De Tielse Kerkgebouwen en hun geschiedenis.
Kijk op: Twijfelen over je geloof?
De Tielse Kerkgebouwen en hun geschiedenis.
In deze serie heb ik geprobeerd om in het kort de geschiedenis van de kerken in Tiel te beschrijven. Bij deze de beschrijving van de Sint Maartenskerk, de Sint Walburgkerk,de Dominicuskerk, de Gereformeerde kerk, de Gereformeerd vrijgemaakte Magnificatkerk. De Sint Ciciliakerk, De Joodse Synagoge, en de Molukse kerk.
De Sint Maartenskerk.
De fraai gerestaureerde Sint Maartenskerk
De eeuwenoude Sint Maartenskerk is één van de mooiste monumenten van Tiel. Eind van de Tweede Wereldoorlog heeft de stad Tiel het heel zwaar te verduren gehad. Een groot deel van de binnenstad lag in puin. Ook de eeuwenoude Sint Maartenskerk heeft het zwaar te verduren gehad. Dat kwam door de voortdurende beschietingen van de overzijde van de Waal door de geallieerden. De toren lag voor een deel in puin, en het kerkgebouw zelf was voor een groot deel ernstig beschadigd. Na de oorlog is een restauratiefonds gesticht. Dat bracht gelden bijeen voor de restauratie. Dat gebeurde in samenwerking met de burgerij. Rond 1960 is men begonnen met restauratie die in 1966 geheel ingericht werd opgeleverd.
HOE OUD IS DE SINT MAARTENSKERK?
De kerk is genoemd naar St. Martinus, een Hongaarse edelman, die in dienst was van het Romeinse leger. Op latere leeftijd moet hij zijn bekeerd tot het christendom. Volgens de overlevering is hij tot bisschop van Tours uitgeroepen. In het jaar 618 bouwde de Frankische koning Dagobert een bidkapel bij de Gallische haven Tiel. Voorafgaand aan de restauratie van de huidige kerk is er eerst een archeologisch onderzoek gedaan. Men ontdekte dat op de brokstukken van Romeins puin een klein eenvoudig tufstenen zaalkerkje was gebouwd, met een lengte van circa 15 meter. Verder is vast te komen staan dat de kerk was gebouwd op een christelijke begraafplaats.
De kerk is ook niet in één tijdvak gebouwd. Ook niet onder één leiding. In 1387 liet Willem van Gulik een houten spits of kap op de toren zetten met leien bedekt. Deze spits raakte na enige tijd in verval. Theodoricus, de bouwer van de kerk, begon in 1431 met de bouw van een nieuwe toren. Maar toen men halverwege de hoogte wat van de kerk begon de fundering te verzakken. Door de kerkmeester, Dirk Adamsz, werd begonnen met de bouw van een tweede spits. Maar toen het werk nog niet halverwege was is men er mee gestopt omdat bleek dat het niet betrouwbaar en zwak was. Het is toen weer afgebroken. De kerkmeesters Paulus Nicolaasz. En Gijsbert Filipsz. hebben het bij de derde poging het werk geklaard. Dat is plusminus gebeurd in 1440. Zeer diep is de grond uitgegraven. Tot op de weke grond toe. Daarin heeft men palen geheid van 15 a 16 voet lang, en wel zo dicht bij elkaar dat ze elkaar bijna raakten. Over de geheide palen heeft men zware balken kruislings aangebracht. Dat moet toen al heel veel geld hebben gekost. In 1451 is de toren voltooit. In de tweede helft van de 15e eeuw begint men met de bouw van de kerk tot de grootte zoals die nu is. In die tijd bouwde men wel aan de kerk. In totaal is er aan de kerk 2 eeuwen gebouwd. In 1560 wil de inmiddels aangetreden pastoor Petrus van Teeffelen, samen met de ambtman Claes Vijgh en zijn zoon Diederik Vijgh kerk en stadsbestuur een kerk bouwen die plaats bood voor de gehele Tielse bevolking. Pastoor van Teeffelen was voorstander van de opvatting van de leer van Trente, Claes Vijgh daarentegen de mening van de filosofie van Augsburg toegedaan. De zonen van Claes Vijgh kozen steeds meer de kant van de Reformatie.
De pastoor van Teeffelen was meer een ketterjager, terwijl Claes Vijgh steeds meer ketterbeschermer was. Op 15 mei 1560 staan de pastoor en de ambtman gebroederlijk naast elkaar tijdens de eerste steenlegging door Claes Vijgh. Vijgh schonk daarnaast ook nog 20 zilveren rijksdaalders om kalk te kopen, terwijl zijn zoon Diederik, die toen richter van de stad Tiel was, nog eens 50 Karolusguldens ten behoeve van de nieuwbouw van de kerk. In 1562 zijn de verplaatsbare lezenaars vanuit Den Bosch in de Tielse kerk geplaatst ten behoeve van de vicarissen.
Op 10 januari 1558 raasde de er een verschrikkelijke storm over ons land. Deze wierp om 9 uur s’ morgens de spits van de St. Maartenskerk. Daardoor werd een gedeelte van de kerk verwoest. Deze werd herbouwd in 1568. In 1580 kwam door de Reformatie in protestantse handen. De eerste predikant was ds. Johannes Vredius.
Een oude afbeelding van de Sint Maartenskerk met Priesterkoor. Afbeelding door mij enigzins gerestaureerd.
Het priesterkoor is mogelijk nooit verder gebouwd dan de muren met een eenvoudige dakbedekking. Tot 1648 werd het nog weer van een dak voorzien. Maar in 1663 was het al weer in zeer vervallen staat zodat men besloot het af te breken. Het koor werd in 1775 omgebouwd om als schuur die dienst te doen als paardenstal voor de ruiterij die toen in Tiel lag. Van 1672 tot 1674 werd de kerk weer gebruikt door de Rooms Katholieken. Dat was tijdens de Franse overheersing. Daarna kwam zij weer in handen van de Nederlandse Hervormde gemeente. Deze houd er nog steeds haar diensten.
Gebed boven de toegangsdeur van de Sint Maartenskerk.
De Sint Maartenskerk.
Te Tiel is de geheel gerestaureerde Groote of Sint Maartenskerk weder in gebruik genomen. Het inwendige der kerk is bij vroeger niet meer te herkennen. Ook het orgel, door de Gebrs. Gaubry, uit Gouda, gerestaureerd en verbeterd, werd ingewijd. De kosten, welke ongeveer. 2500 bedroegen, bestaande uit aandelen van ƒ250, zijn bijna geheel renteloos door de gezamenlijke gemeenteleden verstrekt. De uitgaaf van ongeveer ƒ800,- voor een vrij pedaal aan het orgel word door enkele ingezetenen bekostigd.
Het Nieuws van den dag : kleine courant
16-11-1899, Klik op: http://kranten.kb.nl/
Algemene website P.K.N kerken Tiel.
http://www.pkntiel.nl/pagina731.html
_____________________________________________________________________________________________________________________
De Sint Walburgkerk.
Sint Walburgkerk.
De Sint Walburgkerk is later gebouwd dan de Sint Maartenskerk. De Tielse Kroniek vermeld dat Dirk de eerste, graaf van Holland, een broer had, Waltger genaamd. Waltger was graaf van Teisterbant. Hij woonde in 907 in het dorp Avezaath. Deze beide broers, Dirk en Waltger, hadden een zeer rijke oom, Hago de Trojaan. Deze woonde in Klein Troje, dat is Xanten.
Dat de onbekende schrijver van de Tielse Kroniek de link legt tussen beide broers en de rijke oom zal een bedoeling hebben. Want hij gaat in zijn schrijven verder met dat Waltger in Tiel een zeer rijke kerk bouwde. Deze stond op het Kalverbos. Op het bord wat er thans staat geeft de situatie weer op welke locatie de kerk heeft gestaan. Doch betrouwbare plaatselijke historici bestrijden de aangegeven locatie. Zij zijn van mening dat de plaats waar de kerk heeft gestaan meer gezocht moet worden ter hoogte van de Sint Walburg no 9.
Terug naar het verre verleden. De Sint Walburgkerk was dus een zeer rijke kerk. In het jaar 950 moet hij door koning Otto geschonken zijn aan de kerk van Utrecht. We moeten er wel mee rekening houden dat de kerk al behoorlijk Rooms Katholiek was. Lange tijd hebben de nonnen zich kunnen wijden aan de dienst tot God. Later is de kerk verwoest door de Noormannen. Maar ook weer opgebouwd.
Ook is de kerk, ten tijde van Alpertus van Metz, overvallen door de Noormannen.
Alpertus schrijft daarover: Zij drongen zij de Sint Walburgkerk binnen, en hebben vandaar vele kostbaarheden gestolen. Het altaar is geplunderd. Ook de misgewaden, die graaf Waltger en zijn vrouw Alberda geschonken hadden, namen ze mee. Alpertus leefde rond het jaar 1000.
Na vertrek van de nonnen vestigden er zich de reguliere kanunniken. Een reguliere Kanunnik. Het woord kanunnik betekent: ‘Kanon.’ ( regel ) Iemand die dus een geregeld leven leidt. Een reguliere Kanunnik is iemand die deelt in de gemeenschap in een klooster.
De opbouw van de kerk gebeurde door Bisschop Adelbold. In de kerk stichtte hij nu een kapittel van seculiere kanunniken. Deze leven niet in een klooster.
Ruim honderd jaar later lag de Sint Walburgkerk weer in puin. Ditmaal niet door geweld, maar door een felle brand waardoor een zeer groot gedeelte van de toenmalige stad afbrandde. Dat het niet altijd boterde tussen de bevolking en de kanunniken blijkt uit het feit dat in 1315 de kanunniken vanuit Tiel werden overgeplaatst naar de kerk van Arnhem. Deze overplaatsing was nodig vanwege de ondragelijke pesterijen door de Tielse bevolking.
Het is 1346. De tijd van de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Op 23 augustus vielen de legers van heer Walram van Born en Valkenburg, de heer van Asperen en heer Jan van Arkel de stad Tiel binnen. Er vluchten voor het geweld 145 mensen in de toren van de Sint Walburgkerk. Maar de aanvallers staken de toren van de kerk in brand. Het vuur sloeg over naar de kerk zelf en verbrandde daar het kruiswerk en het loden dak. Het heeft circa vijftig jaar geduurd voordat de kerk weer werd herbouwd. Dat gebeurde op 3 februari 1400. De heer Barnierus van Opbueren, hij was commandeur van de Duitse Orde, nam toen de opbouw ter hand. Deze opbouw duurde 3 jaar. Maar toen was het weer een prachtige kerk.
In 1420 was er weer een grote brand in de stad Tiel. Het vuur woede zo enorm dat de hele stad in vlammen opging, uitgezonderd het tolhuis, tien woningen, de Sint Maartenskerk en de Sint Walburgkerk. Deze bleven gespaard. Er vielen wel twee doden te betreuren.
Het gebied binnen de gracht, te noemen het Kalverbos, Kloosterstraat, Binnenmolenstraat, Kromme Elleboog, en de Sint Walburgbinnensingel behoorden tot het eigendom van de kerk. In 1354 is de zwaar vervallen kerk weer herbouwd. Hertog Karel liet de kerk opsieren met prachtige glas in lood ramen. Daarin waren afgebeeld zijn familiewapen en dat van zijn vrouw.
Na de Reformatie in 1578 werden de Katholieke erediensten in Tiel verboden. Maar mogelijk werd er in de Sint Walburgkerk in stilte gebedsdiensten gehouden. Begin van de 17e eeuw verdwijnen er steeds beelden en familie wapenborden etc. uit de kerk. Dit waren de eigendommen van de voorouders van adellijke familie’ s in de kerk. Deze adellijke familie’ s waren ook burgers van de stad Tiel.
De Franse overheersing heeft ook voor Tiel voor veel ellende gezorgd. De bevolking was zeer arm en berooid. Brandschattingen waren aan de orde van de dag. De eens zo rijke Sint Walburgkerk was zeer verwaarloosd. Zo erg zelfs dat de kerk al voor een deel was ingestort. Het stadsbestuur ging daarom in 1679 onderhandelen met de Duitse Orde over afbraak van de kerk. Deze is circa 1680 gesloopt.
Literatuur:
Versteend Verleden, Huub van Heiningen.
De Geschiedenis van Tiel, Dr. E. J. Th. A. M. A. Smit.
De Tielse Kroniek.
http://kranten.kb.nl/view/article/id/ddd%3A010029747%3Ampeg21%3Ap002%3Aa0060 Nieuwe Rotterdamsche Courant. 10 - 07 - 1928.
_____________________________________________________________________________________________________________________
De Sint Dominicuskerk.
De Dominicuskerk in Tiel is gebouwd in 1861. Maar door een felle brand op 8 juli 1938 volledig afgebrand. Op 11 november 1940 kon het nieuwe kerkgebouw al weer in gebruik worden genomen.
Links de St.Dominicuskerk. Rechts de kerk met ernaast de pastorie en op de voorgrond een gedeelte van het voormalige St. Andreas Ziekenhuis.
Na de Reformatie werd het beleven van de Rooms Katholieke godsdienst in het openbare leven verboden. In 1601 werd , Jacob Mom, de rooms katholieke ambtman van het land van Maas en Waal, betrapt dat hij priesters in zijn huis verborgen hield. Na 16 jaar mochten er eindelijk weer priesters in Tiel komen. Deze kwamen uit den Bosch. In 1631 krijgt Van Beers toestemming om zich als pastoor te Tiel te vestigen. Die toestemming kreeg hij van het Provinciaal 1). De mensen die hun oude geloof trouw waren gebleven kwamen meestal uit de arme onderlaag van de bevolking. De meesten van hen kwamen van buiten de stad Tiel. Ze werden achtergesteld ten opzichte van het calvinistische bevolkingsdeel. Dominicaanse priesters hielden in het geheim hun godsdiensten. Prins Maurits legt het stadsbestuur zeer strenge regels op. Rooms Katholieken zijn in de visie van de stadsbestuurders automatisch aanhangers van Spanje. Na enkele waarschuwingen aan hen moesten ze de stad verlaten. Mogelijk is het maar een groep van enkele tientallen. En zijn ze niet verder gekomen dan Zandwijk. Het bovenstaande geeft wel aan dat er van kerkbouw in die jaren geen sprake kon zijn.
Luitgarda van Lienden leefde van 1639 tot 1722. Kocht op het Hoogeinde in 1672 een huis. Dat huis stelde zij beschikbaar voor huisdiensten voor de katholieken. . Toen in 1672 de Fransen Tiel bezetten kregen de rooms katholieken de Sint Maartenskerk ter beschikking. Dat duurde maar 20 maanden. Toen werden de bordjes weer verhangen. Men kerkte weer in het huis op het Hoogeinde. De activiteiten van Luitgarda bleven echter niet onopgemerkt bij de overheid. Vanuit de magistraat zijn er wel brieven aan haar geschreven waarin stond dat zij een hoerhuis zou houden. Ook was het de magistraat wel opgevallen dat het op gezette tijden wel erg druk was. Men vond dat de godsdienst wel al te openlijk werd beleden. Toch heeft het geen gevolgen gehad voor Luitgarda van Lienden. Ook pater Verdusan had er onderdak. Luitgarda van Lienden was beschermvrouwe van de Statie Tiel.
Vrijheid van godsdienst was er al in 1579. Dat was het resultaat van de Unie van Utrecht. Men mocht dus denken wat men wilde. Toen in 1796 kerk en staat werden gescheiden kwam er uiteraard ook de meer vrijheid van godsdienst. Volledige vrijheid van godsdienst kwam er in de grondwet van 1848.
Het is interessant om te zien hoe het katholicisme zich in Tiel ontwikkelde. In 1798 waren er in Tiel 606 mensen R K. In 1849 circa 1865. En in 1920 waren er dat 3395. In 132 jaar dus een toename van 2689 personen.
Dat betekende dat in 1923 in de gemeenteraad de Rk Kiesvereniging 4 van de 15 zetels bezette. Alleen de S.D.A.P. had er 5. De A. R. had er één, en de liberalen hadden er 3. De V.B.D. 1 en de overige 1. Het geeft wel aan hoe snel de Rooms Katholieke kerk in die jaren is gegroeid. Er ontstond een katholiek zelfbewustwording in Tiel.
Dat groeien kwam vooral op de wijze hoe men vanuit de kerk werkte. Er werd o. a. heel veel aan armenzorg gedaan.
De Tielse clerus was zeer betrokken bij de katholieke arbeidersbeweging,schrijft Jan van Miert in zijn 'Wars van clubgeest & en partijzucht.
Door deze betrokkenheid ontwikkelden zich tal van organisaties op diverse terreinen van het dagelijkse leven. Ik noemde zoëven al de armenzorg.
Ook ontstond er een behoefte aan intellectuele ontspanning. Een aantal vooraanstaande personen richtte daarom na 1880 een katholiek leesgezelschap op. Bekende personen namen daaraan deel. O.a pastoor Wees,Azijnfabriekant Bien,en de fabriekant Spoorenberg.
Maar ook op het gebied van ziekenzorg, de oprichting van het Andreasziekenhuis, kan worden genoteerd.
Het voert te ver om hier alles op te noemen. Zo men daar meer over wil weten, men schaft zich daarvoor de onderstaande boeken aan.
Bij de laatste fase van het huidige kerkgebouw in 1940 werden minder goede materialen gebruikt. In 1945 is bij beschietingen van de overkant van de Waal de toren ernstig beschadigd. Ook toen is het dak van de toren, wegens gebrek aan beter, met minder kwalitatief materiaal hersteld. In 2010 heeft er een grootscheepse renovatie plaats gevonden. Deze renovatie is in december 2010 afgerond.
1 )
Provinciaal is in dit geval het bestuur van de kerkprovincie.
Meer over de kerk.
http://www.suitbertusparochie.nl/site/tiel.html
Meer over het orgel van de kerk.
http://www.orgelsite.nl/tiel.htm
Dominicuskerk.
Op treffende wijze, vooral van de zijde zijner parochianen, koristen en de geestelijkheid, herdacht dezer dagen do blinde organist der R. K. kerk te Tiel, de Heer H. Spierings, den dag, waarop hij 25 jaar geleden als zoodanig werd benoemd. Vele blijken van waardering, onder velerlei vorm, hebben dien dag voor hem en zijn gezin een onvergetelijke gemaakt.
Het Nieuws van den dag : kleine courant
16-11-1899, Klik op: http://kranten.kb.nl/
Gebruikte literatuur:
Versteend Verleden van Huub van Heiningen.
De Geschiedenis van Tiel van Dr. E.J.Th.A.M.A. Smit.
Wars van clubgeest & Partijzucht van Jan van Miert.
Biografisch Woordenboek van Tiel van de Historische Werkgroep Tiel.
De Gereformeerde P.K.N kerk Schaepmanstraat Tiel.
Het begon allemaal heel klein. In Ommeren woonde Frans Willem van Dee met zijn gezin. Frans Willem was het niet meer eens met de gang van zaken in de Nederlands Hervormde kerk. Op 18 april 1836 leverde hij zijn akte van Afscheiding in bij de kerkeraad van de Nederlands Hervormde kerk te Ommeren. Dat was het piepkleine begin van de Afgescheiden gemeente te Tiel, die eerst in Ommeren begon. Er was vrijheid van godsdienst sinds 1579. Maar die vrijheid was nog maar heel betrekkelijk. Het was in die dagen geen kleinigheid om zo’ n stap te zetten als van Dee deed. Frans Willem wist dat ook heel goed. In 1835 was hij met zijn zoon Klaas, al aanwezig, bij een dienst aan de Tielschestraatweg in Opheusden. Daar zou ds. A. Brummelkamp voorgaan. Maar al gauw kwam de burgemeester samen met de politie polshoogte nemen. De burgemeester gelaste dat in de naam van de koning dat de vergadering uiteen moest gaan. Brummelkamp antwoorde dat de vergadering in naam van de Koning der koningen niet uiteen zou gaan. Er werd een proces tegen Brummelkamp opgemaakt. Deze zaak heeft voor de Tielse rechtbank gediend.
Niet alleen in Ommeren waren er Afgescheidenen. Maar ook in het land van Heusden en Altena waren er mensen die trouw wilden blijven aan Gods Woord. Deze gemeenten die daar zijn ontstaan zijn verschrikkelijk vervolgd. De rechtelijke macht van Gorkum deed niets onder voor de militaire macht. Zesmaal gingen de Tielse gevangenisdeuren. Maandenlang zaten hier ambtsdragers gevangen. Zij werden bezocht door Frans Willem van Dee. Ook Jenneke Wildemans, in die tijd de enige Afgescheidene in Tiel, deed dat. Vanaf 1848 kwamen er meer Afgescheidenen in Tiel wonen. Ondertussen was J.H. Donner predikant te Ommeren. Deze hield spreekbeurten in Tiel. Ook werden er leesdiensten gehouden door de brs. Schmitz en Pijsel. Tijdens deze spreekbeurten van Donner werd er een commissie samengesteld, dat de naam droeg van ‘Kerkelijk Fonds’. Zitting in deze commissie hadden H. C. Schmitz, Johannes Pijsel, Anthonie van Krieken en Johannes Dirk Hittinger. Na enige tijd voldeed de ruimte waar ze vergaderden niet meer, mogelijk vanwege de beperkte ruimte. Vanaf 1851 was het dan ook mogelijk dat men gelden kon inzamelen voor een obligatielening van 2500 gulden, bestaand uit aandelen van 50 gulden. Chevalier kocht er één van 50, - en Groen van Prinsterer zelfs 4. Naarstig ging men op zoek naar een ruimere vergadergelegenheid. Van de Tielsche Burgerbewaarschool kocht men een stuk grond voor 700, - gulden. L. van Andel stond borg. In het voorjaar van 1852 timmerde men daarop een houten gebouw. Daarin heeft men vele jaren gekerkt. Omdat de gemeente behoorlijk in zielenaantal toenam werd het lokaal al gauw te klein.
Naarstig ging men op zoek naar een ruimere vergadergelegenheid. Van de Tielsche Burgerbewaarschool kocht men een stuk grond voor 700, - gulden. L. van Andel stond borg. In het voorjaar van 1852 timmerde men daarop een houten gebouw. Daarin heeft men vele jaren gekerkt. In 1901 kon men een stenen gebouw in gebruik nemen. We zijn dan aangeland in de periode van Dr. G. Keizer. De gemeente is dan al zodanig gegroeid dat het gebouw te klein is. Al onder de voorganger van Keizer, ds. Haan, was hiervoor al een bouwfonds gesticht. Tijdens deze bouw, of verbouwing, werd er s’ morgens gekerkt in een bovenzaal van café Bellevue en s’ avonds in de Evangelische Lutherse kerk. Ook wel de kleine kerk genoemd. Bij de feestelijke ingebruikname van de nieuwe kerk waren diverse plaatselijke overheid ’s en kerkelijke instellingen uitgenodigd. Te weten: Het dagelijks bestuur van de stad Tiel, de kerkelijke commissie van de Hervormde kerk en de kerkeraad van de Evangelisch Lutherse Gemeente. De officiële ingebruikname geschiede op zondag 1 september in de morgendienst. De kerk was behoorlijk vol. Ds. G. Keizer leidde de dienst. De preek handelde over 2 Kronieken 6 vers 20.
Na de dienst nadat het dagelijks bestuur het woord had gevoerd werd nog staande gezongen Psalm 72 : 11.
Zijn naam moet eeuwig eer ontvangen;
Men loov' Hem vroeg en spâ;
De wereld hoor', en volg' mijn zangen,
Met Amen, Amen na.
In de plaatselijke bladen werd er veel aandacht aan het bovenstaande gegeven.
Enige jaren later was er weer een groot feest. Op 7 september 1903 werd herdacht dat op 6 september het 50 jaar was geleden dat de gemeente was geïnstitueerd.
Gereformeerde kerk Scheidingsstraatje Tiel. Op de foto het Bruidspaar van Ippel - van Zetten. Rechts de koster W. Scholtus. Fotoarchief fam W. Scholtus.
De groei van de gemeente ging gestaag door. In het tijdvak van 1848 tot 1920 steeg het aantal gereformeerden van 17 in 1848 tot 343 in 1920. Dat is in 70 jaar een groei van 326. Een groei van 0.3 % naar 2,9 % van de Tielse bevolking. Belangrijk was dat er een school kwam voor Gereformeerd.
Bovenstaande foto' s Jac van der Kolk en de fam Scholtus.
Op het eind van de oorlog kwam het Gereformeerde kerkvolk weer zonder kerkgebouw te zitten. Op 14 januari 1945 was er nog een dienst in gehouden. Kort daarna is het gebouw totaal verwoest tijdens het oorlogsgeweld. Tijdens de evacuatie hield men samenkomsten in het naburige dorp Zoelen. Op 14 juni van dat jaar kwam de kerkeraad voor het eerst weer bijeen. Vrijwel alle kerkgebouwen in Tiel waren dermate beschadigd dat ze niet voor het houden van kerkdiensten geschikt waren. Alleen Eben – Haëzer in de Gasthuisstraat was minder beschadigd. Maar dat hadden de behoudende Hervormden nodig voor hun eigen diensten. De Gereformeerde kerk vond uiteindelijk een gelegenheid om het gebouw van de Gustaaf Adolf vereniging aan de Konijnenwal te kunnen huren. Maar de tijd was erg krap, want na de dienst stonden de Hervormden al weer klaar om er hun diensten te houden.
Om weer tot een eigen kerkgebouw te komen kocht men een aantal percelen aan de Dr. Schaepmanstraat. In 1950 kon met steun van het landelijk verband van Gereformeerde kerken en met steun van de overheid met de bouw worden gestart. Ontwerper van het gebouw was architect P.J. Roos uit Rotterdam. De kerk bood plaats aan 400 kerkgangers. In 1951 werd de kerk in gebruik genomen.
Vanwege de gunstige ontwikkelingen van Tiel aan de A15 en de Prins Willem Alexanderbrug bij Echteld, groeide het ledental naar ruim 1000 in 1977. In de tachtiger jaren ging men mee in het Samen op weg. Thans P.K.N Kerk Tiel.
Trouwerij Henk en Lies Scholtus. Fotoarchief Familie Scholtus.
Trouwerij Henk en Lies Scholtus. Fotoarchief Rinus Scholtus.
Interieur kerk. De man die richting de camera kijkt is de koster Wim Scholtus. Fotoarchief familie W. Scholtus.
40 jarig jubileum jongelingsvereniging.Deze foto dateert uit 1938.
V.l.n.r. zittend:J.A. van de Water, Secretaris Jac van der Kolk, erevoorzitter Ds. J. Wiepkema, voorzitter J. Cornelisse, erelid H. van Steenbruggen, C. Zondag, en L. Scholtus,
Staande v.l.n.r. H. Scholtus, P. van Marel, G. van Gessel, C. van de Water, R, van Veenendaal, A. Kerstens, W. Reuser, J. Links, P. Zondag, en R. Willemsma. R. van Veenendaal is tijdens de tweede wereldoorlog gefussieerd.
Bron: Kent u ze nog... de Tielenaren?
Jac. van der Kolk en Henk Scholtus hebben zich in 1946 Vrijgemaakt. Zie voor meer van Jac. van der Kolk op:
Het drama op de Lingedijk in Tiel 1945.
Het orgelfront.
Uit de oude bladen:
Te Tiel zal de kerk der Gereformeerde gemeente belangrijk vergroot worden en ook van een toren worden voorzien. Door een der gemeentenaren is daarvoor ƒl. 10,000 afgestaan.
Het nieuws van den dag : kleine courant
17-01-1900,
Het bericht in ons nummer van Woensdag 17 dezer, dat aan de Gereformeerde Gemeente te Tiel voor den verbouw van hare kerk f 10,000 zou zijn afgestaan, blijkt te berusten op een misverstand. Bij den keikeraad zelf is van een dergelijke gift niets bekend.
Het nieuws van de dag: kleine courant.
22 - 01 - 1900.
Uit Tiel vernemen we nader, dat de verbouwing van het kerkgebouw der Gereformeerde Gemeente niet zulk een omvang zal hebben als in een vorig bericht bedoeld werd. Het geheele werk wordt geschat ongeveer fl. 1600 te zullen kosten, doch dit bedrag is nog niet geheel bijeen. Van het bijbouwen van een toren kan voor dat bedrag van zelf ook geen sprake zijn; het zal meer eene noodzakelijke vergrooting van de kerk worden.
Den 6en September a.s. zal het 50 jaren geleden zijn, dat te Tiel de Gereformeerde Gemeente werd gesticht, aanvankelijk genaamd Afgescheidenen» en later Christelijk Gereformeerde. Deze gemeente heeft zich zeer uitgebreid en is thans in het bezit van een flink, doelmatig kerkgebouw, hetwelk verleden jaar aanmerkelijk werd vergroot. Aanvankelijk werden, evenals elders, de bijeenkomsten gehouden in schuur of stal.
Het nieuws van den dag : kleine courant
20-08-1903,
Het 50-jarig bestaan der Gereformeerde kerk te Tiel is Zondag feestelijk herdacht met eene morgen en avondgodsdienstoefening, waarin als spreker optrad de predikant der gemeente. Dr. G. Keizer. 's Avonds zong de Christelijke Zangvereeniging „Halelujah" een 5-tal nummers ter opluistering. Zeer velen waren telkens aanwezig. Van de hand van Dr. G. Keizer zal dezer dagen een brochure verschijnen over de geschiedenis dezer kerk gedurende de laatste halve eeuw (1853—1903).
Het nieuws van den dag : kleine courant
09-09-1903,
Bron oude bladen: http://kranten.kb.nl/
Algemene website P.K.N kerken Tiel.
http://www.pkntiel.nl/pagina731.html
Literatuur:
Tussen Toverlantaarn en Teletekst. Hoofdstuk, De Gereformeerde Kerk in Tiel. door H.W. Jansen - Haasdijk.
De Geschiedenis van Tiel van Dr. E.J.Th.A.M.A. Smit.
Wars van clubgeest & Partijzucht van Jan van Miert.
Een bladzijde uit de geschiedenis der Gereformeerde Kerken: Dr. G. Keizer. v .d. m. te Tiel.
_____________________________________________________________________________________________________________________
De Magnificatkerk.
De Magnificatkerk in de Beethovenlaan 26 Tiel.
Voor het ontstaan van de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt te Tiel moeten wij wel even de landelijke geschiedenis in. De Doleantie die heeft plaats gevonden in 1886 is in Tiel niet of nauwelijks aan de orde geweest. Toch moeten wij wel even terug naar die tijd. Doleantie betekent klagend. Circa 300.000 kerkleden gingen hierin mee. De hereniging van 1892 met de al al in 1836 uitgetreden Afgescheidenen die daarop volgden vormden de Gereformeerde kerken van Nederland. Hoewel Dr. A. Kuijper hiervan de grote stimulator was ontstond er na deze hereniging toch al weer enige moeite in de Gereformeerde Kerken. Dat ging o. a. over de leer over de Doop. Toen was er al een verschil in opvatting over Verbond en Doop tussen een aantal Afgescheidenen en Dolerenden. Daar werd in de jaren na 1892 regelmatig over gediscussieerd in de kerkelijke bladen. Dat resulteerde in een uitspraak van de Synode van 1905. Deze Synode - uitspraak was echter voor tweeërlei uitleg vatbaar. We geven die uitspraak hieronder gedeeltelijk weer.
Het begin van de synodeverklaring van 1905 luidde als volgt:
‘De synode verklaart: dat volgens de belijdenis van onze kerken het zaad des verbonds krachtens de beloften Gods te houden is voor wedergeboren en in Christus geheiligd, totdat bij het opwassen uit hun wandel of leer het tegendeel blijkt; dat het echter minder juist is te zeggen, dat de doop aan de kinderen der gelovigen bediend wordt op grond van hunne onderstelde wedergeboorte, omdat de grond van de doop is het bevel en de belofte Gods(….)’
Zie hiervoor ook: http://hennepe.jouwweb.nl/kerkgeschiedenis-enschede-deel-1-2-3-en-4 Deel 4.
Zo rond de jaren ‘30 in de 20e eeuw ontstonden er grote moeiten in de Gereformeerde kerken. Dat had te maken met de opvattingen van Dr. A. Kuijper en zijn volgelingen. Kuijper leerde dat alle bondelingen zalig werden. Wie niet zalig werd was geen echte bondeling. Met andere woorden: Als een gedoopte toch verloren gaat, dan was hij niet echt gedoopt geweest. Kuijper en zijn volgelingen leerden dat God alléén een Verbond opricht met mensen die later zalig werden. En dat Verbond kan je nooit verbreken. Dus, als je maar gedoopt was dan werd je ook zalig. Kuijper ’s leer over de Doop was o. a. de verzegeling door de Doop van de mogelijk aanwezige wedergeboorte in de dopeling. Maar dit is een misvatting. De Doop betekent en verzegelt helemaal niet dat er mogelijk iets van een wedergeboorte in de dopeling aanwezig is of wordt verondersteld aanwezig te zijn. De Doop is een zichtbaar teken en zegel van de vaste belofte van God waaraan het deel heeft. Onttrekt een dopeling zich daar in zijn verdere leven aan, dan blijft de Doop staan maar zal dan tegen hem of haar getuigen.
Medestanders van Kuijper waren: Professor Dr. V. Hepp, Professor Dr. W. A. van Es, en Professor Dr. J. Ridderbos. Tegenstanders waren Professor Dr. K. Schilder, Professor Dr. S. Greijdanus, Professor C. Veenhof, Ds. D. van Dijk, Ds. B. Holwerda, Ds. I. de Wolff, en de onderwijzer A. Janse. Deze werd de Reformatorische beweging genoemd. Zij vroegen weer aandacht voor de werkelijke boodschap van de Doop, Verbond en de heilshistorische prediking.
We zijn hiermee aangekomen aan de donkere jaren ‘40 - 45. Ondanks verschillende verzoeken dat de Synode moest wachten tot na de oorlog ging de Synode er toch toe over om een aantal leeruitspraken bindend aan de kerken op te leggen. Daar waren heel veel bezwaren tegen. Maar de Synode veegde ze gewoon van tafel. Schilder en Greijdanus werden geschorst. Ds. D. van Dijk, de vader van onze overleden predikant, werd van de Synode weg gestuurd. De kerk van Bergschenhoek werd in haar geheel buiten het kerkverband gezet. Honderden predikanten en ouderlingen raakten in gewetensnood. Dit alles was volkomen in strijd met het Gereformeerde kerkrecht.
Gevolg was dat er landelijk een scheuring voltrok van circa 85.000 leden. Deze noemden zich de Gereformeerde Kerken ( vrijgemaakt).
In Tiel was dat maar een kleine groep mensen van 6 personen. Hoe dat verder is verlopen kunt u lezen op: http://hennepe.jouwweb.nl/kerkgeschiedenis-tiel-deel-1-t-m-8
Het groepje van zes personen kwam op 24 april 1946 samen ten huize van de familie Den Uijl in de Stationsstraat 31 in Tiel. Daar is de Acte van Vrijmaking of Wederkeer getekend door br. en zr. Cornelissen, br. H. Scholtus, zr. Nel den Uijl, ( verloofde van Jac. van der Kolk),en br. en zr. Broere. Deze vergadering stond onder leiding van ds. Brands uit Gameren. Op deze vergadering zijn ook twee ambtsdragers gekozen.
Hier was de kerk weer heel klein. Maar wel trouw aan Gods Woord. De Here Jezus heeft eens gezegd: ‘waar twee of drie in Mij vergaderd zijn, ben Ik in hun midden.’ Er werd zondags voorlopig vergaderd in een bijzaaltje van de grote Eben – Haëzerkerk. Wat zijn nu zes kerkgangers in vergelijking van circa 300 kerkgangers van de Eben – Haëzerkerk. Later vergaderde men ook wel bij de mensen thuis. Men had niets, men stond met lege handen. Men had zelfs geen collectezak. Maar men had het Woord van God. In allerijl werd er een collectezak gemaakt. Eén van de zusters had een tinnen bord. En de familie Den Uijl een tinnen kan. En de familie van der kolk een bloemkelk. Met deze attributen werd het Heilig Avondmaal gevierd.
Maar wat is dat kleine groepje vrijgemaakten rijk gezegend. In 1949 kon men, samen met de kerk van Zaltbommel ( dat ook klein van getal was) een predikant beroepen. Dat was Ds. C. van Leeuwen. Op een actie om landelijk geld te verzamelen leverde zoveel op dat er een auto kon worden aangeschaft. De eerste kerkauto van Nederland? Weer later vergaderde men in gebouwtje van het slachthuis in de J. D. van Leeuwenstraat. In die tijd moet men op de rommelmarkt in Utrecht een preekstoel hebben gekocht. Het moet de preekstoel van de N.S.B er Mussert zijn geweest. Mogelijk is dit gestoelte naar Zaltbommel zijn gegaan. Het ledental groeide gestaag door. In 1949 was dat 37.
Klik voor foto, s van de mensen uit het begin van de Gereformeerde kerk vrijgemaakt in Tiel op: Vrijmaking Tiel zeventig jaar geleden.
Circa 20 jaar heeft men in de aula van de Christelijke Mavo,voorheen Christeijke MULO, in de Medelsestraat gekerkt. Bovenstaande foto de jeugd uit de jaren zestig van de 20e eeuw , hier gekiekt bij de ingang van de Christelijke Mavo in de Medelsestraat no 5, klaar voor vertrek naar een jongerenvakantiekamp. Dit was een zeer actieve gedreven jeugd. Zie meer over deze jeugd op: http://hennepe.jouwweb.nl/kort-overzicht-lois-tiel
Meer foto van de jeugd van vroeger op: http://www.magnificatkerk.nl/jeugd%20vroeger.html
Het kerkelijk centrum 'De Ark' aan de Schouw 48 b.
Het exterieur aan de schouw 48 b.
In de jaren ’60 van de 20e eeuw was dat inmiddels gegroeid naar circa 100 leden. En de groei gaat nog steeds door. In de 70 er jaren naar circa 140 leden. In 1981 kon men een stuk grond kopen aan de Schouw 48b. Daar werd een op de kop getikte kleuterschool gebouwd uit de Wadenoyenlaan. Maar deze werd na 14 jaar al weer te klein. Inmiddels was er al weer een landelijke actie gestart om geld bij elkaar te krijgen. Door gemeenteleden is er enorm bijgeklust. Na enige tijd kon er gestart worden met de bouw van de Magnificatkerk aan de Beethovenstraat 26. In de bouwcommissie hadden zitting Nanne Nierop, jaap van Ommen, en Wieb Luth. De officiële eerste steenlegging vond plaats op 19 – 09 – 1998 door weduwe Elizabeth Scholtus – Put. De ingebruikname geschiede in december 1998. Weer groeide de gemeente naar nu in 2012 inmiddels ruim 200. En de groei gaat gestaag door. Deze groei, hoe mooi het ook is, had tot gevolg dat er weer moest worden uitgebreid. In 2011 is er gestart met de uitbouw van de vergaderzalen. Die zijn inmiddels al gerealiseerd. Momenteel is men druk doende met de uitbreiding en vernieuwen van de geluidsinstallatie. Deze installatie is van hoge kwaliteit. Al zijn er nu nog bepaalde dingen nog te regelen. Ook is er al een aansluiting op internet zodat de burger een kerkdienst thuis kan meemaken. Komende tijd hoopt men wat te doen aan de verfraaiing van het kerkplein.
Tijdens de hand en spandiensten van de kerkleden werd voor de inwendige van de mens ook goed gezorgt. V.l.n.r. Jakob Kamphuis, Jaap van Ommen, Marijke Kamphuis, Wil van Harten, Wim van Harten. Op de achtergrond Gerben van Harten.
Pannenbier voor de medewerekers van Rots Bouw uit Aalten.
De eerste steenlegging door Elizabeth Scholtus - Put.
Die zit. Maar let ook eens op de fotograven. Echt ellebogenwerk hoor.
Twee keer per jaar is er een Magnifikidsfeest in de kerk. Alle Tielse kinderen worden dan uitgenodigd.
Meer Magnifikids op: http://www.magnifikids.nl/
Meer info Magnificatkerk in Tiel; http://www.magnificatkerk.nl
_____________________________________________________________________________________________________________________
De Sint Ceciliakerk.
De Sint - Ciciliakerk.
De Sint Ceciliakerk wordt wel eens het mooiste gebouw van Tiel genoemd. Vanaf de Dominicuskerk richting de Brugstraat is het een mooie wandeling door het Kastanjelaantje langs de gracht. Je wandelt op een mooie zomerdag langs de Sint – Maartenskerk die je verwelkomt met een vrolijk geklingel van het prachtige carillon . Voorbij de Sint – Maartenskerk ga je linksaf naar de Kerkstraat. Daar staat dat mooie monument in vroomheid in glas, hout en steen. Hoe oud het kerkje is? Dat is niet precies te zeggen. Men denkt dat het al omstreeks 1450 is gebouwd. Maar het is ook mogelijk dat het klooster al in 1432 bestond. Zeker is, dat het er al in 1494 stond. Het behoorde in die tijd bij het Sint – Ceciliaklooster. Dat klooster bestaat niet meer. Van de tuin die bij het klooster hoorde is nog een deel in het stadsbeeld terug te vinden. Het klooster behoorde tot een strenge orde. De schepenbank stelde toen vast dat men voor de wereld dood was. Het was strenger dan het Augustinessenklooster in Tiel. Hoewel de zusters in soberheid leefden had het klooster wel veel bezittingen. Het speelde in het plaatselijke onroerend goed wereldje een belangrijke rol. De zusters maakten zich ook verdienstelijk met weven. Het klooster heeft gestaan daar waar nu het gemeentehuis staat aan de Achterstraat. In de tuin begroeven de nonnen ook hun doden.
Bij het uitbreken van de 80 jarige oorlog was het met de rust van het klooster gedaan. In 1573 werd het klooster van Westroyen op Zandwijk door de troepen van Gijsbert van Batenburg zo goed als met de grond gelijk gemaakt. De Dominicanessen zusters die daar woonden moesten halsoverkop weg vluchten. Zij vonden onderdak in het Sint Ceciliaklooster in Tiel. Maar hier was de rust ook van korte duur. In 1578 werd Diederik Vijgh Ambtman Dijkgraaf en Richter. Hij was het die de hervorming in Tiel doorzette. De kerk werd ingenomen. Het klooster mocht blijven voortbestaan., maar moest wel jaarlijks bijdragen voor de onkosten voor de aangestelde predikant. Kortom, het klooster moest bijdragen in de onkosten aan de protestantse erediensten. Rond 1600 was het klooster in grote financiële moeilijkheden. De Magistraat kwam te hulp. Zij sloten met de Abdis een overeenkomst. Daarin werd bepaald dat deze elk jaar een bedrag zou krijgen En een leven lang schapenkaas, turf en huisvesting. De Magistraat zou de goederen verpachten, maar was geen eigenaar. Later is het wel stadseigendom geworden. In 1625 was het klooster zodanig in verval geraakt dat het is afgebroken. Voor het kerkje brak er een beroerde tijd aan. Mogelijk is het enkele jaren als opslagruimte gebruikt. Maar is het in 1633 weer ingericht voor de erediensten. In begin van de 18e eeuw hadden zich in Tiel enige Lutheranen gevestigd. Maar het waren er te weinig om een gemeente te vormen. Een verzoek aan het stadsbestuur om in het kerkje de doop te mogen bedienen en het avondmaal te vieren. Dat werd toegestaan mits men de opbrengsten van de collecten deed toekomen aan de armen - ambachtskamer zou afdragen. Van 1686 tot 1705 werd het kerkje ook nog gebruikt door een Waals predikant en zijn gemeente. In 1830 werd het kerkje gebruikt door de plaatselijke schutterij. In 1832 door de jagers van Clerens. Daarna werd het weer gebruikt voor de erediensten. Thans houd er de Lutherse gemeente al vele jaren haar diensten in.
In de oorlog is het kerkje behoorlijk beschadigd. Dat gold toen voor een groot gedeelte van de mooie binnenstad van Tiel. De ingang van de kerk is toen verplaatst naar de zuidkant. Dit kwam ten goede voor de koorruimte. Het traptorentje kreeg weer de oude ingang van vroeger. De koorgewelven zijn prachtig in de oude glorie hersteld. In de kerk bevind zich een grafsteen waarop is gebeiteld: ‘Hier leyt begraven Aerndt van Hasselt in syn leven Borgemeester de stadt Tyel, stvrff op den 4 Jvny 1636. De preekstoel, die wordt gedragen door een arend is nog niet zo oud. Het kerkje heeft drie gebrandschilderde ramen die zijn vervaardigt door Georg Rueter, in het atelier van de gebroeders Bogtmans in Haarlem.
De drie glas-in-loodramen .
De ramen vertonen elk een Bijbelse voorstelling. Het noord oostelijke raam vertoond : Mozes met de stenen tafelen de berg afkomend. Opvallend is dat Mozes met het gezicht naar de toeschouwer staat. Profetie zonder volk is zinloos. Het Samuelraam verbeeld het moment dat de Here God de jonge Samuel roept. Ook hier is het gelaat van Samuel gericht naar de beschouwer. Het derde raam is het zogenaamde Herdersraam ziet men de beschouwer op de rug. Hier ten teken dat zij de boodschap ontvangen van een in volle vlucht neerdalende engel.
Als ik weer buiten kom word ik geconfronteerd met de strakke contouren van het theater ‘De Agnietenhof.’ Bepaald geen vroomheid in glas, hout of steen. Maar gelukkig is het niet ver van de Sint – Ceciliakerk de Joodse synagoge.
Uit de oude boeken.
CECILIAKLOOSTER voorm. klooster te Tiel in de Kerkstraat zich uitstrekkende langs den Achterweg en de Ambtmanstraat tot achter het erf van het zoogenaamde Ambtmanshuis de Nonnen die het bewoonden waren Reguliere Kanonnikeisen van de orde van den H Augustinus Van het klooster is tegenwoordig niets meer aanwezig dan twee over elkander staande gebouwen aan den Achterweg waarvan het eene tot eene Nederduitsche school en onderwijzerswoning dient, terwijl het andere voorheen tot een magazijn werd gebruikt en thans tot woonhuizen is vertimmerd. De overige daartoe behoord hebbende gronden zijn gedeeltelijk met eenige kleine huizen bezet en gedeeltelijk in het jaar 1585 aan het erf van het Ambtmanshuis getrokken De tot dit klooster behoord hebbende kerk thans nog de Kleine of St Ceciliakerk geheeten is in het jaar 1653 ingericht voor de Herv. Kerkdienst. In het jaar 1785 is zij mede aan de Evang. Luth in gebruik toegestaan.
Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, Deel 3
Door A. J. van der Aa.
In 1809 blijken er in Tiel 30 lutheranen te wonen. In de omliggende dorpen wonen er 43. Over de herkomst van de leden is niets bekend.
Dit bovenstaande vond ik in: Verboden en getolereerd, van Kosterus Gerard Manen. Hoofdstuk 3.2 blz. 235. Uitgeverij Verloren.
Uit een oude krant een beroepingsbericht: Evang. Luth. Kerk. Aangenomen. Naar Tiel, K. van de Braak, prop. te Den Haag. Algemeen Handelsblad 29-10-1940,
Kerk- en Schoolnieuws Afscheid ds. H.L.G. Ouwerkerk
Ds; H. L. G. Ouwerkerk zal zondagmorgen 28 juni afscheid nemen van de Evangelisch Lutherse gemeente van Tiel. Op zondagmiddag 12 juli doet hij zijn intrede als predikant van de Evangelisch Lutherse gemeente van Leeuwarden, na vooraf in diezelfde dienst te zijn voorgesteld door dr. C. J. Munter uit Groningen.
Niewsblad van het Noorden, 20-06-1964,
Bijzonder fraaie foto genomen vanuit de tuin van het gemeentehuis.
Intree ds H.L.G. Ouwerkerk
LEEUWARDEN — Ds. H. L. G. Ouwerkerk zal zondagmorgen 28 juni afscheid nemen van de evangelisch lutherse gemeente van Tiel en zondagmiddag 12 juli intrede doen als predikant van de Evangelisch Lutherse gemeente van Leeuwarden.
Herman Leonard Gerardus Ouwerkerk werd op-3 oktober 1902 te Amsterdam geboren. Hij diende de gemeenten Groede (Zeeuws-Vlaanderen), 1929— 1930, Purmerend 1930—1941, toen hij zijn ambtsbediening als predikant in de Evangelisch Lutherse Kerk neerlegde. Ruim acht jaar later keerde ds. Ouwerkerk weer als dienstdoend predikant in deze Kerk terug en werd hij op 16 oktober 1949 bevestigd als predikant te Tiel.
Friese koerier: onafhankelijk dagblad voor Friesland en aangrenzende gebieden. 23 - 06 - 1964.
Zie voor een krantenartikel Hoogleraar Prof Dr. J. W. Pont. Oud predikant van de Evangelisch Lutherse gemeente te Tiel van 1889 - 1891.
http://kranten.kb.nl/view/article/id/ddd%3A010029516%3Ampeg21%3Ap006%3Aa0099
Literatuur: Devotie en macht in Tiel, Huub van Heiningen.
Artikel Nederlands Dagblad dinsdag 14 december 1976.
Versteend Verleden, Huub van Heiningen.
_____________________________________________________________________________________________________________________
De Joodse Synagoge.
De voormalige Joodse Synagoge. Heel moeilijk te fotograveren vanuit een nauw steegje.
Het dreigt een vergeten gebouw te worden. Het staat wat weg gedrukt tussen de oude bebouwing van de Agnietenstraat, Westluidensestraat, Koninginnestraat. Slechts via een smalle steeg kun je er komen. De voorheen Joodse Synagoge. Het is thans in gebruik als moskee.
Zoals het wel algemeen bekend is heeft de Tielse bevolking heel ernstig te lijden gehad onder het oorlogsgeweld in de jaren 1940 – 1945.
In januari 2010 kwam er een boek uit van Tjeerd Vrij. ‘Bittere Tranen’. In april van dat zelfde jaar verscheen er zelfs een tweede druk. In dit boek vertelt Tjeerd Vrij op een indrukwekkende manier over de vervolging van de Tielse en in de omgeving wonende Joden in de Tweede Wereldoorlog. Ik zou iedereen dit boek willen aanraden.
Reden om eens in het kort na te gaan hoe zich de Joodse gemeente zich in de geschiedenis van Tiel en omgeving zich heeft ontwikkeld. Tussen 1432 en 1518 woonden hier drie Joden. Alle drie hadden ze een functie van schepen. Hoewel een Jood geen openbare functie mocht uitoefenen is het mogelijk dat deze zich vanwege het schepen zijn zich hadden laten inschrijven bij de R. K. kerk. Niets is hieromtrent met zekerheid te zeggen. In een Buurt spraakboek in 1459 staat dat het verboden was om een Jood te huisvesten, mits hij een Jodenteken zal dragen. Het Jodenstraatje was er al in 1506. Mogelijk dat Joden alleen in dat straatje mochten wonen. In 1570 is er op last van Alva de enige Joodse familie de stad uit gezet. Maar in 1672 woont Mozes Ephraëm in Tiel. Hij is Jood en ritueel slachter ( Sjoucheet). Hij is de eerste Jood in Tiel die burgerrechten kreeg. Dit vanwege het feit dat hij zich heldhaftig heeft gedragen bij de verdediging van de stad Tiel tegen de Fransen. Hij werd dus ereburger. Deze Mozes Ephraëm kreeg later een zoon die Lambert Ephraëm heette. Lambert ging over tot het christendom. Hij liet daarom zijn naam veranderen in Christianus Lambertus Tilanus. Zijn nageslacht werd later zeer bekend in Nederland. In circa 1800 woonden er in de stad Tiel 94 Joden. In de Vleesstraat hielden zij synagogediensten. Een grote wens ging in vervulling toen men half 1830 het pand aan de Westluidensestraat 32 kon kopen. In deze leraarswoning hield men boven de synagogediensten. Achter dit pand lag een behoorlijk stuk grond. In 1839 bouwde men daarop de Synagoge. In 1851 werd het één en ander nog behoorlijk uitgebreid door aankoop van het hoekpand Westluidensestraat – Agnietenstraat.
De Synagoge.
De eerste steen voor deze synagoge werd gelegd op 31 augustus 1837. Dat gebeurde door de voorzitter van het synagogebestuur Jacob Kok. Op de voor poerim in 1839 is het gebouw ingewijd. Eén die ons een prachtige inkijk geeft in de synagoge is Dr. D. van Swigchem, voorheen predikant van de Gereformeerde kerk ( Schaepmanstraat). Hij schrijft in: Tussen Toverlantaarn en Teletekst als volgt:
― Van buiten was het gebouwtje ( “Waterstaatstijl,” met grote gietijzeren spitsboogramen’) nooit veel fraais, maar van binnen! Eerst passeerde je het kleine portaal met rechts het fonteintje voor het netzen van de handen ( nu in het museum), links de trap naar de galerij met daaronder de “sjeimesbak”, waarover later. Daarna kwam je door de openslaande deur in de eigenlijke ruimte. Wat was die sjoel mooi, met zijn grote koperen kronen boven de “alemmer”( het spreekgestoelte) en de banken. Recht tegenover de ingang bevond zich het hart van de sjoel, de “Oren – Koudesj “, de Heilige Ark. ( We schrijven in Hebreeuwse termen zoals ze toen werden uitgesproken). Voor de eikenhouten deuren van de ark hingen twee schitterende perouches ( voorhangsels), de ene koningsblauw, de andere wijnrood, en allebei rijk geborduurd met zilver -en gouddraad : ornamenten als de sjoufer ( ramshoorn), druivenranken en de twee zuilen van de tempel van Salomo. Ook een wit damasten perouches was de gemeente rijk, maar dat werd alleen gebruikt op Rosjha – Soune en Jom Kipper ( Joods Nieuwjaar en Grote Verzoendag). Wanneer de gordijnen opzij geschoven werden en de deuren geopend – hoogtepunt in elke samenkomst – zag men de Thorarollen, met blinkend gepoetste zilveren schilden over fluwelen mantels, en gekroond met siertorens van filigrainwerk. Het meest van al dat zilver en borduursel was geschonken door gemeenteleden als dank bij jubilea of ter herinnering aan overledenen: de sjoel werd van binnen al mooier ―
Sjeimusbak = In onbruik geraakte joodse geschriften. Deze worden met respect begraven op een begraafplaats.
Perouches = voorhangsel.
Sjoel = synagoge.
David Hes.
Grote man van de Joodse gemeente in Tiel was David Hes. Hij diende deze gemeente van 1820 tot 1877. David Hesis in Amsterdam geboren. mogelijke geboortedatum is 3 december 1798. Hij was een zoon van Abraham Jacob Hes en Sara Meijer Levi. Het gezin bestond uit de ouders en vier kinderen waarvan David de oudste was.
Zijn vader was een diepgelovige Jood Hij nam het geloof heel serieus. Zels zo serieues dat hij in 1841 naar Jeruzalem vertrok om daar te sterven. Zijn laatste wens was om op de Olijfberg te worden begraven. Hij bereikte de leeftijd van 82 jaar.
David volgde in Amsterdam een opleiding tot godsdienstleraar. In 1819 kreeg hij een baan als godsdienstleraar op een Joodse school. Op 25 juni 1819 trouwde hij met Hester van Dijk. Dit huwelijk werd gesloten te Lith in Noord - Brabant. Uit dit huwelijk werden 10 kinderen geboren. Tijdens de geboorte van het 11e kind kwam dit kind op 11 novenber 1842 levensloos ter wereld. Vier dagen later, op 11 november, overleed ook Hester. Hester was een dochter van slager Levi van Dijk en Rosa Moses. Hester is 44 jaar oud geworden. David Hes trad opnieuw in het huwelijk op 10 mei 1843 te Amsterdam met Jetta Polak. Jetta overleed te Tiel op 72 jarige leeftijd. David hertrouwde op 78 jarige leeftijd te Hilversum op 5 februari 1877 met Sara Callo. Lang heeft dit huwelijk niet geduurd want op 5 mei 1878 overleed David Hes en werd hij op de Israelische begraafplaats te Tiel begraven. Hes heeft de Joodse gemeente te Tiel 58 jaar gediend. Hes sprak vloeiend Jiddisch.
Voor meer over David Hes zie: Biografisch Woordenboek Tiel deel 5.pagina 61. Annemarie Slager - Dijkstra.
Hij maakte zich dienstbaar als ritueel slachter, voorzanger, godsdienstleraar. In deze tijd groeide de gemeente in zielental naar 386 leden. Deze groei bracht ook meer verantwoordelijkheid met zich mee. De Joodse kinderen die naar een gewone lagere school in Tiel gingen, bezochten op de zondagmorgen van 9 tot 12 uur en op woensdagmiddag van 2 tot 4 uur de Joodse school. Daar werden ze onderwezen in een aantal Joodse zaken. O. a het Hebreeuws. Het duurde dan ook niet lang of de ruimte werd te klein. Met verhuisde naar een groter pand aan het Hoogeinde. Deze school kreeg later internationale bekendheid. Na de dertiger jaren in de vorige eeuw kwam er een kentering. Het ledental liep geleidelijk aan terug.
Er dreven donkere wolken boven Europa. In Duitsland kwam Hitler aan de macht. Een groot deel van Europa kwam onder het duivelse regime van het Nationaal Socialisme. Lees het verhaal van Loekie de Winter het 9 jarige Tielse Joodse jongetje dat werd vermoord in het Poolse kamp Sobibor op:
http://www.stolpersteine-tiel.nl/uploads/Pdf/LesbriefScreen.pdf
De Joodse begraafplaats aan Voor de Kijkuit.
In 1827 kregen de Tielse Joden een eigen begraafplaats aan Voor de Kijkuit in het toenmalige dorp Zandwijk, thans behorend tot Tiel. Op de begraafplaats bevinden zich 160 graven. De begraafplaats is toegankelijk via het Metaheerhuisje (Baarhuisje). In het Metaheerhuisje vonden de rituele reiniging van het lichaam plaats . Op het toegangshek staan twee Bijbelteksten in het Hebreeuws. Links een tekst uit Ezechiël 37:12.
Profeteer daarom en zeg tegen hen: “Dit zegt God, de HEER: Mijn volk, ik zal jullie graven openen, ik laat jullie uit je graven komen en ik zal jullie naar het land van Israël terugbrengen. Rechts een tekst uit Jesaja 26:19
Jullie doden zullen herleven, de lijken opstaan. Ontwaak, jullie daar in het stof, en jubel! Uw dauw is een dauw die leven geeft, de aarde brengt haar schimmen weer tot leven.
Op 28 september 1942 vind er een droevige plechtigheid plaats op de Joodse begraafplaats aan Voor de Kijkuit. De vrouw van de rebbe Fes Elburg – Zelheim was overleden. De rebbe zelf spreekt daar zijn rede uit. Niet wetende dat hij en de andere 2 overgebleven nooit op deze begraafplaats zouden worden begraven. Op 17 november 1942 zijn ze door de Tielse politie gearresteerd en op transport naar Westerbork gezet. Van hen is vrijwel niets meer vernomen. Een aantal Tielse Joden hebben de oorlog overleefd. Verschillende vestigden zich na de oorlog niet meer in Tiel. Daarmee hield het, van de eens zo bloeiende Joodse gemeente te Tiel, op te bestaan. In 1978 werd de Synagoge omgebouwd tot moskee.
De Joodse Begraafplaats aan Voor de Kijkuit te Tiel is in juli 2014 opgeknapt.
Dit is gedaan door de Stichting voor boete en verzoening met Israël en anderen. Hieronder een impressie.
Literatuur.
Bittere Tranen, van Tjeerd Vrij.
Tussen Toverlantaarn en Teletekst, hoofdstuk De Joodse gemeente , Dr. D. van Swigchem.
Versteend Verleden, Huub van Heiningen.
De Geschiedenis van Tiel van Dr. E.J.Th.A.M.A. Smit.
Het leven in Tiel: no 3. Joods leven in Tiel en omgeving. Dr. Emile Smit.
Besneden en begraven.... Vijf eeuwen Joden in Tiel en het Gelders rivierengebied. Jakob Becker.
_____________________________________________________________________________________________________________________
Molukse Protestantse Kerk.
De Molukse kerk in Tiel.
Om de aanwezigheid van de Molukse kerk in Nederland te begrijpen moeten we ver terug in de tijd. We gaan terug tot de 16e eeuw. Het waren de gebroeders Houtman die als eersten de weg naar Indië vonden. Doel was: de Molukken. Daar groeiden de beste peper en kruidnagels. Deze specerijen waren zeer gewild.
De eerste missionaris op de Molukken was de Portugees Franciscus Xaverius.
In 1594 werd de eerste Compagnie van Verre door 9 Amsterdamse Kooplieden opgericht om handel op Indië te bedrijven. O.a. in Middelburg, Delft en Rotterdam ontstonden in zeer korte tijd concurrerende compagnieën. Maar in 1602 fuseerden deze tot één grote compagnie. De Oost-Indische Compagnie. Deze kreeg van de Staten-Generaal het recht om uitsluitend handel te drijven op Oost-Indië en China. Er werden grote winsten gemaakt. Dat was ook wel nodig want de 80jarige oorlog kostte handen vol geld. Het land veroveren was niet het uiteindelijke doel. Maar dat kwam, omdat men van de rijkdommen gebruik wilde maken, de strijd moest aanbinden met de Spanjaarden, Portugezen en Engelsen.
De zeereis er naar toe vroeg al enorme offers. Men was jarenlang onderweg. Vaak stierf de helft van de bemanning onderweg aan scheurbuik of andere ziekten. Toch zat er niet alleen hebzucht naar geld achter als motief van de Nederlandse aanwezigheid in Indië. De Reformatie, alsook de vrijheidsoorlog had een enorme stroom van energie los gemaakt.
God heeft de aarde aan de mens te leen gegeven. D.w.z. de mens heeft van God in Genesis de opdracht gekregen om de aarde te vervullen en vruchtbaar te zijn, en heerschappij te voeren over heel de schepping. Het mensdom kan deze taak pas goed vervullen door onderling goed contact tussen de staten door eerlijke handel. Het gebod van God is goed. De mens moet alles in het werk stellen om het goed te doen naar Zijn wil.
Er is echter één belangrijke factor: Dat is de zonde van de mens. Dat besmeurt alles. Je ziet dat telkens weer in de geschiedenis. Ook christenen ontkomen daar niet aan. Helaas. Wat de westerse volken in Indië voor kwaad hebben aangericht zal eenmaal in Gods gericht komen. Dat staat vast. Ook Nederland ontkomt daar niet aan.
Aan de andere kant is het ook goed om te kijken naar wat er wel goed is gedaan. Neem bijvoorbeeld de autochtone bevolking van Amerika, Australië en de landen in Zuid – Amerika. In die landen is de autochtone bevolking een kleine minderheid geworden of vrijwel geheel verdwenen. Dat is niet het geval in het voormalige Indië. Integendeel zelfs. Daar is de bevolkingsgroei onder het Nederlandse bewind sterk toe genomen. Dat kwam onder meer door de sterke verbetering van de gezondheidszorg. Voor de oorlog waren er circa 1100 buitenlandse en Indische artsen. 100 Apothekers, 130 tandartsen, en circa 4000 hulpkrachten werkzaam in de gezondheidszorg. Dat was veel te weinig in dat onmetelijke grote en mooie land. Een sterke verbetering was er al te zien in 1940. Toen waren er al 467 algemene ziekenhuizen, 48 inrichtingen voor melaatsen, 15 inrichtingen voor krankzinnigen, en 11 sanatoria voor longziektebehandelingen, en 5 landbouwkolonies voor geestelijk gehandicapten. Zending en Missie hebben hier enorme prestaties geleverd. Te denken valt aan het Petronellahospitaal in Djokjakarta, en het Zendingsziekenhuis te Modjoewarno. De zending heeft heel veel goeds gedaan in het oude Indië.
Het Nederlands Zendeling Genootschap heeft veel gewerkt in Oost – Java, Madoera, Bali, en Midden – Celebes.
De Gereformeerde kerken werkten op Midden Java, en Soemba.
Na de Vrijmaking gingen de Gereformeerde kerken vrijgemaakt verder op Soemba, Borneo en Nieuw – Guinea.
De Christelijk Gereformeerde kerk werkte voornamelijk in Midden – Celebes.
De Indische protestantse kerk is ook sterk vertegenwoordigd op Nieuw – Guinea en Oost – Indonesië.
We komen nu aan in een voor ons belangrijk gebied. In 1605 is er met de zendingsarbeid op de Molukken een begin gemaakt. De bewoners van het eiland Ambon zijn al 4 eeuwen een overtuigend christelijk volk met een zelfstandige Protestantse kerk. Vier eeuwen lang heeft dit volk de zegenende werking van het Evangelie van Genade mogen ervaren. Ambon werd daardoor een reservoir van pioniers en verdere medewerkers in de zending en onderwijs. Maar de geschiedenis gaat verder. Terwijl Nederland zelf bezet gebied is door de Duitse inval, treed Japan op een wrede manier in de W.O. 2. De gevechten om de slag bij Ambon duurden van 30 januari 1942 tot 3 februari. Na de bevrijding wil Nederland het gezag over Indië weer herstellen. Maar nationale gevoelens grepen de macht. Op de Ronde Tafel Conferentie op 27 december 1949 werd het besluit genomen tot het oprichten van de Verenigde Staten van Indonesië . Maar deze werden door de Javaanse heersers ingenomen. Op grond van deze lafhartige daad riepen de Molukkers op 25 april 1950 de Republiek Maluku Selatan uit. De R.M.S.
De regering Soekarno hield zich niet aan zijn woord.
Amerika, bang voor het opkomende communisme in Zuid-Oost Azië, dreigde de Marshall-hulp aan Nederland
stop te zetten, indien Nederland niet zou meewerken aan een soepele dekolonisatie van Nederlands Indië.
Op Java zaten toen ook nog 4000 KNIL militairen inclusief hun gezinnen. Deze 4000 KNIL - soldaten wilden echter de strijd aanbinden met de TNI op Ambon. Demobilisatie op Ambon of op Nederlands Nieuw Guinea was de keus van deze militairen. Eén Bataljon christelijke Molukse rode barretten van het Korps Speciale Troepen heeft slechts de strijd kunnen aanbinden met de TNI in Ambon met voortzetting van een guerrillia - oorlog op het eiland Ceram.Het overgrote deel stond achter de RMS. Deze werd echter bedreigd door een aanval van het Indonesische leger van Soekarno. De KNIL spanden, na eerst een voorstel te hebben gedaan tot demobilisatie, wat werd verworpen door Nederland, een kort geding aan in den Haag. De rechter bepaalde toen dat men zich moest inschepen voor een tijdelijk verblijf van 6 maanden in Nederland. Toen zij in Nederland aankwamen kregen zij een brief waarin stond dat vanaf dat moment het dienstverband bij de Koninklijke Landmacht was beëindigd. Men was dus behoorlijk in de boot genomen. En dat, terwijl zij stonden voor de Nederlandse zaak.
Het contact met de moederkerk, en hoe nu kerkelijk verder in Nederland?
Twaalf duizend Molukkers werden in Amersfoort opgevangen. Daar werden zij verder door Nederland verspreid. Een groep kwam in Tiel terecht. Eén groep kwam in villa ‘de Elzenpasch’ in Drumpt terecht. Een andere groep in noodbarrakken in de Peppellaan, genaamd de Schutsluizen. Deze barakken stonden ter hoogte waar nu de Wilglaan is.
Zeven legerpredikanten uit de garnizoenen te Bangdoen, Tjimahi, Palembang, Oost – Indonesië en een burgerpredikant gingen mee naar Nederland.
Van de Geredja Protestan Maluku waren dat:
1e Lt. Predikant J. Uneputty, 1e Lt. Predikant J.P. Hattu, 1e Lt. Predikant D. S. Pesulima, 2e Lt. S. Metiary, 1e Lt. Predikant A.Z. Sahetapy, 1e Lt. Predikant Joh. Lawalata.
Van de Geredja Indjili Minahasa.
2e Lt. Predikant J.B. Keiluhu.
Van de Protestantse kerk West – Indonesië Predikant P. Leatomu.
Tenslotte ook nog de Predikant H. Supusepa vanuit Sekolah, Theologia Tinggi te Djakarta.
Twee dagen later, op 4 juni 1950, werd de Classis Geredja Protestan Maluku di Belanda opgericht. Deze bestond uit 8 regio' s. In alfabetische volgorde noemen we:
Regio Middelburg: Predikant Lawalata.
Regio Tiel: Predikant Hattu.
Regio Tungelrooi: Predikant Uneputty.
Regio Schattenberg: Predikant Metiary.
Regio Staphorst: Predikant Pesulima.
Regio Vught: Predikant Keiluhu.
Regio Wierden: Predikant Leatomu.
Regio Woerden: Predikant Sahetapy.
Het (C. A. Z.) Commissariaat van de Ambonezenzorg, was een instelling, van overheidswege ingesteld, regelde alles wat met de Molukse inwoners in Nederland te maken had. Het (C.I.O.) Contactcommissie in Overheidszaken van de Raad der Kerken. Deze commissie was al ingesteld voor de komst van de Molukse militairen en hun gezinnen. Deze was ingesteld ten behoeve van arbeiders die in werkkampen verbleven voor de wederopbouw en werkverschaffing. Nu kon deze commissie worden ingezet voor de geestelijke zorg voor de Molukkers. Op kosten van het C.I.O. reden er bussen naar de Molukse woonoorden om mensen op te halen en hen naar de Nederlandse kerken te brengen. Maar de al reeds genoemde predikanten, o.l.v. dominee Sahetapy grepen in. Aan de plaatselijke G.P.M.B. vertegenwoordigers van de Molukse gemeenten werd gevraagd om de bussen op de woonoorden te weigeren., dit vanwege het feit dat men haar eigen diensten wilde houden in een daarvoor geschikt gemaakt lokaal in het woonoord. Dominee Sahetapy kreeg daarvoor een kampverbod opgelegd. Het C.A.Z. was van mening dat daardoor door de Molukse leiders een gemeenschap ontstond die niet alleen kerkelijk maar ook politiek van aard was. En dat wilde men niet. Vandaar het kampverbod. Er kwam echter direct verzet en kritiek uit de Molukse gemeenschap, waardoor het verbod werd opgeheven. In 1952 telde de Classis G.P.M.B. reeds 52 plaatselijke gemeenten.
De Classis Geredja Protestan Maluku Belanda heeft contact gezocht met haar moederkerk op Ambon. In een schrijven van 11 juli 1951 deelde zij o. a. mee dat het niet in haar bedoeling lag om een andere of nieuwe kerk te stichten. Zo gauw men terug kon keren naar Ambon de Classis G.P.M.B. zou worden ontbonden.
Op dit schrijven is nooit een antwoord ontvangen. De moederkerk op Ambon adviseerde echter wel aan haar leden in Nederland om zich aan te melden bij de Nederlandse zusterkerken.
In een tweede brief aan de moederkerk op Ambon werd voorgesteld om een noodwet in haar kerkenorde op te nemen om een Classis Nederland buiten het grondgebied van de Molukken toe te staan.
Ook op dit schrijven is nooit een antwoord ontvangen. In augustus 1950 werd in een kanselboodschap van de moederkerk, Geredja Protestan Maluku, opgeroepen de Republiek Indonesia te erkennen als een door God geplaatste overheid.
Op de 1e Classicale samenkomst van de G.P.M.B. op 31 augustus 1951 te Worden, verklaarde men zich solidair met het Molukse volk. En wenste men zich niet te onderwerpen aan de kanselboodschap van de moederkerk. Op deze vergadering werd het Heilig Avondmaal gevierd waarin voorging dominee Uneputty. De Tielse predikant, dominee Hattu ging voor in de prediking met de woorden uit 1 Koningen 19: ‘Sta op, eet, want de reis zou voor u te ver zijn.’
Poseren voor de villa Buitenzorg in de Elzenpasch te Drumpt. Foto stichting Moluks Historisch Museum
Het dagelijkse leven was voor de kampbewoners is het evenals elders in het land ook in Tiel niet gemakkelijk. De behuizing was erg krap. Het klimaat was heel anders dan ze gewend waren. En de constatering van een kapot geschoten stad Tiel. Al gauw vond men troost en bemoediging in het houten kerkje aan de zijkant van de Peppellaan. Daar is menige traan gevallen. Het geloof in God van deze lieve mensen is vooral in die tijd tot grote steun geweest. De GIM ( Geredja Indjili Maluku ) startte in 1951 haar diensten. Deze diensten werden gehouden in de Elzenpasch en de Schutsluizen. De eerste predikant was dominee Hattu. Hij was legerpredikant. Ds Hattu had een hele zware taak om deze ontredderde mensen bij te staan. Hattu is later opgevolgd door eveneens een legerpredikant Jeremias Laisina. De diensten werden meestal muzikaal begeleid door een fluitorkest bestaande uit een tiental fluitisten. Het stond onder leiding van Eping Tetelepta. Ds. Laisina verzorgde ook de diensten in Opheusden. In de jaren '50 ging ook ds. Jozef Kapel, sergeant - majoor, uit kamp Gennep in de diensten voor in de Elzenpasch en de Schutsluizen. Ds. Kapel verhuisde begin jaren '60 met zijn gezin naar de nieuwbouwwijk Hatert in Nijmegen, waar hij ook is overleden.
Een tekening van de villa Buitenzorg. Tekening Egbert van de Haar, Tiel.
In de Elzenpasch gaf men de jeugd ook catechisatielessen. Dat deden de heer F. Laisina en mevrouw Walakutty. Mevrouw Walakutty had een opleiding tot predikant gevolgd. Ook werd er een koortje gevormd.
Bijzonderheid: Tijdens de evacuatie in 1995 heeft men een samenkomst gehouden in het nieuwe kerkgebouw. Met de armen om elkaar heen geslagen heeft men gebeden tot God om behoud. Bij verschillende ouderen riep dit weer herinneringen op uit 1950. God heeft ook hun gebeden verhoord.
Voormalig Moluks kerkgebouw in de Lambert Hendrikstraat. De bel heeft men nog, en heeft een plaatsje in de nieuwe kerk.
In 1991 kon men de diensten houden in het nieuwe kerkgebouw ‘Anugerah’ (zegen) aan de Lambert Hendrikstraat.
Predikanten in opleiding. Staand derde van rechts Jeremias Laisina.De persoon rechts van hem (midden onder het bord) is predikant M. Pattinasarany, die in 1961 met zijn gezin uit Capelle a/d IJssel naar de nieuwbouwwijk in Tiel verhuisde om leiding te geven aan de Geredja Indjili Maluku (GIM) in Tiel.De man staande rechts van het bord (rechts van kalende man) de predikant Joesoef Layan , die is later ook in Tiel komen wonen en werken voor de GIM. Foto stichting Moluks Historisch Museum.
Link:
http://www.bibliotheekmoluksekerken.com/page8.php
https://www.savertartworks.nl/6-sara-de-weerd-walakutty/
Een totaal overzicht van de Molukse kerken in Nederland.
1 Molukse Evangelische Kerk, ( Geredja Indjili Maluku.). Deze is de grootste.
2 Molukse Protestantse Kerk in Nederland, ( Noodgemeente )
3 Molukse Protestantse Noodgemeente in Nederland, ( Noodgemeente Protestan Maluku di Belanda).
4 Zuid - Oost Molukse Protestantse Kerk, ( geredja Protestan Maluku - Tenggara)
5 Zuid - Molukse Christelijke Kerk, ( Geredja Kristen Maluku Selatan di Belanda).
6 Indonesische Protestantse Kerk, ( Geredja Protestan Indonesia).
7 Molukse Protestantse Kerk , ( Geredja Protestan Maluku).
8 Kristen Zuid - Molukse Kerk in Nederland.
Literatuur:
"Siapa Sangka... ""Wie had ooit gedacht.... 55 Jaar Molukkers in Tiel" 1951 - 2006. Max Taihuttu.
Christus en de Volken. P. Jongeling.
Wegwijs in gelovig Nederland.
Een alfabetische beschrijving van de Nederlandse kerken en religieuze groeperingen. Door Drs. E. G. Hoekstra en M. H. Ipenburg.
Een uitgave: J. H. Kok - Kampen. ISBN 90 242 2525 6.
Een wonderbare spijziging. Een gedenkboek 35 jaar Geredja Indjili Maluku. Maart 1989.
ISBN 90-9002780-71 SISO 269 UDC 284(492).
'