verdronken. Gelukkig geen inwoners van dit door rampen geteisterde gebied.
Toch was dit nog niet het einde van al de rampen die de gemeente Steenderen te verduren kreeg. In februari 1799 was er weer hoog water in de Rijn. Onmiddellijk veranderede de weersgesteldheid en viel er een strenge vorstperiode in. Verschillende inwoners verbleven dagenlang op de daken van hun huis, of hadden zich op andere stellages in veiligheid gebracht. Omdat het ijs niet sterk genoeg was kon men hen niet goed bereiken met grote sleeën. Men gebruikte daar kleinere sleeën voor. Maar het laadvermogen was daardoor veel minder, zodat het veel meer tijd in beslag nam. Nadat de dooi begon in te vallen kon men hen bereiken met rivieraken.
In november 1800 woede er een felle storm in ons land. In de gemeente Steenbergen verwoeste deze vijf woningen. Ook werd er grote schade aangericht aan kerk en pastorie.
En in januari 1809 was het weer hoog water met zware ijsgang. Op de 31e januari dreven er circa 6 woningen gedeeltelijk, circa 3 geheel weg. Vele woningen liepen toen ook veel schade op.
In 1816 was het weer raak met het hoge water. Maar dat was in de zomermaand augustus. In het gebied van de IJssel is toen veel koren vernield. En in juli 1832 vond er een verschrikkelijke hagelbui plaats die gepaard gaande met onweer veel schade aanrichtte op het veld staande gewassen zoals koren en tuinvruchten. Er was ook veel glasschade. Ook werden er veel vogels getroffen door de hagel. Zelfs een ooievaar op zijn nest vond de dood. Deze gebeurtenis vond voornamelijk plaats aan de zuidkant van het dorp en in de buurtschappen Olburgen, Raa, Luur en Toldijk.
En tot slot was er op 12 januari 1838 een grote brand in Steenbergen. Tweehuizen en een zaadberg vielen ten prooi aan de vlammenzee. Daarbij kwamen vier stuks vee om.
De schade van een Engelse vliegtuigbom in een boerenschuur in de gemeente Steenderen is enorm. Of er slachtoffers zijn gevallen is niet bekend. De kippen hebben het in ieder geval wel overleefd.
De Nederlands – Hervormde kerk.
De Hervormde kerk in de Dorpsstraat no 20 had in 1846 ruim 1620 lidmaten. Deze woonden in Steenderen en Bronkhorst. Deze kerk droeg voor de Reformatie de naam Sint-Remigiuskerk.
Remigius was bisschop van Reims *plm.437 te Cerny-en-Laonnois - † 13 januari te Reims.
Het is een laat – gotische pseudobasiliek. Circa 1440 werd het koor gebouwd. In 1782 ontstond er een grote brand vanwege een blikseminslag. Daarbij ontstond een enorme schade aan de gewelven.
In de periode 1966 – 1972 is de kerk gerestaureerd. De kerk bezit een orgel dat gebouwd is door J. Mitterreither ( Graz *1733 - † 1800). Dit was een Oostenrijker, maar woonde en werkte in Nederland.
De R K. St.-Willibrorduskerk.
De R K. St.-Willibrorduskerk kerk had in 1846 circa 1150 leden. Deze woonden mogelijk in Steenbergen, Baak, Olburgen en Drempt.
De huidige kerk is gebouwd naar een ontwerp van ene H. J. Wennekes. De kerk kreeg als patroonheilige Willibrord.
De kerk is gebouwd in de jaren 1862 tot en met 1864 naar ontwerp van H.J. Wennekers en kreeg als patroonheilige Willibrord. Het orgel is gebouwd door de firma Verschueren. De kerk is een gemeentelijk monument.
De Bronkhorstermolen.
Even buiten Steenderen, aan de Spaensweertweg, staat de Bronkhorstermolen.
Deze is gebouwd in 1844. Het is een korenmolen, ook wel Beltmolen genoemd. Belt betekend heuvel. Voor 1844 stond hier eerst een standerdmolen. Maar die brandde in de nacht van 17 op 18 mei 1844 af. Dat was een dwangmolen. De naam dwangmolen betekend dat de inwoners van de gemeente Steenderen verplicht waren hun koren in deze molen te laten malen. Deze verplichting was een gevolg vanwege de rechten die de heren van Bronkhorst hadden op het gebruik van de wind. Een windrecht dus. Dit recht hadden ze tot 1795.
Elke zaterdag van 10:00 tot 16:00 is de molen geopend.
Zie ook: http://www.Bronkhorstermolen.nl/
In Steenderen staat het bekende bedrijf Aviko. Dit bedrijf staat bekend om de verwerking van aardappelen.
Steenbergen heeft 16 Rijksmonumenten.
Interessante links.
http://www.historischeverenigingsteenderen.nl/
http://www.hetsteenderslandschap.nl/
http://www.vvvbronckhorst.nl/over-bronckhorst/steenderen-bronkhorst-en-omgeving?sc_lang=nl-NL
Literatuur:
Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, Dr. A van der Aa. 1847.
http://www.dbnl.org/tekst/sten009monu05_01/sten009monu05_01_0191.php
Varsseveld.
Landkaart van Varsseveld en omgeving uit 1823.
Bron: http://www.topotijdreis.nl/
Varsseveld is al heel oud. In een akte uit het jaar 823 blijkt dat Varsseveld al bestond.
De oude benaming moet zijn geweest Wazovelde. Wazo of Waso is de oude benaming voor grasveld.
Maar het huidige woordje Varsse of Vars kan ook verwijzen naar de veeteelt die reeds eeuwenlang in het dorp aanwezig was.
Toch is er lang onduidelijkheid geweest over de herkomst van de naam van het dorp. In het Aardrijkskundig schoolboek van de provincie Gelderland schrijft J. van Wijk Roelandszoon in 1819 nog dat Varsseveld, waarschijnlijk genoemd naar Varus, een Romeinsch Legerhoofd, wiens keurbenden aldaar in de pan zouden zijn gehakt.
Varus is echter, naar men beweerd, in het Teutoburgerwoud door de Germaanse leider Arminius verslagen. Maar ook daar is weer verschil van mening over.
In de achttiende eeuw zijn de dubbele grachten rondom de toen al niet meer bestaande burcht gedeeltelijk gedempt. De woningen die er later op deze plaats werden gebouwd moesten echter op palen worden gebouwd.
In 1819 had Varsseveld 2429 inwoners Die voor het overgrote deel werkzaam waren in de Agrarische sector.
Momenteel heeft de plaats Varsseveld circa 6000 inwoners.
In de nabijheid van Varsseveld werd vroeger ijzeroer gedolven.
De ,,Olde Mölle’’ te Varsseveld verdwenen.
Dit is geen foto van de Graafschapbode zoals in dit artikel wordt gesuggereerd. Die foto was te onduidelijk.
Voor de bron van bovenstaande foto zie: http://www.fietsenindeachterhoek.nl/vmolens.html
Das Alte stünt
Es anderen sich die Zeiten….
De mooiste Stender – molen van de Achterhoek gesloopt.
De grootste en fraaiste stendermolen uit den Achterhoek, tevens de mooiste molen in zijn soort in het geheele land, is heden Maandagmiddag kwart voor één met een vervaarlijke dreun tegen Moeder Aarde geploft.
Eeuwenlang – de molen werd eertijds gesticht door den graaf van Bergh en dateert uit het jaar 1760 – heeft deze fraaie, robuste ,,olde kaste ‘’ zijn wieken gezwaaid door het landschap, dat hij tot sieraad diende. Als zodanig trok hij de algemeene aandacht en bewondering van hen, die oog hebben voor landschapsschoon. - ‘Onwillekeurig rijst de vraag, of deze prachtige molen niet uit de handen van den slooper gered had kunnen worden. Ruim f 100 was voldoende geweest om den ouden kolos voorloopig van den ondergang te redden. Reeds een viertal jaren terug kwam deze zaak ter sprake, toen de huidige eigenaar, de heer Willink, het vonnis wenschte te hebben voltrekken, doch het slooperswerk uitstelde in verband met voorloopige pogingen tot behoud van den reus. De heer Wilmink heeft 4 jaar gewacht en thans de knoop doorgehakt: sloopen! Wij waren heden Maandagmiddag op ,,de plaats des onheils” getuige van de executie, waarvan de fotograaf bijstaande foto maakte.
Jammer heel jammer, dat niet tijdig is ingezien dat een der oudste bouwwerken uit Varsseveld en tevens de fraaiste ,,stenderkasten” uit heel Nederland hier tot derving van een luttel bedrag aan onderhoudskosten voor altijd is vernietigd en weggevaagd.
De redactie van dit blad betreurt ’t dan ook dat zij niet in de gelegenheid is geweest de thans ten uitvoer gebrachte sloopersplannen tijdig te signaleren en een ,, reveil!”tot hare lezers te richten tot behoud van den fraaie molen.
Varsseveld en zijn ,,Olde mölle”behoorden bij elkaar en wij houden ons overtuigd dat met ons stellig zeer velen het verdwijnen van dit historisch monument, dat zoo bizonder paste in het landelijk karakter van zijn omgeving, als een gemis zullen voelen.
Graafschapbode. 04-04-1932
'
Hervormde Kerk te Varsseveld.
Grote of Laurentiuskerk
Officieel de Grote kerk maar wordt in de volksmond nog altijd de Laurentiuskerk genoemd.
Al rond het jaar 1000 was er een gemeente te Varsseveld. Deze viel toen onder de parochie van Zelhem. Maar het duurde tot circa 1150 voordat Varsseveld een zelfstandige parochie werd.
In 1658 had de kerk al een orgel. Dit is echter door de enorme brand van 1728 in Varsseveld verloren gegaan. In 1859 ging men over tot de aanschaf van een nieuw orgel. Dit werd gebouwd door de orgelbouwer Knipscheer te Amsterdam. In 1860 werd het orgel in gebruik genomen.
Het zal een H Knipscheer zijn geweest. Want de meeste orgelbouwers waren Hermanus Knipscheer. Dat ging van vader op zoon. Te denken valt dat het Hermanus Knipscheer 2 is geweest. Die leefde van 1802 – 1874.
De eerste predikant die na de reformatie in Varsseveld kwam was Godefridus Bucherus. Hij kwam in 1602 van Almen en Harfsen. Voor de Reformatie was hij ook al enige tijd pastoor in Varsseveld geweest. Vrijwel de hele gemeente ging met hem mee in de Reformatie. In 1627 moet hij, volgens Dr. A. van der Aa, uit zijn ambt zijn gezet. Hij moet daarna zijn vertrokken naar Duitsland waar hij weer terug gegaan is naar de Rooms Katholieke kerk.
De molen ‘De Engel’.
De Varsseveldse molen ‘De Engel’ is gebouwd in 1849. Het is een windmolen die staat aan de Hiddinkdijk. Hij had wel een voorganger die gebouwd is in 1724. Er kan nog steeds koren worden gemalen. In 1976 is de molen gerestaureerd. De molen is een monument.
Verzet 1940 – 1945 Varsseveld.
In Varsseveld was de verzetsgroep De Bark zeer actief. Zie voor meer op de onderstaande film.
https://www.youtube.com/watch?v=EbrEV0pwGu8
Zeer actief waren ook de Dames Jolink.
Veulenkeuring te Varsseveld. De Graafschap-bode 14-07-1939
Natuur bij Varsseveld.
De Varsseveldse kopjes.
De Varsseveldse kopjes bevinden zich in het gebied rondom Varsseveld. Het zijn heuveltjes van 1 a 2 meter hoog. Ze zijn ontstaan rond de laatste ijstijd. Kijk voor meer op: http://www.achterhoekweermooi.nl/?page_id=93
Tandem – Vlaswinkel is een natuurgebied dat 2 kilometer ten westen van Varsseveld ligt. Het zijn, zoals de naam al aangeeft twee gebieden. Deze twee bosgebieden bestaan uit gemengd loof en naaldbos. Deze bossen zijn oorspronkelijk aangelegd in een vochtig gebied. Vandaar dat ze zijn aangelegd op zogenaamde rabatten. De bomen werden geplant op de verhoogde grond van uitgegraven greppels. Het gebied is circa 60 ha groot.
Het natuurgebied Hiddink is de helft kleiner als Tandem – Vlaswinkel. Het is circa 30 ha groot. Maar ook heel anders. Het bestaat uit Eikenbos weilanden en akkers.
Maar het bosgedeelte is, evenals Tandem – Vlaswinkel, aangelegd op rabatten. Zie verklaring bij Tandem – Vlaswinkel. Door Hiddink loopt de mooie beek de Boven Slinge. Op diverse plaatsen staan rustbankjes .
Het Leemschebos is een klein bos van 8 ha groot. Dit bos is meer dan honderd jaar oud en heeft een prachtige ondergroei bestaande uit voornamelijk hulststruiken. Verder komen er de hennepnetel en de salomonszegel voor. Er bevind zich ook een reigerkolonie.
Wat verder van Varsseveld, richting Silvolde, Liggen de natuurgebieden Idink en Wissink.
Idink is een flink natuurgebied van 100 ha groot. Het bestaat uit weilanden, akkers, loof en naaldbos. Het is nog een restant van het vroegere kampenlandschap. Door het gebied liggen hier en daar nog een restant oud waterbeekje. Daarin bevinden zich amfibieën.
Wissink is een klein natuurgebied van 44ha.
Ten noorden van Varsseveld liggen nog de natuurgebieden Noorderbroek. Dit gebied is 53 ha groot. Dit bosgebied dat voornamelijk bestaat uit naaldbos is omstreeks 1858 aangelegd op natte heidegebieden broeden tal van vogels. Te denken valt aan de geelgors en appelvink etc.
Verder de gebieden Vennebulten, Dennen boord.
Openbare wegen en vervoer.
Varsseveld kreeg in 1885 een treinverbinding. Door de lijn Winterswijk - Zevenaar werd ook Varsseveld aangedaan. Momenteel via de lijn Arnhem - Winterswijk.
De provincie Gelderland verleende in 1850 Fl 10.000 subsiedie voor de aanleg van een kunstweg van Terborg, via Varsseveld naar Aalten.
De grote brand van Varsseveld.
In 1719 brandde het hele dorp af. Dat gebeurde op 20 september van dat jaar. Het gebeurde bij een zogenaamd steenfeest. Dat feest werd gehouden op een boerenerf circa een klein half uurtje buiten het dorp. Maar of de plaatselijke smid er wat mee te maken had is niet duidelijk.
Bert Scheuten schreef erover. Kijk op: http://www.verhalenbankjes.nl/verhalenbankjes/paginas/verhalennoord.html
Bij deze brand is vrijwel het gehele historische archief van Varsseveld verloren gegaan.
Graafschap-bode : 02-12-1940.
Links:
http://blog.seniorennet.be/toekan/archief.php?ID=205098
https://www.plaatsengids.nl/varsseveld
http://www.pgvarsseveld.nl/site/
Klik voor een belangrijk industrieel voor Varsseveld op:
Literatuur:
Aardrijkskundig schoolboek van de provincie Gelderland.J. van Wijk Roelandszoon in 1819.
Dr. A. van der Aa.
Aardrijkskundundig Woordenboek der Nederlanden. Uitgegeven bij Jacobus Noorduyn Te Gorinchem , 1818.
Natuur en wandelgebieden in Nederland. Vereniging Natuurmonumenten.
Kijk op Gelderland. Uitgave Elsevier.
Vragender.
Kerk te Vragender.
Vragender.
Vragender is een dorp in de gemeente Oost Gelre. Voor het jaar 2005 behoorde het tot de gemeente Lichtenvoorde.
Dr. A. van der Aa schrijft dat in 1848 is dat Vragender of Vrageren een buurschap is in het Graafschap Zutphen. Het heeft dan 520 inwoners die onderdak hebben in 80 woningen.
Veel is er over het Vragender van vroeger niet te vertellen. Maar toch wel wat hoor. Vragender was in 1188 een buurschap in het kerspel Groenlo. In 1444 wordt Vragender genoemd in een akte. Het gaat dan over de Sint – Jacobskapel. Volgens deze akte moesten de opbrengsten van de kapel ten goede komen aan de priester die in deze kapel dienst deed.
Tijdens de gevechten in de 80 jarige oorlog werd de kapel vernield. De ruïne is in 1983 gerestaureerd. Het is thans een Rijksmonument.
Vragender is ontstaan op een oude stuwwal. Het dorp ligt ten oosten van Lichtenvoorde. Zowel ten noorden, als aan de oost en zuidkant grenst het aan een prachtig stuk natuurgebied. Aan de noordkant ligt het Vragenderveld. In dit natuurgebied is vroeger een kei gevonden van 20.000 kg.
Deze ligt thans op de markt in Lichtenvoorde. 99 Schoenmakers uit Lichtenvoorde klaarden de klus. De afstand naar Lichtenvoorde was 4 km. Het is een beekdal en grasland.
Het Vragenderveen heeft een oppervlakte van 85 ha. Het is in eigendom van de Stichting Marke Vragenderveen. Het behoord tot het Natura 2000. Dat is een overkoepelende organisatie van gebieden die moeten worden beschermd vanuit de Vogel en Habitatrichtlijnen.
Aansluitend ligt het 262 ha grote Korenburgerveen. Het is een schitterend hoogveengebied. Zuidelijk van de spoorlijn bevinden zich blauwgraslanden, moerasbos en grote gedeelten vochtige heidevelden. Uniek is te noemen dat in dit veengebied het hoogveen weer aangroeit.
Mooie link van Meteoconsult. http://archief.weer.nl/?menu=view&cat=klimaat&item=vragenderveen15102004.wn
Op de Vragender Es moet mogelijk de oudste bewoning van Vragender worden gezocht. De Es ligt hoger dan de lager gelegen graslanden in het beekdal.
Engelse Schans of De Besselinkschans.
De Engelse Schans, ook wel De Besselink genoemd, ligt in het Vragenderveld. Dit is nog een restant van de versterkingen die ten tijde van de 80 jarige oorlog aangelegd door prins Frederik Hendrik. Dit hield verband met het beleg van Groenlo. Het ligt tussen de Schansweg en de Flierdijk. Het is een Rijksmonument.
Vanaf het 18 meter hoger gelegen gebied lopen verschillende beken richting Lichtenvoorde. Dat zijn de Weijenborgsebeek, de Vragenderbeek en de Visserijbeek. Gepoogd wordt om o. a. het water in de Besselinkschans langer vast te houden.
Antonius van Paduakerk.
De kerk is nog niet zo oud. In 1869 werd begonnen met de bouw die in 1871 werd afgerond. Het bedehuis is genoemd naar Anthonius van Padua. Anthonius werd op 15 augustus te Lissabon geboren als Fernando Martins de Bulhões.
Na de Tweede Wereldoorlog verkeerde de kerk in een zeer vervallen staat. Men besloot in 1951 om de kerk af te breken, uitgezonderd de toren, en weer op te bouwen. In 1952 was dit klaar.
De ruïne van Vragender.
De Ruïne van Vragender. Dit is een restant van de al oude Sint Jacobskapel. De kapel is gebouwd in of na 1444. Het had de afmeting van circa 20 meter lang en 8 meter breed. De kapel deed voornamelijk dienst voor de mis. Deze werd drie maal in de week gehouden. In 1616 ging Lichtenvoorde, waar Vragender onder viel, over tot de Reformatie. De kapel ging over in Hervormde handen en werd gesloten. De katholieken in Vragender moesten toen weer in Groenlo naar de kerk.
Men vermoed dat hij in 1627 is verwoest tijdens het beleg van Groenlo. Het is thans wel een fraaie bezienswaardigheid in Vragender. In 1983 is de ruïne opgeknapt.
Ruïne Vragender 12-09-1920 Alg Handelsblad.
Paard op hol.
Door onbekende oorzaak geraakte Woensdagmorgen een paard, bespannen voor een melkwagen en toebehoorende aan den landbouwer B. uit Vragender, op hol. Dit gebeurde in de Raadhuisstraat, ter hoogte van het Gemeentehuis. Het paard trok door de ketting en ging er met het voorstel vandoor in de richting van de Rapenburgschestraat. Met een geweldige vaart vloog het dier door de ijzeren afrastering van de villa van den heer B. en kwam tot stilstand, doordat het voorstel van den wagen zich in het hek vastwerkte. Het paard had verschillende ernstige vleeschwonden opgeloopen, zoodat de veearts de noodige hulp moest verleenen. Wonder boven wonder liep dit zonder ongelukken af. De voerman wist bijtijds van de wagen te vinden.
06 - 12 - 1940. Graafschapbode.
Interessante Links:
Lees hier een mooi verhaal over de omgeving van Vragender: http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=vragender+ruine&page=1&coll=ddd&identifier=ddd%3A110598198%3Ampeg21%3Aa0039&resultsidentifier=ddd%3A110598198%3Ampeg21%3Aa0039
Adellijk huis Tongerlo.
Tongerlo werd ook wel Tongelre genoemd. Het is al een hele oude naam die al in 1399 werd genoemd. Het moet dan tienden afdragen aan Steinfurt. Het is dan leengoed van Steinfurt. Het is dan in leen aan de familie Diepenbrock. Na vele bewoningen, is de staat van bewoning zo slecht geworden dat het in 1895 wordt gesloopt. Het gebied wordt dat in verschillende delen verkocht.
Zie voor opgravingen: http://www.oudheidkundelichtenvoorde.nl/node/26
Boerderij ijsskelet.
http://www.openluchtmuseum.nl/ontdek-het-museum/museale-gebouwen/boerderijskelet-vragender-gld-/
Literatuur:
Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, Abraham Jakob van der Aa. 1848.
Cultuurhistorische gebiedsbeschrijving Gemeente Oost Gelre.
Natuur en wandelgebieden in Nederland. Vereniging Natuurmonumenten.
Vorden.
Huize Vorden.
Vorden.
Vorden is een rustig dorp dat 10 kilometer ten Zuid – Oosten van Zutphen ligt. Het behoort tot de Gemeente Bronckhorst en heeft in de kern ruim 5000 inwoners. Met het buitengebied erbij circa 7500 inwoners. In 1876 had Vorden circa 2500 inwoners.
Het dorp Vorden dankt mogelijk haar naam aan het oude woordje Voorde. Dat betekent doorwaadbare plaats. In het Germaans furdu. En in Oudsaksisch: foort(h))
Molens in Vorden.
Molen De Hoop.
De molen De Hoop is een korenmolen. Hij staat aan de Zutphenseweg 39a . Deze Stellingmolen is in 1850 gebouwd. Eigenaar van deze molen is de familie van Ark.
De Hackfortse molen
De Hackfortse molen staat aan Het Hoge 66. Te Vorden.
De molen is een Stellingmolen die is gebouwd in 1851.
Hij wordt bediend door vrijwilligers.
De Hackfortse watermolen.
De Hackfortse watermolen staat aan de Baakseweg 8 te Vorden.
De molen, die gebouwd is in 1700, wordt onderslag’ s aangedreven. Hij wordt naast de korenbemaling ook gebruikt voor de opwekking van elektriciteit.
Kastelen in Vorden.
Vorden heeft een groot aantal kastelen.
We noemen:
Kasteel Vorden.
Dit kasteel wordt voor het eerst vermeld in 1315. Het is dan een militair gebouw.
Dit gave hoevelandschap heeft een oppervlakte van circa 80 ha.
Website: http://www.kasteelvorden.nl/
Kijk voor een hele mooie film van omroep Gelderland op: https://www.youtube.com/watch?v=Ql3dX1BdhEE
Huize Enzerinck.
Is een buitenplaats gebouwd in 1835-1836. Dit is een fraaie buitenplaats. De oppervlakte van 32 ha bevat een zeer gevarieerd bos.
Website: http://www.buitenplaatseninnederland.nl/Gelderland_beschrijvingen/Vorden_EnzerinckHet.html
Kasteel Den Bramel.
Vermoedelijk uit: 1396 Dan is er sprake van ene Gerrit den Bramel. Het landgoed beslaat een oppervlakte van een kleine 30 ha.
Website: http://www.guuspauwels.nl/b%20site/page55.html
Kasteel Hackfort.
Het staat voor het eerst vermeld in 1392, in de leenregisters van de machtige heren van Bronckhorst. Het is dan compleet met grachten en voorburcht. Het bijbehorend landgoed heeft een oppervlakte 730 ha.
Website: https://www.natuurmonumenten.nl/natuurgebied/hackfort/monumenten
De Kieftskamp.
Gebouwd in 1776.Ook dit landgoed is een mooi hoevelandschap. Het heeft een oppervlakte van circa 170 ha. Dit landgoed heeft een mooie aansluiting met het landgoed van kasteel Vorden.
Website: https://www.glk.nl/landschap-kastelen/locatie/?locatie=76
De Wildenborch.
Dit wordt gemeld in 1372. Het is dan het eigendom van de roofridder Sweder Rodebaert van Wisch. Deze historische buitenplaats met schitterende waterpartijen. De totale oppervlakte is 21 ha.
Website: http://spannendegeschiedenis.nl/de-middeleeuwen/vorden-wildenborch
De Wiersse.
De oudste vermelding dateert uit 1288. Totale oppervlakte van 300 ha. Het is een woodland garden. Dit zijn tuinen waarin geprobeerd wordt de sfeer van een bos weer te geven. Website: http://www.dewiersse.nl/
Onstein.
Stamt uit 1494. Het is geen kasteel maar meer een havezate. Dit landgoed is niet toegankelijk voor het publiek.
Website: http://www.onstenk.eu/genealogiehoofd/onstenkuitleg.htm
Het Medler.
Eerste vermelding in 1483. Het ligt in de gelijknamige buurtschap Het Medler. Het landgoed is privébezit. Het is niet toegankelijk voor publiek.
Meer over het Medler: http://www.kasteleningelderland.nl/Kastelen/medler.html
Kerk te Vorden.
Het schip van de kerk is het oudste gedeelte. Versieringen boven de ingang doen vermoeden dat die uit circa 1300 zijn. Toch is de kerk wel wat ouder. Uit een oorkonde uit 1121 weten we dag de bisschop van Utrecht, Godebald, o.a. de kapel van Vorden er toen al was. Veel moet men zich daarbij van voorstellen.
De toren is uit de 14e eeuw.
In de kerk bevinden zich enkele grafstenen. De een is van Bernt van Hackfort. Hij ligt in een biddende houding. De andere grafsteen is van Maria van Munster. Zij was de gehuwd met Hendrik van Hackfort.
Circa 1500 is de kerk uitgebreid met een noordbeuk, een koor met steunberen. 1832 is de kerk wederom uitgebreid doordat de zijbeuk werd verlegd naar het oosten. Ook zijn toen de pijlers weg gehaald. Daardoor verkreeg men meer ruimte.
Grafzerk Barend van Hackfort
Voor heel veel meer over de kerk kunt u vinden op: http://www.oudvorden.nl/ifile/Archeologisch%20rapport%20Dorpskerk%20Vorden%202011vs%203.pdf
De Rooms Katholieke kerk.
De Rooms Katholieken in Vorden hebben lang moeten wachten voordat zij een eigen gebouw kregen om hun diensten te kunnen houden. Zij waren aangewezen op de R K kerk te Kranenburg. In 1960 kregen zij hun eigen kerk in Vorden. Het is de Christus Koningkerk die staat aan het Jebbink no 8 te Vorden.
Oude buurtschappen in de omgeving van Vorden zijn: Veldwijk, Mossel, Linde (met de Wiersse) en Delden.
Kijk voor een mooie film over de acht kasten op: https://www.youtube.com/watch?v=-mE9aRl2JUI
Uit het Reglement voor de Brandbestrijding.
In het Reglement op voorvallende brand in het Kerspel Vorden staan een aantal wetenswaardige zaken als het gaat om de bestrijding van een eventuele brand.
In ’t Dorp Vorden zal voor rekening der Markt een bekwaame Brandspuit, benevens de noodige emmers en verdere Brand Gereedschap, aangeschaft worden.
De Koster van ’t Dorp Vorden zal zyn gehouden, zoo ras verneemt dat ‘er Brand ontstaan is, terstond de Klok te trekken, en daarmede niet ophouden, ten zy daar toe order van den Officier of present zynde Erf – Marken – Rigteren, Gecommiteerdens of Brandmeesteren zal hebben ontvangen……..Zie voor het gehele Reglement op:
http://www.delpher.nl/nl/boeken1/gview?query=dorp+vorden&coll=boeken1&identifier=TPFjAAAAcAAJ
Literatuur:
Staat-en aardrijkskundige beschrijving van het Koningrijk der Nederlanden, uit 1876 van Nicolaas Godfried Van Kampen.
Het Reglement op voorvallende brand in het Kerspel Vorden. Uitgegeven door Willem Albert van Goor & zoon, ord. Drukkers van den Ed. Hove van Gelderland, 1794 te Arnhem.
Natuur en wandelgebieden in Nederland. Vereniging Natuurmonumenten.
De oude dorpskerken boven de rivieren, Gé Verheul. Uitgeverij De Haan Haarlem.
De Provincie Gelderland.
Jaarboek van de Koninklijke akademie van Wetenschappen. Gevestigd te Amsterdam.1862. Amsterdam C. G. van der Post.
Warnsveld.
Warnsveld.
Afkomst naam Warnsveld.
In het Vaderlands woordenboek van Jan Fokke, uitgegeven door Allart 1773 – 1811 te Amsterdam, lees ik dat verschillende stammen van het Saksen – verbond vanuit het oosten van ons land waren binnengedrongen, zoals Angelen en Warners. Zo zou de naam Angelen nog voorkomen in Engeland, en ook op de Veluwe. Ook de naam Hengelo zou daaruit kunnen worden afgeleid. Warnsveld zou van de volksstam Warners afstammen. Ook de naam Warnhorn bij Arnhem, en het erve Warnink bij Hengelo zou daar verband houden. Mogelijk dat zij de naam aan hun bezit hebben gegeven.
In de Vaderlandsche Letteroefeningen van. G.S. Leeneman van der Kroe en J.W. IJntema lees ik dat o. a. in Gelderland afstammelingen wonen van de Wilten, Warners.
Archeologie.
Voor de bouw van het complex Boonendaal is er in 2009 vooraf archeologisch onderzoek gedaan. Dat bracht verrassende dingen aan het licht. Het leverde bewonerssporen aan het licht uit twee perioden. De late Bronstijd (1200 - 800 v. Chr.) Uit deze periode zijn er gegevens opgegraven van drie paalschuurtjes voor opslag van goederen.
In het onderzochte gebied zijn er ook verkleuringen gevonden van een mogelijk verbrandde schuurtje. Men kon vaststellen dat dit moet zijn geweest omstreeks 1150 – 1175. Men vermoedt dat onder de vleugel aan de zuid oostzijde van het complex verbouwd gaat worden, er nog verrassingen te vinden zijn.
Bij Warnsveld zijn bij archeologische opgravingen aanwijzingen gevonden van het dan voorkomende Kogelpotaardewerk. O.a. aan de Hofweg. Kogelpotaardewerk wordt met de hand gevormd. Het heeft een ronde vorm.
De slag bij Warnsveld.
Nabij Warnsveld vond in de tachtigjarige oorlog een grote veldslag plaats tussen de Staatse troepen met eenheden van het Britse leger en het Spaanse leger. Zutphen werd belegerd door de Staatse troepen. De ingesloten circa 1000 ingesloten Spanjaarden kregen het Spaans benauwd door gebrek aan wapens en voedsel. De Spaanse Alexander Farnese wist dat. Onder leiding van markies Guasto trok een groot leger richting Zutphen. Het werd een geweldige slag op 22 september 1586 nabij het dorp Warnsveld.
Zie voor meer op: http://www.kijkopzutphen.nl/nl/geschiedenis/39-de-80-jarige-oorlog
Schekmanshof Warnsveld.
In de 9e eeuw waren de Vikingen behoorlijk actief in de lage landen. Zij verwoesten in 882 niet alleen de stad Zutphen, maar moeten verwoestingen hebben aangebracht aan het erf van Schekmanshof bij Warnsveld.
Buurtschappen nabij Warnsveld.
Nabij Warnsveld (Gemeente Zutphen) liggen ook nog de buurtschappen Bronsbergen, Leesten, Vierakker, Warken en Wichmond.
De Nederlands Hervormde kerk.
Men denkt dat de eerste kerk een houten gebouwtje is geweest.
De voorloper van de huidige Nederlands Hervormde kerk Kerkplein 1 dateert uit de 11e eeuw. Dat is te zien aan de onderste delen van de kerk. Deze bestaat uit tufsteen. Voor de reformatie was de kerk gewijd aan Martinus van Tours. In 1966 is de kerk een Rijksmonument.
Meer info op: http://www.pknwarnsveld.nl/martinuskerk
Huis ‘t Velde bij Warnsveld.
Ten oosten van Warnsveld ligt het prachtige landgoed met een al even prachtig landhuis. Oorspronkelijk was het een havezate uit 1326. Momenteel wordt het beheerd door de stichting Het Gelders Landschap. Het geheel ligt in een prachtige bosrijke omgeving. Door het bosrijke gedeelte loopt het riviertje de Berkel. Het geheel sluit aan op het landgoed Huis te Voorst bij Eefde. Belangrijke bewoners waren: Bentinck, Van Keppel, Van Dorth, Van Dijk.
Momenteel is er een studie en conferentiecentrum voor de School voor Politieleiderschap in gevestigd.
Zie voor meer op: https://www.glk.nl/landschap-kastelen/locatie/?locatie=134
Het aardappelmeel fabriekje in Warnsveld.
Willem Albert Scholten werd 6 Okt. 1819 te Loenen in Gelderland geboren. Hij was een predikantszoon. Zijn ouders , en later ook zijn schoonouders kwamen uit een welgestelde boeren familie . Willems vader stierf al vrij snel na Willem ’ s geboorte. Zijn moeders wens was dat Willem, evenals zijn vader, predikant zou worden. Maar zijn stiefvader had een manufacturenzaak in Zutphen waarin Willem werd te werk gesteld. Willem stond daardoor ook op kermissen etc. om de waren aan de man te brengen. Daar kwam hij in contact met twee heren die een handelsonderneming hadden in het Noord – Hollandse Buiksloot. Zij zagen wel wat in de energieke jongeman. De drang om meer te bereiken zat hem in het bloed. Al gauw startte Willem een eigen bedrijfje in het vervaardigen van aardappelmeel. Dat begon hij bij zijn oom in de voorkamer. Hij breidde zijn bedrijfje uit door het vervaardigen van verf en sago. Dat kon niet in de eenvoudige voorkamer van zijn oom Kleiboer. Daardoor liet hij een fabriekje bouwen in het dorpje Warnsveld. Dat brandde in 1841 volledig af. Willem liet zich hierdoor niet ontmoedigen.
Willem vertrok van Warnsveld naar Groningen. Daar legde hij de basis voor een omvangrijk concern van fabrieken. Willem Albert Scholten kan worden beschouwd als één van de eerste industriële landbouw industrieel op het verwerken van aardappelen etc. in de wereld. Hij overleed in, 1 mei 1892 te Groningen. Warnsveld heeft enige jaren een aankomend grote industrieel als inwoner gehad.
De voorganger van de Stellingmolen Nooitgedacht in Warnsveld is gebouwd in 1850. Door in blikseminslag brandde de molen in 1869 af. Het is achtkantige bovenkruier. In de molen werd naast koren ook eikenschors gemalen. Dit werd gebruikt voor het looien van het leer. In 1905 gebeurde dat nog een keer. Deze is in hetzelfde jaar weer herbouwd.
http://www.molendatabase.nl/nederland/molen.php?nummer=296
Filmpje op youtube: https://www.youtube.com/watch?v=yRJu1IOw1P0
In Warnsveld geboren
Reep Verloren van Themaat. *1882 - †1982. Civiel-ingenieur.
http://www.biografischwoordenboekgelderland.nl/bio/6_Reep_VerLoren_van_Themaat
De weg van Warnsveld – Lochem.
Lochem 9 Jan. Aan de N. V. Aannemersbedrijf v. h. H. J. Siepe te Zutphen is door den Rijkswaterstaat opgedragen het aanbrengen en inwalsen van een deklaag steenslag op den Rijksweg Warnsveld – Lochem. Voor fl. 20.397.
Uit De Telegraaf 11 – 01 – 1924.
Bijzondere links.
http://www.kampeerboerderijwagenvoort.nl/
http://www.wandelzoekpagina.nl/wandelroutes/maakwandelroute.php?wnummer=15714
Typhus in de Achterhoek.
Naar het A.N.P meedeelt, doen zich in den Achterhoek verscheidene gevallen van typhus voor. In de omgeving van Doetinchem heerscht de ziekte sporadisch, doch in de Gemeenten Aalten, Lichtenvoorde, Ruurlo en Warnsveld zijn vele gevallen geconstateerd.
Graafschapbode 24-08-1945.
Literatuur.
Historisch en geografisch woordenboek.
Door Servaas de Bruin
Reizen door de Benelux. De provincie Gelderland. Druk Lekturama.
Vaderlands woordenboek. Jan Fokke. Uitgeverij Allart te Amsterdam 1773 / 1811.
Vaderlandsche Letteroefeningen. G.S. Leeneman van der Kroe en J.W. IJntema, Amsterdam 1837.
De Groninger Veenkoloniën, door Jhr. Mr. H. Smissaert. Internet DBNL.
Winterswijk.
Wenters of Wenterswiek. Deze lijst kan zonder moeite met meerde benamingen worden aangevuld.
Er bestaan verschillende benamingen van dit stadje in de uiterste zuid – oost grens van de Achterhoek. Wijk betekend woonoord. Men noemt dat ook wel een koningsgoed. Dat stamt nog uit de Frankische periode. De Germaanse volken noemden het Winidaharis Wika.
Winterswijk moet ontstaan zijn op een oeverwal van de Whemersbeek. De Whemersbeek was een oude rivierloop van de Slinge.
Het gebied kenmerkt zich door een prachtige natuur. Er zijn veel bosgebieden, heidevelden. Veel bossen zijn er in de 17e en 18e eeuw aangeplant door de zogenaamde Scholtenboeren. De grond bestaat voornamelijk uit zandgronden, diluviale zandgronden, beekafzettingen, en leem.
Ten oosten bevinden zich zeer oude lagen van muschelkalk, lias, bontzandsteen en gault (vergelijkbaar met de dolomiet – mergelgroeven. Ten zuiden bevind zich een heuvelachtig landschap.
Lang is Winterswijk verstoken geweest van goede verbindingen. Ook in de kern was er heel lang een zeer slechte bestrating. De meeste woningen met hun achtereinde (de Deel )naar de straat toegekeerd. Mest etc. kon daardoor gemakkelijker worden weg gereden. Bij regenachtig weer waren deze wegen grote modderpoelen.
In 1878 werd Winterswijk aangesloten op het spoorwegennet. De lijn Amsterdam, Hilversum, Amersfoort, Apeldoorn, Zutphen, in 1876 gereed, werd toen door getrokken naar Winterswijk. Hierdoor ontstond een grote verbinding van dit deel van de Achterhoek met de Veluwe en de stad Amsterdam. In 1885 werd ook de lijn Winterswijk Zevenaar in gebruik genomen. Deze verbindingen waren ook van groot belang voor Winterswijk. Ook al vanwege het feit van de opkomst van de textielindustrie. Grondlegger hiervan was Jan Willink * Winterswijk, 30- 10 - 1831 - † Winterswijk, 19 - 01 - 1896. Jan Willink was textielfabrikant te Winterswijk.
In het begin van de 20e eeuw kwamen er nog meer grote verandering. Het eentonige geklepper van het weefgetouw werd vervangen door het geraas en gegrom van de textielfabrieken. Want door de textiel kwam Winterswijk verder tot ontplooiing. Belangrijk hierin was de zojuist al genoemde Jan Willink. Hij was directeur van de bontweverij in Winterswijk, en directeur Stoomweverij J. Willink en Paschen, eveneens te Winterswijk.
Willink werd ook wel Spoor Jan genoemd. Zie voor meer over Jan Willink op: http://www.parlement.com/id/vg09lld1a4z0/j_willink
Winterswijk had 4 steen en dakpannenfabrieken, een brouwerij, twee kalbranderijen, een lijmziederij. Op textielgebied waren rond twee calicotfabrieken en enkele weverijen. Ook werd er veel gehandeld in linnen, Hout en tal van koloniale waren.
Rijkslandbouwwinterschool te Winterswijk.
In 1918 werd de totale hoeveelheid steenkool geschat op 300 miljoen ton.
Winterswijk als plaats telt 30 inschrijvingen op de lijst van Rijksmonumenten. De gemeente Winterswijk telt 81 inschrijvingen op de lijst van Rijksmonumenten.
Spoorverbinding Winterswijk.
Scholtenboeren
Scholtenboeren waren grootgrondbezitters die door de adel waren aangesteld. Het waren in principe hoge ambtenaren.
Nationaal Landschap Winterswijk.
Van groot belang is het Nationaal Landschap Winterswijk. Dit gebied is even 22.000 ha groot. Het licht tussen Aalten, Groenlo, Lichtenvoorde en het Duitse grensgebied. Nou, en precies middenin dit zeer fraaie gebied ligt Winterswijk. In 2005 is het door de landelijke overheid uitgeroepen tot Nationaal Landschap. In 2008 gevolgd door de provincie Gelderland.
Steengroeve.
De steengroeve nabij Winterswijk is even verbazend als indrukwekkend te noemen. In deze wellicht duizenden jaren oude groeve is een waar oord voor geologen. Hier wordt nog steeds schelpenkalk gewonnen voor de wegenbouw. Er zijn al tal van fossielen gevonden van rond of voor de ijstijd. Winterswijk ligt aan de rand van het bekken van Munster. Deze ijsstroom kwam vanuit de Noordzee en bewoog zich zuid - oostwaarts naar het naar bekken van Munster. Men gaat er van uit dat hierdoor ook de Hondsrug in het oosten van Drenthe is ontstaan.
In deze steengroeve zijn voetafdrukken gevonden van sauriërs s gevonden. Dat was een grote hagedissensoort. Maar ook tal van kristallen en mineralen zijn er te vinden.
Zie voor meer informatie op: http://www.vvvwinterswijk.nl/zien-en-doen/steengroeve
Keunenhuis
Het Keunenhuis is een echte Scholten boerenerf. Men vindt er het typische kleinschalige landbouw. Er is naast de boerenhoeve een pinkenstal, een daglonershuisje en een ouderwetse waterput te zien.
Nabij ligt het bijbehorende moerasbos.
Kerken te Winterswijk.
De Jacobskerk is van oorsprong wel de oude kerk in Winterswijk. Men sprak toen over Winethereswick. Winether is een naam. Wick (wijk) betekent, zoals eerder opgemerkt woonoord. Tijdens een restauratie zijn er sporen gevonden uit de 12e eeuw. Tegen 1500 werd de kerk uitgebreid. Circa 1550 was de kerk klaar. Nadien is er aan het uiterlijk van de prachtige kerk niet meer gebouwd. In de kerk bevinden zich tal van schilderingen. Om de details van de schilderingen goed te kunnen zien is het aan te bevelen om een verrekijker mee te nemen. Het is zeker de moeite waard. Zie meer op: http://www.jacobskerkwinterswijk.nl/BeknopteGeschiedenis.html
De R. K. Sint Jacobus de Meerderekerk.
De kerk is genoemd naar Johannes een discipel van Jezus Christus. Hij wordt de meerdere genoemd
ter onderscheiding van Jacobus de Mindere. Jacobus de meerdere is het geweest die door het regime van Herodes is onthoofd. Handelingen van de Apostelen.
De kerk staat aan de Misterstraat 8 te Winterswijk.
Geref. Kerk Zonnebrink 61.
Dit is een kruiskerk. Hij is gebouwd naar een ontwerp van Tj. Kuipers in 1906.
Een kruiskerk is te onderscheiden omdat de plattegrond een kruisvorm weergeeft tusschen het schip en het koor van de kerk.
Molens en watermolens te Winterswijk.
http://www.vvvwinterswijk.nl/zien-en-doen/bezienswaardigheden/molens
Bijzondere links.
http://www.vvvwinterswijk.nl/zien-en-doen/bezienswaardigheden
Waliyn
http://www.kasteleningelderland.nl/Kastelen/walienwi.html
Lees meer over de Plekenpol: https://nl.wikipedia.org/wiki/Plekenpol
Literatuur:
Oosthoeks encyclopedie deel 15. VanBrugh – Zijwaard. Oosthoek ‘s uitgeversmaatschappij te Utrecht.
Gelderland 1926. Drukker/Uitgever Arnhem: Van Loghum Slaterus
Het oude kerspel Winterswijk. Door. B. Stegeman. Uitgeverij W. J. Thieme & Cie. Te Zutphen. M.C.M. XX.V.ii.
Handboekje voor reizigers door ons vaderland in 1849, A J . Van der Aa. Uitgave J. M. E. Meijer te Amsterdam.
Hollandsche molens. Ir. A ten Bruggencate, uitgeverij Tielman & Dros te Leiden.
Zeddam.
Gezicht op het oude Zeddam.
Rooms Katholieke kerk Zeddam.
Zelhem.
Zelhem ligt in de gemeente Bronckhorst. Het is een heel oud dorp. Circa 800 bracht Ludger daar, komend vanuit Brummen, het evangelie van Verlossing en Genade. Hij stichtte er een gemeente en bouwde er een klein kerkje. Men gaat er van uit dat hij aan de basis stond van de culturele ontwikkeling van de Achterhoek.
In de tuin van de bibliotheek staat een replica van het Ludgerkerkje. Meer hierover op: http://www.oudzelhem.nl/gebouwen/liudger-kerkje/Ludger%20-kerkje%20en%20Smedekinck.pdf
Tijdens het archeologisch onderzoek dat in de kerk heeft plaats gevonden zijn er ook resten van menselijke skeletten gevonden. Deze heeft men echter niet gedateerd.
Maar de omgeving van Zelhem was al veel eerder bewoond. In 1940 vonden kinderen een urnenveld nabij de lagere school. In 1941 is het urnenveld opgegraven. Dit gebeurde onder leiding van Dr. Bursch. Uit deze vondsten kon men concluderen dat Zelhem al eeuwen voor onze jaartelling bewoond moet zijn geweest.
Op de locatie van de secundaire weg de N 315 zijn twee boerenhoeves opgegraven. Mogelijk uit de vroeg middeleeuwse periode.
Dr. A van der Aa schrijft in…. Dat Zelhem een gemeente in het Graafschap Zutphen is. Onder dit dorp vallen dan de buurschappen Halle, Heidenhoek, Oosterwijk, Wassink – en Veninkbrink, Velswijk en Winkelshoek. Er staan dan 552 huizen die bewoond worden door 601 gezinnen. Dat betekend dan dat ruim 100 gezinnen een inwoning hebben van nog een gezin. Gezamenlijk heeft Zelhem met de buurschappen een inwonersaantal van ruim 3440. De meeste arbeiders werken dan in de Agrarische sector. Dat wil zeggen: in de landbouw en de daarmee verbonden veeteelt.
In die tijd heeft de Nederlands Hervormde kerk circa 2800 leden. De Rooms Katholieken hebben er circa 650. De Afgescheidenen 20 welke kerken bij de gemeente in Varsseveld. Een enkele Luthers evangelisch kerklid kerkt dan in Doetinchem.
Er zijn dan twee lagere scholen. Een in Zelhem zelf, en een in de buurschap Halle.
In Zelhem wordt nog steeds de papklok geluid. Dit is een soort folklore.
De papklok betekende vroeger dat het werk er s ‘avonds op het land erop zat. Als de papklok klonk betekende dat de stad dan haar poorten sloot.
De Wassinkbrink
Dit is een buurtschap nabij Zelhem. Verspreid liggen er enkele boerenhoeve ’s. In deze buurtschap liggen enkele vochtige graslanden. Ook is er in dit gebied een moerasbos. In dit drassige gebied komen een aantal planten voor, zoals kamperfoelie, melkeppe, hop en wateraardbei.
De Heidenhoek is ook een oude buurtschap onder Zelhem. Dit gebied is doorkruist met tal van zandwegen en weggetjes. Dit gebied wordt afgewisseld met weilanden bolle akkertjes en cultuurgrond. Her en der verspreid ligt enige bebouwing. In de Heidenhoek staat nog een zondagsschooltje. In deze landsteek onder Zelhem staan nog meerdere zondagsschooltjes. Kijk daarvoor op: http://www.oudzelhem.nl/diversen/zondagsscholen/omschrijving.htm
De molen in de Heidenhoek is gebouwd in 1869.
Het is een grondkorenmolen. De molen is maar 45 jaar in gebruik geweest. Er is helaas niets meer van te vinden. De molen stond aan de Boeyinkweg.
De Barinkweg moet een oude lijkweg zijn die liep naar een begraafplaats.
Dit gebied is rijk aan natuurschoon.
Wittebrinkse Molen,
De molen, een bovenkruier, is gebouwd in 1890. Het is een Beltmolen. Het is een korenmolen. De standplaats van de molen is Hummeloseweg 76 7021 K N Zelhem, gemeente Bronckhorst. De molen is in 1970 en 2006 gerestaureerd. Het is in particulier bezit. Wel is de molen op afspraak te bezoeken
De oorlogsjaren in Zelhem.
In de oorlogsjaren 1940 – 1945 zijn er 14 vliegtuigen neer gestort in de omgeving van Zelhem.
Twee er van waren:
Op 30 – 03 – 45 een B – 17 G van de eenheid 303. B.G./358 B S Piloot G. F. Shumake.
En op 26 – 03 – 45 Spitfire I V R N 125 2e squadron Ltn. A. Krakowski.
Meer over de Tweede Wereldoorlog in Zelhem op: http://www.oudzelhem.nl/oorlog/1944/omschrijving.htm
Sinds 1 januari 2005 is Zelhem opgegaan in de gemeente Bronckhorst.
Archeologie Zelhem.
http://www.salehem.nl/archeologie.html
Alles over het Zelhem van vroeger:
http://www.salehem.nl/archief2011.html
Landgoed en natuur Zelhem.
’t Zunnehofken is een kruidentuin met circa 160 verschillende soorten kruiden. Ook zijn er verschillende homeopathisch gebied veel te zien. Er zijn vlinder en bijenvriendelijke planten te bewonderen. Ook zijn er Bijbelse planten te zien. Doordat vrijwilligers zich inzetten is de tuin het gehele jaar geopend.
Camping
http://www.landgoedhetzand.nl/
http://www.dagjeweg.nl/zoeken?dq=zelhem
Het Zieuwent.
Het Zieuwent, in de volksmond gewoon Zieuwent genoemd, ligt tussen Lichtenvoorde en Ruurlo.
Zieuwent werd vroeger ook wel Synwede of Sywent genoemd. Het betekend zoiets als lage weide.
Zieuwent had omstreeks 1840 70 woningen en 410 inwoners.
Hoe oud Zieuwent is?
Zieuwent (Synwede) was tot ver in de middeleeuwen een zeer bosrijke omgeving. Eigenlijk een wildernis die werd afgewisseld met veengebieden. In de moerassige gedeelten groeide elzenbroekbossen. Circa 1250 pakte de graaf van Gelre het moerassige gebied aan. Vanaf het Ruurlose broekgebied een afvoerkanaal graven naar de Berkel. Door deze ontwatering kwamen vooral de hogere gedeelten in dit gebied droog te liggen. Daardoor kon er bewoning plaats vinden.
In het Drostambt en schoutambt de Gelderse Ambtsorganisatie van het kwartier van…. staat dat het Zieuwent vermeld wordt in de rekeningen van 1294 – 1295 van de grafelijke Hof van Lochem.
In de 13e eeuw liepen er wel bij Zieuwent nog wilde of half wilde paarden rond.
De R. K. Kerk Zieuwent.
De Rooms Katholieke Sint.-Werenfriduskerk is een forse driebeukige neogotische kruisbasiliek.
De kerk is gebouwd onder leiding van architect Johannes Wilhelmus Boerbooms. * Arnhem 7 -11- 1849 - † Scheveningen 08 – 07 – 1899. Hij was een leerling van o. a. de beroemde Nederlandse architect P.J.H. Cuypers.
In het boek, Gids van Arnhem naar Isselborg 1905. Van G. Velderman lees ik dat in de herberg ‘De Radstake’ dat Lodewijk Napoleon, koning van Holland, het besluit, waarbij hij verlof verleende dat in het nabije dorp Zieuwent de Rooms Katholieken een kerk mocht bouwen.
De Radstake of Radstaak betekend zoiets als plaats waar recht werd gesproken.
De hierboven genoemde herberg was vroeger ook een pleisterplaats voor vermoeide reizigers die hier konden uitrusten van hun vermoeienissen. Het zou mogelijk dus een herberg kunnen zijn geweest met diverse functies. Logies met ontbijt, paardenverzorging, posthuis, etc. etc.
De Zieuwentse Ros-Oliemolen.
Deze Ros - Oliemolen werd in 1840 door Teunis Krabben gebouwd. De laatste eigenaar was Klein Goldwijk. Deze kon echter geen opvolger vinden. Hij kon de molen verkopen aan het Open Luchtmuseum te Arnhem. In 1931 werd de molen gesloopt. In 1932 was de molen klaar in het Open Lucht Museum.
Zie voor meer over deze molen op: http://www.openluchtmuseum.nl/ontdek-het-museum/museale-gebouwen/rosoliemolen-zieuwent-gld/
Lijndienst.
Op 25-08-1888 berichtte de Graafschapbode dat op de eerste september 1888 de Omnibus – Maatschappij éénmaal per dag van Zieuwent naar Lichtenvoorde en terug zal laten lopen.
In Zieuwent was er in 1906 wel de textielverwerking, maar was nog niet machinaal. Men maakte toen nog gebruik van de ouderwetse weefgetouwen, waarvan enkelen nog uit de 17e eeuw dateerden.
Dit staat geschreven in de Kleinindustrieën ten platten lande van E. M. Meijers.
Natuur.
Mellinkmaat Landschapselementen.
Nabij Zieuwent liggen enkele kleine natuurgebiedjes.
Mellinkmaat is 16 hectare groot. Het is een zogenaamd kampenlandschap. De naam kamp komt in heel Nederland wel voor. Het is een relatief klein landbouwgebied dat omzoomd wordt door groengordels van heggen en houtwallen. Mellinkmaat Landschapselementen is zo’ n gebied.
Het Lievelderbroek.
Het Lievelderbroek is 4 hectare groot. In het dal van de Baakse beek staan verschillende kleine bosjes. Van oorsprong zijn dit restanten van het vroegere moerasgebied.
Rondom het kerkdorp het Zieuwent zijn tal van kerkpaden weer in ere hersteld.
Mariënvelde is een kerkdorp dat ten Noord – Westen van Zieuwent ligt. Eertijds heette dat Achter – Zieuwent. Er woonden voornamelijk Rooms – Katholieke boeren. Zij waren aangewezen op de kerkdiensten in Zieuwent. Vanwege de groei door de stichting van een lagere school en andere factoren groeide het gehucht uit tot een kerkdorp. Daardoor kon er in 1932 een kerk worden gebouwd die de naam Onze lieve Vrouwe van Lourdeskerk werd genoemd. Ontwerper hiervan was architect G.A.P. de Kort.
Mariënvelde heeft ook een harmonie.
Meer daarover op; http://www.harmoniezieuwent-marienvelde.nl/
Er zijn 3 monumenten in Mariënvelde. De R . K . kerk, De R. K. Pastorie en een Baarhuisje op de R. K. Begraafplaats. Alle drie dateren ze uit 1930.
Zutphen.
Kaart van Zutphen omstreeks 1820.
http://www.topotijdreis.nl/
Film over de natuur in de stad Zutphen: https://www.youtube.com/watch?v=mEn8ZFF51Tg
Ontstaan van Zutphen.
Zutphen heeft een geschiedenis van circa 1700 jaar. Dat is naar Nederlandse begrippen zeer oud.
Over de naam Zutphen doen verschillende meningen de ronde. Oudheidkundige Alting meent, volgens Hendrik Nicolaas van Til, dat Zutphen genoemd is naar de hier liggende veengebieden. Ook vond van Til verbasteringen van Zuid – of Zuiderveen. Andere wisten volgens van Til te melden dat de naam van een Germaanse volksstam Usipeten afkomstig kwam. Dat kan wel kloppen want circa 58 voor Christus is deze volksstam door de Suebenstam verdreven uit hun woongebied langs de Lippe en Ruhr. Nadat ze enkele jaren hadden rondgezworven moeten ze zich hebben gevestigd langs de oostelijke oevers van de Rijn. Bron: Tencteri – Stilus op internet. Deze stam zou gelijk met de Marsenstam hier zijn gearriveerd. Vandaar ook de benamingen van Marsch, Marschpoort etc.
Aannemelijker lijkt mij dat er in dit gebied verschillende moerassen aanwezig waren. Marsch betekent echter moeras.
In oude geschriften moet ook de naam Suftfenne zijn gebruikt.
De vestingsplaats bij de monding van de Berkel in de IJssel was echter wel goed gekozen. Mede met het oog op de belangrijke handelsplaats Deventer. Zutphen werd daardoor een flinke Hanzestad met handel op Denemarken en Noorwegen.
Op 13 mei 1284 moet zowel de oude als de nieuwe stad van Zutphen voor het grootste deel zijn afgebrand. Op 23 april in 1336 gebeurde dat weer met de Nieuwstad in dezelfde plaats.
In 1537 had Zutphen een Blokhuis. Dat kan duiden op een uitgebreide verdedigingsgordel.
Een Blokhuis was een klein verdedigingswerk dat strategisch was geplaatst bij de monding van de Berkel in de IJssel.
Als de schrijver H.N. van Til circa 1830 zijn beschrijving van de stad Zutphen schrijft raakt hij zozeer onder de indruk van de prachtige gebouwen in de stad en de schitterende natuur in de omgeving dat hij het als het ware uit jubelt. Daarbij haalt hij een gedicht aan van de dichter Boot:
Wat kan, bij zulk een scheppingspracht,
In glans en schoonheid halen?
Welk dichtpenseel was ooit in staat,
Zulk groots toneel te maken?
Wij staan verbaasd, verrukt, verblijd:
Waar dus natuur haar luister spreidt,
Daar leert ze ons God aanbidden!
In 1832 had Zutphen ruim 1330 woningen. Het inwonertal lag toen op 10204. Dat is gemiddeld 7 personen per woning.
De Godsdienst met de meeste aanhang was de Nederlands Hervormde kerk met bijna 7 en half duizend leden. De Rooms Katholieken hadden er ruim 1800. De Luthersen ruim 200. En het aantal Joden bedroeg 265.
Hanzestad Zutphen.
Wegen.
In het begin van de 19e eeuw was het nog zeer slecht gesteld met het wegenstelsel in ons land. Veel vracht werd er nog vervoerd over de waterwegen. Ook de waterwegen konden niet optimaal worden benut vanwege het slechte onderhoud daarvan. Schippers hadden veel last van zandbanken. Vooral met de IJssel was het in die tijd droevig gesteld. Koning Willem 1, *24 augustus 1772 – †12 december 1843 bracht daar wel wat verandering in.
In 1823 werden twee belangrijke hoofdwegen begrind of bestraat. Dat waren de wegen van Zutphen naar Dieren en De weg van Zutphen naar Apeldoorn/
In 1842 werd de provinciale weg van Zutphen – Lochem – Goor verbeterd.
En in 1846 viel dit te beurt aan de Grindweg Zutphen – s’ Heerenbergh – Emmerik.
Dijkdoorbraak Zutphen 1926.
Een flinke dijkdoorbraak vond plaats in 1926 Een groot gedeelte van de stad liep toen onder water. Het droog gebleven gedeelte van Zutphen leek op een eiland. In dat jaar stond het water hoger dan in het jaar 1920. De tramdienst van Zutphen, Baak, s’ Heerenberg, Emmerich Heeft men moeten staken daar het water over de straten liep. Wel is er toen een busdienst van Zutphen - Baak via een omweg onderhouden. De Zanddijk bij Cortenoever brak over een lengte van 60 meter door. Dit gebeurde tussen twee woningen die 70 meter van elkaar lagen. Vele landerijen tussen Dieren en Zutphen, ten oosten van de toenmalige rijksweg kwam daardoor onder water te staan. Op sommige plaatsen stond het water anderhalve meter hoog in de huizen. Het vee was in veiligheid gebracht.
Maar niet het hoge water speelde Zutphen parten Ook het zeer lage water bracht moeilijkheden met zich mee. Zo Werd wegens de lage waterstand in het riviervak Zutphen – Deventer op 25 – 07 – 1921 een nachtelijk vaarverbod ingesteld.
Zutphen als stad heeft een inwonertal van ruim 38.000 inwoners. Als gemeente is het inwonertal bijna 47.000.
Oorlog Zutphen.
Overzicht van enkele monumenten die in de oorlog zijn beschadigd.
De monumentale Sint Walburgkerk , waaraan gebouwd is van de 13e-16e eeuw, kreeg twee treffers in de toren en één op het voorfront. Door de treffers in de toren raakte de constructie beschadigd. Doch dit kon worden hersteld.
De Rooms Katholieke Johannes de Doperkerk werd licht beschadigd door wat granaatscherven. Ook waren er de wijzerplaten van de torenklok op één na allen weggeschoten.
De Broederenkerk gebouwd in 1306-1307 was vlak voordat de oorlog begon gerestaureerd. Ondervond weinig schade door de oorlogshandelingen. In deze kerk is thans de bibliotheek gevestigd.
De Doopsgezinde kerk in Zutphen is een heel mooi eenvoudig kerkgebouwtje uit 1679 je zag er na de bevrijding haveloos uit. Doch het was wel herstelbaar.
In de Wijnhuistoren uit 1371 hadden zich enkele Duitse schutters verschanst. Door Canadese militairen met vlammenwerpers werden die het zwijgen opgelegd. Helaas brandde het daarin gevestigde museum geheel uit.
De Watertoren gebouwd in 1926 – 1927 werd zwaar beschadigd.
In de Drogenabstoren 1444-1446 liep enkele kogelgaten op.
Neergestort vliegtuig.
Op 01 – 04 – 1945 stortte in Zutphen een vliegtuig neer. Het was een Typhoon 1 B SW476 van het 183e Sqdn. F/O Piloot A.C. Smith.
De Berkel.
De Berkel is 110 kilometer lang. Hij ontspringt in het Duitse Billerbeck aan de voet van de Baumberge. Onderweg wordt hij gevoed door talloze beken en riviertjes. Op Nederlands grondgebied nabij de Duits Nederlandse grens is hij wat verbreed zodat het meegevoerde zand kan bezinken voor de zandwinning. De stoffen die zich in het zand bevinden noemt men sediment daarin bevinden zich grind, klei, zand, silt, lutum en silt.
Kerken Zutphen.
Pknkerk.
Rooms Katholieke kerk.
http://www.12apostelen.nl/uw-eigen-kerk/zutphen---h-johannes-de-doper
Gereformeerde kerk vrijgemaakt.
Christelijk gereformeerde kerk Zutphen.
Sint Walburgiskerk.
http://www.walburgiskerk.nl/welkom/#
De Sint Walburgiskerk is in Zutphen niet alleen een van de oudste gebouwen, maar ook een van de fraaiste. Al in 1105 wordt zij genoemd vanwege een grote brand waardoor de kerk geheel vernield werd. Toen is de kerk echter weer opgebouwd door Graaf Otto van Zutphen. Deze was een zoon van ene Godschalk. De kerk is toen weer ingewijd door bisschop Burchard 2. Deze was de 25e bisschop van Utrecht.
Een tweede grote brand trof de kerk op palmzondag in het jaar 1446. Deze brand ontstond doordat de bliksem insloeg in de toren van de kerk. De hitte was zo enorm dat de klokken in de toren geheel gesmolten zijn. Doordat de toren instortte werd het gehele middelste gedeelte van de kerk vernield. Door giften uit de stadskas en particulieren werd de kerk herbouwd. Deze herbouw kwam gereed voor 1499.
Een derde brand trof de kerk op 29 maart 1600. Gelukkig bleef de schade toen beperkt tot de toren. De kerk zelf bleef gespaart. Oorzaak van deze brand door weer een blikseminslag in de toren. Na 37 jaar werd deze toren weer herbouwd.
Sint Walburgiskerk virtueel.
http://www.zutphentoer.nl/panoramas/s/st-walburgkerk-middenschip
Rijksmonumenten Zutphen.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_rijksmonumenten_in_Zutphen_(plaats)
-------------------------------------------------------------------------------------------------------
Literatuur:
De Tielse kroniek. Het Chronicon Tielense.
Verhalen uit het Oosten. Uitgeverij Michon b .v. Bussum. 1986.
De kadans van de getouwen. Adriaan Buter. Uitgeverij Elsevier Amsterdam / Brussel.
Textielhistorische bijdragen. Door H.C. Dibbits Uitgeverij Verloren.
Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden: door Abraham Jakob van der Aa.
http://www.kasteleningelderland.nl/Kastelen/baak.html
Bedrijven en bestaan. Twee eeuwen economische geschiedenis van Gelderland.. P. van Cruyningen. Zwolle W. Books.
Zutphen in dagen van spanning. Door Joh. C. C. Dell. Uitgave W. J. Thieme & Cie.
Vliegregister 1939 - 1945.
Reliëf in Tijd En Ruimte Door R. Van Beek. Side Press, Leiden.
Gids van Arnhem naar Isselborg 1905. Van G. Velderman
Drukker/Uitgever Doetinchem : Misset.